Medisch specialist
Wanneer wordt u doorverwezen naar de medisch specialist?
Een medisch specialist komt er bij een hernia niet altijd aan te pas. Dit gebeurt alleen als de huisarts niet voldoende zeker is van de diagnose, of als de klachten zo heftig zijn of al zo lang bestaan dat een operatie moet worden overwogen.
De diagnose is niet zeker
Over het algemeen is de diagnose niet zo moeilijk te stellen. Toch kan er twijfel zijn, bijvoorbeeld omdat het patroon van de klachten een beetje anders is dan anders. De huisarts kan in zo'n geval aan andere oorzaken van de klachten denken. Hij of zij wil daarover zekerheid hebben en verwijst u daarom door.
- Een hernia komt bijna altijd voor onder in de rug, maar kan ook op andere plaatsen optreden. Dat geeft andere klachten.
- Stenose geeft ook radiculaire klachten. Net als de klachten bij een uitpuilende tussenwervelschijf zijn deze klachten afhankelijk van de houding. De proef van Lasègue kan in dit geval bijvoorbeeld negatief zijn.
- Bij mensen - vooral vrouwen - die ouder zijn dan zestig kan osteoporose een rol spelen: botontkalking. Een heel enkele keer leidt botontkalking tot een breuk in een wervel, die daardoor inzakt. Dat geeft klachten die lijken op radiculaire pijn.
- Hoewel het zelden voorkomt, kunnen de klachten te maken hebben met een andere aandoening. Dit kan kanker zijn, maar bijvoorbeeld ook diabetes of de ziekte van Lyme (een zenuwaandoening door een tekenbeet). Vaak zijn er dan naast de radiculaire klachten ook nog andere klachten.
Waarschuwingssignalen
Er zijn bepaalde signalen waarbij bijna altijd onderzoek door een medisch specialist nodig is. Let wel: als u deze signalen heeft, betekent dat niet automatisch dat er ook zo'n oorzaak is. Het betekent alleen dat er extra onderzoek nodig is om zekerheid over de diagnose te krijgen.
- U vertoont tekenen van het cauda equina syndroom: verlammingen van gevoelsstoornissen in een of beide benen, niet kunnen plassen (of juist urineverlies), ongevoeligheid van de huid van het kruis (het ‘rijbroekfenomeen'). Bij het cauda equina symdroom wordt een groot aantal zenuwen bekneld. Als u deze klachten heeft, moet u meteen contact opnemen met de huisarts.
- U heeft kanker gehad.
- U verliest gewicht zonder verklaarbare reden (meer dan 5 kg per maand).
- U ervaart hevige rugpijn met koorts.
- U heeft vooral 's nachts pijn.
Herkent u deze signalen bij uzelf, neem dan direct contact op met de huisarts. Hij of zij kan u doorverwijzen.
"De huisarts stuurde me door omdat hij dacht dat ik misschien dunne botten had. Dat schijnt bij vrouwen na de overgang veel voor te komen. In het ziekenhuis hebben ze m'n botten doorgemeten, maar die bleken goed. Het was toch een hernia..."
Noodgevallen
Bij sommige mensen kan een operatie nodig zijn. Dit gebeurt als:
- eventuele verlammingsverschijnselen binnen enkele dagen erger worden
- er plotseling verlammingen ontstaan of bestaande verlammingen ernstiger worden
- u erg veel pijn blijft houden, ondanks een behandeling met medicijnen, rust en gedoseerde beweging (conservatieve behandeling)
- er sprake is van het cauda equina syndroom
Als uw klachten hier op wijzen, verwijst de huisarts naar de medisch specialist.
De behandeling verloopt niet goed
Het kan zijn dat u later alsnog naar een medisch specialist wordt verwezen. Dat gebeurt als de behandeling niet naar verwachting verloopt.
Er is een operatie nodig
Beeldvormend onderzoek is ook nodig als de diagnose hernia al is gesteld, maar er een operatie nodig is.
Onderzoeken
De medisch specialist zal een aantal onderzoeken (laten) doen. Deze zijn deels hetzelfde als die van de huisarts: hij of zij vraagt naar uw klachten en doet een lichamelijk onderzoek.
Daarnaast kan de specialist beeldvormend onderzoek laten doen, dus foto's en scans maken. De meest gebruikte onderzoeken zijn MRI en röntgenonderzoek.
MRI
Als beeldvormend onderzoek nodig is, is de eerste keuze om een MRI te maken. Maar: soms is een MRI-scan niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat iemand hartklachten heeft. In dat geval wordt toch gekozen voor een CT-scan (zie hierna).
MRI is een techniek om scans te kunnen maken door middel van radiogolven en magnetische velden, dus niet met behulp van röntgenstraling. Een scan is geen foto, maar een afbeelding die de computer samenstelt op basis van de verzamelde gegevens. Op een MRI-scan zijn afbeeldingen van het zenuwstelsel erg duidelijk.
Een MRI-scan kan op verschillende manieren gemaakt worden. Meestal ligt u op een brancard die in een soort tunnel wordt geschoven. Het apparaat maakt veel lawaai: u hoort tijdens de opnamen harde tikken. U voelt echter niets van de scan. Sommige mensen hebben moeite met de combinatie van de nauwte in de tunnel en het lawaai, maar een MRI-onderzoek is erg veilig. Het onderzoek duurt maximaal een half uur.
Sommige ziekenhuizen maken gebruik van nieuwere technieken, waarbij de MRI-scan staand of zittend gemaakt wordt. U hoeft hierbij niet in een tunnel te liggen. Veel mensen vinden deze onderzoeksmethode comfortabeler dan een liggende MRI.
"Ik ben een beetje bang in liften en zo. Als het ergens erg klein is. Dan krijg ik het warm en gaat m'n hart te keer. Toen ik dat aan de verpleegkundige vertelde mocht ik iets hebben tegen de zenuwen. Dat hielp wel, maar leuk was het niet... Erg nauw en dan die herrie..."
CT-scan: als MRI niet mogelijk is
Een CT-scan is geen eerste keuze: dat is het MRI-onderzoek. Als MRI niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat u hartklachten of een pacemaker heeft, wordt gekozen voor een CT-scan.
Bij een CT-scan worden röntgenafbeeldingen bewerkt door de computer. Zo ontstaan dwarsdoorsneden van uw lichaam, een soort plakken. Omdat ook de weke lichaamsweefsels te zien zijn (anders dan op een gewone röntgenfoto, waarmee alleen de harde botten zichtbaar zijn), is een hernia zichtbaar op een CT-scan.
U ligt op een brancard die stukje bij beetje door een apparaat met een ronde opening wordt geschoven. Het apparaat maakt een zoemend geluid. U wordt in de gaten gehouden door de radiodiagnostische laboranten, die achter glas kijken of alles goed gaat. (De bescherming van de laboranten is nodig omdat beroepsmatige, dus zeer langdurige, blootstelling aan röntgenstraling schade kan veroorzaken. U hoeft daar zelf niet bang voor te zijn.) Al met al duurt het onderzoek een kwartier.
Röntgenfoto
Een röntgenfoto maakt een hernia niet zichtbaar. Als onderzoek om de diagnose hernia te stellen heeft een röntgenfoto dus geen zin. Toch kan een foto nuttig zijn, bijvoorbeeld om duidelijkheid te krijgen over de stand en ligging van de wervels. Dit kan wijzen op enkele uiterst zeldzame aandoeningen. Ook als voorbereiding op een operatie kan een röntgenfoto nuttig zijn.
"Het is een beetje luguber, zo'n foto laten maken. Je bent alleen met die machines om je heen, het is een beetje schemerig, een beetje koud... Maar ik vind het wel fantastisch om zo'n foto te zien. Dat ze ín je lichaam kunnen kijken, dat is toch ongelooflijk..."
Bloedonderzoek
Als de neuroloog het vermoeden heeft dat het om een andere aandoening gaat dan een hernia, zal hij of zij ook een aantal buisjes bloed van u afnemen. Dit gebeurt bij bepaalde klachten of als uw klachten na behandeling niet afnemen. Uw bloed wordt opgestuurd naar het laboratorium in het ziekenhuis.