Dieetbehandeling

Iedereen met galactosemie volgt een lactosevrij dieet. Dat betekent dat u geen voedingsmiddelen eet waarin lactose verwerkt is en waarin grote hoeveelheden galactose zijn opgenomen.

Geen lactose

2011_06_ss17_41Iedereen met galactosemie krijgt een dieet voorgeschreven. Het dieet bestaat eruit dat u zo weinig mogelijk galactose binnenkrijgt. De belangrijkste leveranciers van galactose zijn voedingsmiddelen met lactose. U krijgt daarom het advies geen lactosehoudende producten te gebruiken.

Bijna alle (natuurlijke) voedingsmiddelen, zoals groente, fruit, granen, vlees en vis, bevatten sporen van galactose. De hoeveelheden zijn echter zo klein, dat ze geen schade kunnen aanrichten.

Uw dagelijkse voeding stelt u zelf samen, aan de hand van een overzicht met voedingsmiddelen die u wel en niet mag eten. Dit is opgenomen in het dieetboekje Dieet bij galactosemie, dat u krijgt tijdens de eerste afspraak bij de diëtist in het academisch ziekenhuis. De diëtist metabole ziekten is gespecialiseerd in de dieetbehandeling van mensen met een stofwisselingsziekte en begeleidt u bij het dieet.

Klachten voorkómen

Het dieet is van groot belang.  Baby’s kunnen zonder dieet aan galactosemie overlijden. Volwassenen die geen dieet volgen, kunnen staar ontwikkelen. Mogelijk kunnen ook late gevolgen verergeren. Daarom krijgt u het advies levenslang een lactosevrij dieet te volgen.

Ondanks het dieet kunt u toch last houden van late gevolgen, zoals cognitieve klachten of problemen met de vruchtbaarheid. Wetenschappers en artsen hebben hier nog geen duidelijke verklaring voor.

In het kort:

  • Iedereen met galactosemie volgt een galactosebeperkt dieet.
  • Dat betekent dat u geen producten met lactose eet of drinkt.
  • U stelt uw dagelijkse voeding zelf samen, volgens de richtlijnen van het dieetboekje Dieet bij galactosemie en hulp van een diëtist.
  • Het dieet voorkomt dat u ernstige gezondheidsklachten krijgt.
  • Ondanks het dieet kunt u op termijn andere gevolgen ondervinden, zoals leerproblemen of problemen met spreken.
  • Artsen weten niet precies waarom dat zo is.