Overzicht van de medicijnen

Er zijn verschillende soorten pijnstillers.

Welke medicijnen worden bij hernia voorgeschreven?

IS_141.jpgDe huisarts maakt samen met u een keuze uit de beschikbare medicijnen. De voorkeur gaat in eerste instantie uit naar een zo licht mogelijk middel, omdat dit de minste bijwerkingen geeft. Daarom wordt als eerste stap vaak paracetamol geprobeerd. Paracetamol is een veilig, effectief middel. Veel mensen met een hernia hebben hier voldoende aan.

Bij hevige pijn of onvoldoende reactie op paracetamol kan een NSAID beter zijn. NSAID's (afkorting voor 'non-steroidal anti-inflammatory drugs') hebben een sterker pijnstillend effect dan de eenvoudige pijnstillers. Ze hebben echter ook vaker bijwerkingen, vooral maagklachten.

Bij zeer ernstige pijn kunnen opioïden worden gebruikt. Dit zijn pijnstillers die van opium zijn afgeleid. Ze hebben een sterk pijnstillend effect. De arts zal eerst licht opioïde middelen voorschrijven. Als deze niet werken, krijgt u een sterk opioïde middel.

Hieronder vindt u uitgebreide informatie over het gebruik de opbouw van deze middelen. Het stappenplan is overgenomen uit de NHG-Standaard: dit is een richtlijn voor huisartsen bij het diagnosticeren en behandelen van een hernia.

Zie www.apotheek.nl

Kennis op het gebied van medicijnen kan snel veranderen. Kijk voor de laatste informatie over uw medicijnen op www.apotheek.nl.

Medicijnnamen

Medicijnen hebben altijd twee namen. We schrijven de naam van de werkzame stof met een kleine letter. We schrijven de fabrieks- of merknaam met een hoofdletter, tussen haakjes, achter de naam van de werkzame stof. Omdat verschillende fabrikanten het medicijn maken, komen verschillende merknamen voor. Bijvoorbeeld: paracetamol (Panadol®, Paracetamol).

Omdat verschillende fabrikanten soms hetzelfde medicijn maken, komen verschillende merknamen voor. Deze herkent u aan het merkteken ®. Soms zijn medicijnen merkloos: in dat geval zijn de namen van de werkzame stof en de fabrieksnaam hetzelfde en heeft de naam niet het merkteken ®.

Toepassing

De keuze voor een medicijn is afhankelijk van veel verschillende, soms ook persoonlijke factoren. Het gaat bijvoorbeeld om de effectiviteit van een middel, de bijwerkingen die het heeft, maar ook om hoe u die bijwerkingen ervaart. Vaak is er een richtlijn waar artsen gebruik van kunnen maken: een afspraak over - in dit geval - het voorschrijven van medicijnen. Hier baseren we ons op de NHG-standaard Lumbosacraal radiculair syndroom uit 2005.

Aanpassen van de dosis

Soms kan het voorschrift worden aangepast. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een middel niet het gewenste effect heeft, veel bijwerkingen geeft of omdat u het niet prettig vindt in het gebruik. Overleg in dat geval met uw arts of de dosering kan worden aangepast of dat u op een ander middel kunt overstappen. Doe dat nooit uit eigen beweging.

Medicijnen zonder recept

Veel pijnstillers kunt u zelf, zonder recept, kopen. Overleg echter wel altijd met uw arts omdat pijnstillers (soms ernstige) bijwerkingen kunnen hebben! Overleg zeker met uw arts wanneer u de pijnstillers langer dan enkele weken gebruikt, in het verleden last heeft gehad van uw maag of andere medicijnen gebruikt. Wanneer u meerdere medicijnen naast elkaar gebruikt kunnen zij elkaars werking beïnvloeden. Het is daarom belangrijk dat uw arts en apotheek weten welke medicijnen u gebruikt.

Bijwerkingen

Alle medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. We noemen hier niet alle bijwerkingen, maar alleen de bijwerkingen die geregeld voorkomen. We duiden het voorkomen van de bijwerkingen aan als:

  • zeer vaak: bij meer dan een op de tien mensen (>10%)
  • vaak: bij minder dan een op de tien (1-10%)
  • soms: bij minder dan een op de honderd (<1%)

Sommige medicijnen hebben ernstige, zelfs levensbedreigende bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen meestal echter zo zelden voor, dat wij ze niet opnemen in deze tekst. Als u zo'n medicijn gebruikt, zal de arts u precies vertellen op welke klachten of signalen u moet letten. Bij sommige medicijnen is het nodig dat de arts u regelmatig onderzoekt, bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks. Vaak wordt er dan ook bloedonderzoek gedaan.

Kijk voor een volledige lijst van de mogelijke bijwerkingen in de bijsluiter of op de website www.apotheek.nl. Bedenk dat de bijsluiter alle bijwerkingen bevat die ooit zijn gemeld. Een groot deel ervan is dus zeldzaam.

Toedieningsvormen

Medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld als tablet, drankje of zetpil. Eventueel kan de apotheek een speciale bereiding voor u maken: er kan dan bijvoorbeeld van een tablet een poeder worden gemaakt. Overleg met uw arts of apotheker als u moeite heeft met gebruik van uw medicijnen, want vaak is er een alternatief. Pijnstillers worden toegediend via de mond (als tablet, poeder of drankje) of de anus (als zetpil).

Stap 1: paracetamol

Overzicht

  • paracetamol (Panadol®, Paracetamol)

Bijwerkingen

  • Bijwerkingen komen zelden voor. Als deze toch voorkomen zijn ze meestal niet ernstig: allergie (rode huiduitslag).
  • Bij gebruik van maanden of jaren of een hoge dosering (meer dan drie gram per dag) kan schade aan de lever en - minder vaak - de nieren ontstaan. Ook kunnen er veranderingen in het bloed ontstaan. Bij een lage dosering (twee gram of minder per dag) treden deze ernstige bijwerkingen niet op. Meestal is de sterkte van deze tabletten 0,5 gram.
  • Hoe vaker u pijnstillers gebruikt, hoe groter de kans op bijwerkingen, terwijl het pijnstillend effect niet altijd toeneemt (het zogenaamde ‘plafondeffect’).

Bijzonderheden

  • Paracetamol wordt ook gecombineerd met andere stoffen: coffeïne (Finimal, Panadol Plus, Paracetamol-Coffeïne, Paracetamol Comp, Paracof, Witte Kruis), codeïne (Paracetamol-Codeïne) en tramadol (Tramadol-Paracetamol, Zaldiar)
  • Het is onduidelijk of de combinatie van paracetamol en coffeïne beter werkt dan paracetamol alleen. Onderzoeken hiernaar zijn niet eenduidig. Ze hebben wel vaker bijwerkingen.
  • Paracetamol in combinatie met codeïne wordt alleen aanbevolen bij matige tot hevige pijn. Combinatieproducten waar beide stoffen in zitten worden afgeraden, omdat het beter is om zowel van paracetamol als van codeïne de meest optimale dosering vast te stellen. Gelijktijdig gebruik kan leiden tot verstopping, misselijkheid, sufheid, duizeligheid, jeuk en galbulten. Sommige van deze bijwerkingen kunnen de rijvaardigheid verminderen: overleg met uw arts of u veilig kunt rijden.
  • Er zijn ook combinaties met ascorbinezuur (vitamine C) op de markt. Het ascorbinezuur voegt niets toe aan de pijnstillende werking. Bovendien zijn deze combinaties minder veilig dan paracetamol alleen.

Stap 2: NSAID's

De afkorting NSAID staat voor Non Steroïdal Anti-Inflammatory Drugs, een Engelse afkorting die betekent dat het om medicijnen gaat die ontsteking remmen. Deze medicijnen verminderen dus niet alleen de pijn, maar hebben ook een ontstekingsremmend effect. Bovendien werken ze koortsverlagend.

Overzicht

  • aceclofenac (Biofenac®)
  • carbasalaatcalcium (Ascal®, Carbasalaatcalcium)
  • celecoxib (Celebrex®)
  • dexibuprofen (Seractil®)
  • dexketoprofen (Stadium®)
  • diclofenac (Arthrotec® (in combinatie met de maagbeschermer misoprostol), Cataflam®, Diclofenac, Diclofenac-Misoprostol, Voltaren®)
  • etoricoxib (Arcoxia®)
  • ibuprofen (Advil®, Brufen®, Ibuprofen, Nurofen®, Sarixell®, Spidifen®, Zafen®)
  • indometacine (Indometacine)
  • ketoprofen (Ketoprofen, Orudis®, Rilies®)
  • meloxicam (Meloxicam, Movicox®)
  • nabumeton (Mebutan®, Nabumeton)
  • naproxen (Aleve®, Naproxen, Vimovo® (in combinatie met de maagbeschermer esomeprazol))
  • piroxicam (Piroxicam)
  • tiaprofeenzuur (Surgam®)

De middelen fenylbutazon en propyfenazon hebben we niet in het overzicht opgenomen. Deze worden ontraden omdat ze ernstige bijwerkingen kunnen hebben.

Bijwerkingen

  • NSAID's hebben meestal weinig bijwerkingen, maar er zijn grote verschillen tussen mensen: terwijl de één veel last van bijwerkingen heeft, krijgt de ander er niet mee te maken. Zorg dat u op de hoogte bent van de mogelijke bijwerkingen: vraag uw arts ernaar, lees de bijsluiter of kijk op www.apotheek.nl.
  • Veel mensen (ongeveer drie op de tien) krijgen last van een geïrriteerde maag (maagpijn, zuurbranden). Een enkele keer treden er ernstiger maagklachten op, zoals een maagzweer (u merkt dat soms als buikpijn, misselijkheid) of een maagbloeding (u merkt dat aan een zwarte, teerachtige ontlasting). De kans op deze ernstige maagklachten is groter als u langdurig NSAID's gebruikt, bij een hoge dosis of als u al eens eerder een maagzweer heeft gehad. Andere risicofactoren zijn: een hoge leeftijd (ouder dan 60 jaar), het gebruik van corticosteroïden, bepaalde antidepressiva (SSRI's), de 'plaspil' spironolacton of bloedverdunners en als u last heeft van ernstige reumatoïde artritis, hartfalen of diabetes mellitus.
  • Als u vaker maagklachten heeft of een verhoogd risico op maagklachten, of bij langdurig gebruik van NSAID's, kan de NSAID worden gecombineerd met een medicijn dat de maag beschermt. Bij genoemde risicofactoren krijgt u vaak standaard van de arts al maagbeschermers voorgeschreven. Soms wordt hiervoor een combinatiemiddel gebruikt, of wordt een maagbeschermend middel toegevoegd dat samen met de diverse NSAID's kan worden in genomen. Voorbeelden daarvan zijn esomeprazol, lansoprazol, omeprazol, pantoprazol en rabeprazol.
  • De middelen celecoxib en etoricoxib zijn zogenaamde COX-2-selectieve NSAID's. Bij deze middelen is de kans op het ontstaan van ernstige maagklachten (maagzweer, maagbloeding) bij een normale dosering aanzienlijk minder groot. De middelen meloxicam en nabumeton geven ook minder kans op ernstige maagklachten.
  • Alle NSAID's, maar vooral coxibs en diclofenac verhogen het risico op hartproblemen, zoals een hartinfarct of hartfalen. Naproxen is op dit vlak relatief het veiligst. Mensen van wie bekend is dat ze hartproblemen hebben, mogen deze middelen daarom niet langdurig gebruiken.
  • Andere bijwerkingen van NSAID's die relatief vaak voorkomen zijn huiduitslag (allergie) en bijwerkingen op het centraal zenuwstelsel (bijvoorbeeld hoofdpijn en duizeligheid).

Bijzonderheden

  • Een aantal van deze geneesmiddelen kunt u zelf kopen, zonder recept. Het is echter aan te raden altijd met uw arts of apotheker te overleggen. Omwille van de veiligheid is het belangrijk dat NSAID's zo kort mogelijk in een zo laag mogelijke dosering worden gebruikt.
  • U begint met een bepaalde NSAID, meestal in een standaarddosering. Wanneer deze te weinig effect heeft, verhoogt de arts de dosering. Een hogere dosis kan een beter effect hebben, maar dan neemt ook de kans op bijwerkingen toe.
  • Het effect van een bepaald middel kan per persoon verschillen. Hetzelfde geldt voor de bijwerkingen.
  • Wanneer een bepaald middel bij u niet helpt, kunt u meestal overstappen op een ander soort NSAID. Ditzelfde geldt ook wanneer een middel vervelende bijwerkingen geeft. Als u maagklachten krijgt, helpt overstappen niet: u krijgt dan een maagbeschermer voorgeschreven.
  • In de praktijk blijkt dat het geen zin heeft om verschillende NSAID's tegelijk te gebruiken. Dat verbetert het effect niet en het risico op bijwerkingen zoals maagklachten wordt groter.
  • Bij bepaalde aandoeningen mogen NSAID's niet worden gebruikt. Dit geldt onder meer voor ernstig hartfalen. Bij hoge bloeddruk en andere hart- en vaatziekten, psoriasis en chronische darmontstekingen (ziekte van Crohn en colitis ulcerosa) is voorzichtigheid geboden, omdat NSAID's deze aandoeningen mogelijk kunnen verergeren. Bij mensen met een ernstig verminderde nierfunctie die langer dan twee weken NSAID's gebruiken, moet de nierfunctie extra gecontroleerd worden. Bij mensen met astma die NSAID's niet verdragen ('intolerant zijn'), kan een aanval worden uitgelokt. Ook als er sprake is geweest van ernstige maagklachten (maagzweer, maagbloeding) kunnen NSAID's in principe niet meer gebruikt worden.

Sommige medicijnen (zie het lijstje hieronder) kunnen niet zonder meer gecombineerd worden met een NSAID. Het kan zijn dat één van de twee minder goed gaat werken. Uw klachten kunnen erger worden. Ook kunnen de medicijnen elkaars werking versterken, waardoor er meer en ernstigere bijwerkingen kunnen optreden. Als u zulke medicijnen krijgt voorgeschreven én u gebruikt een NSAID, dan is een goede controle door de arts nodig. Dit wil niet zeggen dat u deze medicijnen niet kunt gebruiken, alleen neemt de kans op bijwerkingen toe. Overleg daarom altijd met uw arts of apotheker als u deze medicijnen gebruikt of wilt gebruiken. Het gaat om de volgende medicijnen:

  • bepaalde antidepressiva, zoals SSRI's (bijvoorbeeld paroxetine, citalopram, fluoxetine), SNRI's (bijvoorbeeld venlafaxine, duloxetine), trazodon
  • RAAS-remmers (ACE-remmers en AT-II-antagonisten)
  • bètablokkers
  • ciclosporine
  • methotrexaat
  • corticosteroïden (dit geldt niet bij crèmes, zalven en lotions)
  • cumarinederivaten ('bloedverdunners' zoals acenocoumarol of fenprocoumon)
  • diuretica ('plaspillen')
  • lithium
  • als u acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium gebruikt als bloedverdunner, kunt u beter geen ibuprofen gebruiken, omdat dit middel het bloedverdunnende effect van acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium tegengaat; kies voor een ander NSAID.
  • NOAC's (antistollingsmiddelen): apixaban, dabigatran, rivaroxaban

Stap 3: licht opioïde middelen

Bij zeer hevige pijn kunnen pijnstillers worden gebruikt die van opium zijn afgeleid: de opioïden. In eerste instantie zal de huisarts kiezen voor licht opioïde middelen.

Overzicht

  • codeïne (Codeïne®)
  • tramadol (Tramadol, Tramagetic®, Tramal®)

Bijwerkingen

  • Verstopping (obstipatie) komt soms als bijwerking voor. Eet daarom vezelrijke voeding en drink veel.
  • Een andere bijwerking is misselijkheid. Deze gaat meestal na enige tijd (tien dagen) voorbij. Eventueel krijgt u medicijnen tegen misselijkheid voorgeschreven.
  • Sufheid. Dit treedt met name op als de dosis hoog is of vlak ná een dosisverhoging.
  • Duizeligheid, vooral als u opstaat uit bed of uit een stoel. Dit gaat meestal na een paar dagen voorbij.
  • Droge mond. Als u opioïde middelen langdurig gebruikt kunnen er door een droge mond gaatjes ontstaan. Poets en flos uw tanden daarom extra goed en laat uw tanden eventueel vaker controleren bij de tandarts.
  • Plasproblemen. Naast pijnklachten, kunnen ook opioïde middelen ervoor zorgen dat het plassen moeizaam gaat. Dit komt vooral voor bij mannen met een vergrote prostaat.
  • In de eerste twee weken van de behandeling met opioïden kunt u niet autorijden. Ook als u na twee weken nog steeds last heeft van bijwerkingen, zoals sufheid, verwardheid en duizeligheid, kunt u beter niet autorijden.

Bijzonderheden

Deze middelen kunnen eventueel gecombineerd worden met paracetamol of een NSAID. Over het algemeen wordt deze combinatie echter afgeraden, omdat het beter is om van beide middelen de optimale dosering vast te stellen. Bij gelijktijdig gebruik is het mogelijk dat u onnodig veel van een bepaald middel binnenkrijgt.

Stap 4: sterk opioïde middelen

Als de hiervoor genoemde medicijnen onvoldoende werken, krijgt u een sterker pijnstillend middel voorschreven. Hiervoor zijn verschillende toedieningsvormen, zoals tabletten, drank, zetpil, pleister en infuus. De medicijnen kunnen gecombineerd worden met paracetamol of NSAID.

Overzicht

  • morfine (Kapanol®, Morfine, MS Contin®, Oramorph®)
  • oxycodon (Oxycodon, Oxycontin®, Oxynorm®, Targinact® (combinatiepreparaat met naloxon))

Bijwerkingen

Een mogelijke bijwerking is verstopping (obstipatie). Om die reden worden tegelijkertijd medicijnen tegen verstopping voorgeschreven (laxans), tenzij u diarree heeft. Daarnaast krijgt u bij verstopping het advies veel te drinken en een vezelrijk dieet te volgen.
Andere mogelijke bijwerkingen zijn misselijkheid, sufheid en plasproblemen: zie stap 3.

Bijzonderheden

U kunt niet autorijden in de eerste twee weken van de behandeling. Ook als u na twee weken nog steeds last heeft van bijwerkingen, zoals sufheid, verwardheid en duizeligheid, kunt u beter niet autorijden.