Omgaan met pestgedrag
Pesten komt veel voor
Pesten komt veel voor, zeker op scholen. Ook een kind met een groeistoornis kan het slachtoffer worden van pesterijen. Dat zal eerder gebeuren als het kind een negatief zelfbeeld heeft. Pestkoppen pikken er nu eenmaal de kinderen uit die zichzelf niet goed kunnen verweren. De aandoening is dan slechts de aanleiding voor het pestgedrag – niet de oorzaak.
Dat pesten veel vóórkomt, betekent niet dat u het hoeft te accepteren. Het is niet iets 'wat erbij hoort'. Integendeel zelfs! In feite is pesten een vorm van geweld. Het kan gaan om geestelijk geweld (uitschelden, belachelijk maken, buiten sluiten, negeren) of lichamelijk geweld (duwen, knijpen, schoppen, achterna lopen, persoonlijke bezittingen vernielen).
Pesten kan ernstige gevolgen hebben. Het vergroot de kans op psychosociale problemen, zoals eenzaamheid, depressie en angstgevoelens.
Grijp direct in
Zeg nooit tegen een kind dat het zich niks van het pesten moet aantrekken of dat het pesten vanzelf wel weer overgaat. Pesten gaat niet vanzelf over. Het is belangrijk dat u een einde maakt aan het pesten.
Door niet in te grijpen, geeft u bovendien het signaal af dat pesten normaal is. Ú maakt het mogelijk dat uw kind gepest wordt. Zo'n signaal kan het zelfbeeld van uw kind ernstig verzwakken. Sommige kinderen leven zelfs in de veronderstelling dat het hun eigen schuld is dat ze gepest worden.
Hoe weet u of uw kind wordt gepest?
Kinderen vertellen meestal niet uit zichzelf dat ze worden gepest. De meeste kinderen schamen zich ervoor. Ook andere kinderen (vriendjes, broertjes en zusjes) zullen het niet snel zeggen, uit angst dat ze dan zelf gepest worden.
Bepaalde zaken kunnen erop wijzen dat uw kind gepest wordt:
- Het kind is bang om naar school (of sportclub, vereniging enzovoort) te gaan.
- Het kind heeft nachtmerries.
- De schoolprestaties gaan achteruit en het kind heeft concentratiestoornissen.
- Er zijn lichamelijke klachten, zoals: buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid.
- Het kind is somber en trekt zich in zichzelf terug.
Praat erover
Als u vermoedt dat uw kind wordt gepest, kunt u hierover praten met uw kind. Doe dit niet door uw kind aan een kruisverhoor te onderwerpen en door direct waardeoordelen uit te spreken. ("Wat?! Dat laat je je toch niet gebeuren?!") Laat uw kind rustig uitpraten en probeer uit te zoeken wat er precies aan de hand is. ("Wat deed hij toen? Wat vond jij daarvan? Wie was er nog meer bij?")
Wat kunt u doen?
- Maak het kind duidelijk dat u een einde wilt maken aan het pesten. Maak ook duidelijk dat uw kind er niets aan kan doen dat het gepest wordt.
- Probeer samen met uw kind te bedenken wat u kunt doen. Geef uw kind hierbij een eigen rol(letje): het is beter voor het zelfvertrouwen als het kind zélf ook iets kan doen.
- Overleg met de leerkracht. Zoek samen naar een oplossing. Veel scholen werken met het Onderwijsprotocol Pesten: dit is een soort handleiding voor onderwijzers. Ook zijn er speciale lespakketten beschikbaar.Geef uw kind de mogelijkheid nare ervaringen te uiten. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een rollenspel of een tekening.
- Probeer het zelfbeeld van uw kind te verbeteren. Uw kind krijgt meer zelfvertrouwen en kan beter voor zichzelf opkomen. Hierboven is al beschreven hoe u zelf kunt bijdragen aan een positief zelfbeeld. Ook bepaalde cursussen of activiteiten kunnen een goede invloed hebben. Denk bijvoorbeeld aan een cursus zelfverdediging of sociale vaardigheden of aan een sport als judo. Er zijn ook speciale cursussen 'omgaan met pesten'.Geef zelf het goede voorbeeld. Praat altijd met respect over anderen.
Let op!
Doe niet iets wat het kind niet wil of waar het kind niets van afweet. Probeer dus niet de boel 'zelf even op te lossen' door met de pestkop te gaan praten. Hiermee benadrukt u nog eens dat uw kind niet voor zichzelf kan opkomen. Dat zal het zelfvertrouwen van uw kind nog verder beschadigen.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u terecht bij de Jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau en schoolarts). Ook op internet is heel wat informatie te vinden.