Het onderzoek
Vooraf: een aandoening is niet voor iedereen een lichamelijke aangelegenheid
Hieronder beschrijven we de manier waarop de huisarts in Nederland de diagnose stelt. In Nederland (meer in het algemeen: in Westerse landen) wordt een hernia gezien als een specifieke oorzaak voor rug- en nekpijn met uitstraling in de benen of armen. Er is een defect in de rug en dat leidt tot bepaalde klachten. De vragen en het lichamelijk onderzoek zijn bedoeld om dit defect op te sporen, zodat duidelijk wordt wat de beste behandeling is.
Als u uit een andere cultuur komt, vindt u dit misschien een vreemde aanpak. Misschien ziet u ziekte als het resultaat van krachten die wij niet in de hand hebben, zoals het kille Nederlandse klimaat. Hierdoor kan het gesprek met de huisarts moeizaam verlopen.
Voorlichters eigen taal en cultuur
In zo'n geval kan een ‘voorlichter eigen taal en cultuur' uitkomst brengen. Veel huisartsen werken met zulke voorlichters (ook wel: allochtone zorgconsulenten). Zij kunnen patiënten niet alleen in de eigen taal informatie geven, maar deze informatie ook zo veel mogelijk laten aansluiten op de eigen cultuur.
Vraag uw huisarts zo nodig of hij of zij een voorlichter eigen taal en cultuur kan inschakelen.
"Mijn (Marokkaanse) vader verloor het vertrouwen in de huisarts toen zij hem verwees naar een neuroloog. Hij zag dat als een teken van onzekerheid en dat is iets dat in onze cultuur van een arts niet wordt geaccepteerd. Als arts moet je zeker zijn van je zaak: snel een diagnose stellen en snel medicijnen voorschrijven. Zo werkt het in Nederland niet en voor mijn vader is dat moeilijk te begrijpen..."
Gesprek met de huisarts: anamnese
Uit het gesprek dat de huisarts met u voert, wordt meestal wel duidelijk of het om een hernia gaat. Een hernia heeft namelijk een goed herkenbaar klachtenpatroon. De huisarts zal vragen naar:
- uitstraling van de pijn (beenpijn staat vaak op de voorgrond)
- de plaats, hevigheid en duur van de pijn
- de invloed van rust, beweging en houding op uw klachten
- invloed van hoesten, niezen en persen op uw klachten
- het ontstaan van de klachten
- de hinder die u heeft van uw pijn
- de kracht in uw been
- het gevoel in uw been
De huisarts zal ook nagaan of er mogelijk sprake is van het cauda equina syndroom. Dit syndroom kan blijken uit problemen met het plassen (of juist urineverlies) en minder gevoel in het ‘rijbroekgebied'. Als u medicijnen krijgt tegen de pijn, kunnen plasproblemen een bijwerking van deze medicijnen zijn.
Het is van belang dat de huisarts een precies beeld krijgt van uw klachten. Als u de Nederlandse taal niet zo goed spreekt, kan het helpen om u goed voor te bereiden. U kunt bijvoorbeeld iemand die het Nederlands goed beheerst vragen welke Nederlandse woorden het beste bij uw klachten passen. Dat zijn woorden als uitstralend, stekend, prikkelend, tintelend en een doof gevoel.
Lichamelijk onderzoek
De huisarts zal ook een lichamelijk onderzoek doen.
Proef van Lasègue
Bij de proef van Lasègue ligt u op uw rug. De arts tilt één voor één uw benen gestrekt op en u moet aangeven waar en wanneer u pijn voelt. Het aantal graden dat de huisarts uw been kan heffen, is de uitkomst van de proef van Lasègue.
Als het been waarin u klachten heeft, gestrekt wordt opgetild en u voelt dat de pijn in het been toeneemt, is de proef 'positief'. Dat wil zeggen dat de pijn in het been waarschijnlijk te maken heeft met een beknelde zenuw. Als de pijn in de rug toeneemt, is de proef 'negatief': in dat geval is er waarschijnlijk een andere oorzaak.
De kans op een zenuwbeknelling is ook groot als u het gezonde been gestrekt optilt en dan pijn voelt in het been waarin u klachten heeft. De test is dan 'gekruist positief' en dit geeft een sterke aanwijzing voor een hernia als oorzaak van de uitstralende pijn. Deze test heet ook wel de gekruiste proef van Lasègue.
Vinger-vloerafstand
Veel mensen met een hernia nemen een bepaalde houding aan. Het is bijna vanzelfsprekend dat mensen dit doen om de pijn door de beknelde zenuw te verminderen. Dit wordt ook wel een ‘antalgische houding' genoemd: een houding om de pijn door een beknelde zenuw te ontwijken. De huisarts controleert of dit ook voor u geldt, door te kijken of de pijn toeneemt bij een andere houding.
De arts kan dit doen door een meting van de vinger-vloerafstand. De arts kan u vragen met gestrekte benen voorover te buigen. Met uw vingers reikt u naar de grond. Op een bepaald punt neemt de pijn in uw been zo toe, dat u niet verder kunt buigen. De manier waarop u klachten probeert te ontwijken en de manier waarop u de beweging uitvoert, geven de arts informatie over de vermoedelijke aanwezigheid van een beknelde zenuw (hernia).
Het onderzoek lijkt enigszins op de proef van Lasègue. Ook hierbij buigt u uw been en rug ten opzichte van elkaar, alleen maakt u nu zelf de buiging.
Tenen- en hielentest
Een beknelde zenuw kan leiden tot verlies van spierkracht van de onderbeenspieren. Om uw spierkracht te testen kan de tenen- en hielentest worden gedaan.
Bij de tenentest gaat u een paar keer op uw tenen staan. Normaal gesproken moet dit een keer of tien kunnen, zowel op twee voeten als op één voet. Als dat niet lukt is dat een aanwijzing voor zwakte van de spieren die de voet buigen en dat kan het gevolg zijn van een hernia.
Bij de hielentest (ander woord: hakkentest) moet u op uw hielen lopen. Daarbij tilt u uw voorvoet grotendeels op. Normaal gesproken moet dit lukken, ook al is het niet zo gemakkelijk. Bij mensen met een hernia is deze test vaak pijnlijk, omdat de zenuw gestrekt kan worden. Ook lukt het soms niet omdat iemand krachtverlies in de spieren heeft en daardoor met een klapvoet loopt.
De arts kan u ook vragen te gaan liggen of zitten en eerst uw benen op te trekken (knieën gebogen), en daarna uw voet op te trekken. Ook op die manier kan de arts uw kracht meten.
Reflexen
Een aantal reflexen - onwillekeurige bewegingen - kan door een hernia beïnvloed zijn. Als de huisarts met een rubberen hamertje tegen uw kniepees tikt, komt uw onderbeen normaal gesproken iets naar voren. Door een beknelde zenuw kan deze reflex verstoord zijn. Hetzelfde geldt voor de reflex van de achillespees. Als de huisarts hier een tikje op geeft, buigt uw voet normaal gesproken iets. Een hernia kan deze reflex verminderen.
"Soms denk ik: we zijn ook net een machine. Heel voorspelbaar. Als je A doet, gebeurt B. De dokter tikt tegen je knie en je onderbeen schiet vooruit. Tenzij de machine stuk is natuurlijk..."
Tastzin en pijnzin (gevoel)
Bij een hernia kan de huid van uw been anders aanvoelen: doof. De tastzin (uw gevoel) is dan verstoord. De huisarts gebruikt een watje om uw tastzin te testen en een prikkertje voor uw pijnzin. Dit moet u zelf aangeven. Dat kan lastig zijn, want het verschil met de normale tastzin of pijnzin is niet altijd duidelijk.
Beeldvormend onderzoek
Veel mensen verwachten dat beeldvormend onderzoek, zoals röntgenonderzoek of een scan, nodig is om vast te kunnen stellen wat er aan de hand is. Het blijkt echter dat bij heel veel mensen afwijkingen aan de rug en tussenwervelschijven op de scan te zien zijn, terwijl zij geen klachten hebben. Het omgekeerde kan ook: mensen kunnen ernstige rugklachten hebben zonder dat er afwijkingen te zien zijn. Beeldvormend onderzoek heeft dan weinig zin.
Het is wel zo dat artsen alleen door beeldvormend onderzoek met zekerheid kunnen vaststellen dat het om een uitstulpende tussenwervelschijf (en dus een hernia) gaat. Toch is zo'n onderzoek niet noodzakelijk. Vaak kan de arts na het onderzoek dat hier is beschreven met voldoende zekerheid zeggen dat het om een hernia gaat. De diagnose van een beknelde zenuw wordt gesteld op de anamnese (het vraaggesprek) en de bevindingen bij het onderzoek. Bij twijfel zal de arts u doorverwijzen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de arts naar aanleiding van uw verhaal vermoedt dat de zenuwbeknelling een andere oorzaak heeft.
Beeldvormend onderzoek wordt ook gedaan als de medisch specialist denkt dat een operatie nodig is. De arts kan dan zien of een hernia inderdaad de oorzaak van de klachten is en waar die hernia zich bevindt.
Wanneer krijgt u de diagnose hernia?
De huisarts geeft de diagnose hernia bij:
- uitstralende klachten volgens een ‘dermatomaal' patroon. ‘Dermatomaal' betekent dat u klachten heeft op die plaatsen in het lichaam die met de beknelde zenuw in verbinding staan
- toenemende dermatomale pijn bij drukverhogende momenten
- een houding om de pijn door een beknelde zenuw te ontwijken (antalgische houding) of pijnscheuten bij hoesten, niezen of persen
- en/of een positieve proef van Lasègue en/of krachtsverlies, gevoelsstoornissen en/of reflexstoornissen