Bloedplaatjes tellen

Met bloedonderzoek is eenvoudig na te gaan of er een tekort aan bloedplaatjes is.

Onderzoek in laboratorium

Bloedplaatjes_tellen_IS_000019373762_LargeEen tekort aan bloedplaatjes is redelijk eenvoudig aan te tonen. In het laboratorium wordt uw bloed onderzocht en wordt de hoeveelheid bloedplaatjes geteld.

Bloed prikken

Eerst neemt een verpleegkundige of een medewerker van het laboratorium één of meerdere buisjes bloed bij u af. Meestal krijgt u hierbij een prik in de arm. De bloedafname duurt een paar minuten.

Algemeen bloedbeeld

In het laboratorium wordt een algemeen bloedbeeld bepaald. Elektronisch wordt gemeten hoeveel rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes er in het bloed zitten. Deze meting gebeurt standaard bij ieder bloedonderzoek: vandaar dat een bloedplaatjestekort ook aan het licht kan komen bij bloedonderzoek dat om een andere reden wordt gedaan.

Bij mensen met ITP is de hoeveelheid bloedplaatjes opvallend laag, de hoeveelheid rode en witte bloedcellen is normaal.

  • Gewoonlijk zitten er ongeveer 150 tot 400 miljard bloedplaatjes in een liter bloed. Overigens kan het per laboratorium verschillen welke waarden als ‘normaal’ gezien worden, er zijn bijvoorbeeld ook laboratoria waar 350 miljard als bovengrens wordt aangehouden.
  • Er is pas sprake van een tekort aan bloedplaatjes (trombocytopenie) als de hoeveelheid bloedplaatjes is afgenomen tot minder dan 150 miljard bloedplaatjes per liter bloed. Als de hoeveelheid is afgenomen tot minder dan 100 miljard per liter bloed kan er sprake zijn van ITP.

350 miljoen bloedplaatjes per minuut

Bloedplaatjes ontstaan in het beenmerg, dat in het binnenste van de botten zit. Per minuut worden er ongeveer 350 miljoen bloedplaatjes aangemaakt.

Als de bloedplaatjes eenmaal in het bloed terechtkomen, blijven ze daar ongeveer tien dagen. Daarna worden ze afgebroken in de milt. Bij ITP gebeurt dit soms al als de bloedplaatjes enkele uren in het bloed zitten.

Bloedingsrisico

Bij een tekort aan bloedplaatjes is er niet meteen reden tot paniek: de eerder genoemde klachten ontstaan meestal pas als er minder dan dertig miljard bloedplaatjes in een liter zitten. Het risico op inwendige bloedingen neemt pas toe bij een bloedplaatjesaantal van minder dan tien miljard bloedplaatjes per liter.

Over het algemeen is het zo dat de kans op bloedingen (het bloedingsrisico of de bloedingsneiging) toeneemt als de hoeveelheid bloedplaatjes afneemt. Gek genoeg geldt dat niet altijd: er zijn mensen met dertig miljard bloedplaatjes of minder die helemaal geen klachten hebben, en andersom zijn er mensen die al veel eerder klachten krijgen.

Nog niet genoeg duidelijkheid

Met het tellen van de bloedplaatjes is de diagnose nog niet gesteld. Nu is alleen duidelijk dat u een tekort aan bloedplaatjes (trombocytopenie) heeft, maar nog niet wat daarvan de oorzaak is. Trombocytopenie kan veel verschillende oorzaken hebben.

Mogelijke andere oorzaken van tekort aan bloedplaatjes

Helaas kunnen we hier niet alle mogelijke oorzaken bespreken. De verschillende oorzaken kunnen worden ingedeeld in twee groepen:

  • Het beenmerg maakt te weinig bloedplaatjes aan.
  • De bloedplaatjes worden sneller afgebroken of sneller verbruikt.

Hieronder noemen we enkele aandoeningen die tot trombocytopenie kunnen leiden:

  • Systemische lupus erythematosus (SLE). SLE is net als ITP een auto-immuunziekte: het afweersysteem keert zich tegen het eigen lichaam. Bij deze aandoening maakt het afweersysteem antistoffen die zich richten tegen onderdelen van de kern van de lichaamscellen – zoals DNA. Naast de genoemde antistoffen zijn er ook antistoffen die de rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes aanvallen. Ze richten zich tegen de celwand, dus tegen het buitenste laagje van deze cellen. Bij SLE kunnen in het gehele lichaam klachten ontstaan. Meer informatie: www.lupusnederland.nl en www.nvle.org. Zie ook het Zorgboek Systemische lupus erythematosus (SLE) dat u kunt bestellen via www.stichtingseptember.nl.
  • Antifosfolipidensyndroom (APS). Mensen met APS hebben antifosfolipiden antistoffen in hun bloed. Onder invloed van deze antistoffen klontert het bloed sneller en neemt de kans op trombose toe. Omdat het lichaam zo veel bloedplaatjes verbruikt, ontstaat er al snel een tekort. Bijna de helft van de mensen met APS heeft een verlaagd aantal bloedplaatjes. APS komt relatief vaak voor bij SLE: zo’n 30 tot 40 % van de mensen met SLE heeft antifosfolipiden antistoffen in het bloed. Meer informatie: www.nvle.org.
  • Leukemie. Leukemie is een vorm van kanker waarbij het beenmerg te veel witte bloedcellen maakt. Omdat de witte bloedcellen te veel ruimte in het beenmerg innemen, ontstaat er een tekort van de andere, normale bloedcellen (zoals rode bloedcellen en bloedplaatjes). Meer informatie bij Hematon (www.hematon.nl) en de KWF Kankerbestrijding (www.kwfkankerbestrijding.nl). Zie ook het Zorgboek Leukemie dat u kunt bestellen via www.stichtingseptember.nl.
  • Syndroom van Evans. Bij het syndroom van Evans gaat ITP samen met auto-immuun hemolytische anemie (AIHA). Dat betekent dat er niet alleen een tekort aan bloedplaatjes maar ook aan rode bloedcellen ontstaat – eveneens als gevolg van een reactie van het afweersysteem. Meer informatie: www.hematologienederland.nl.
  • Hepatitis C. Hepatitis is een ontsteking van de lever. De ontsteking wordt veroorzaakt door een virus. Hepatitis C kan er in een vergevorderd stadium toe leiden dat de milt overactief wordt. Deze breekt de cellen in het bloed, waaronder de bloedplaatjes, dan in een versneld tempo af. Voor meer informatie kunt u terecht bij de Nederlandse Leverpatiënten Vereniging: www.leverpatientenvereniging.nl.
  • Besmetting met hiv. Het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) ondermijnt het afweersysteem en kan uiteindelijk leiden tot aids. Bij een infectie met hiv is het mogelijk dat de bloedplaatjes – door een reactie van het afweersysteem – in versneld tempo worden afgebroken. Voor meer informatie kunt u terecht bij het Aids Fonds: www.aidsfonds.nl.
  • Infectie met Helicobacter pylori. Als de Helicobacter pylori-bacterie in de maag terechtkomt, kunnen er maagklachten, zoals een maagzweer, ontstaan. De bacterie kan echter ook in de maag aanwezig zijn zonder klachten te geven. De bacterie heeft onderdelen die lijken op onderdelen van bloedplaatjes. Als het lichaam een afweerreactie tegen die bepaalde onderdelen van de bacterie maakt, kan die afweerreactie zich ook tegen de bloedplaatjes richten. De bloedplaatjes worden daardoor versneld afgebroken. Meer informatie over een Helicobacter pylori-infectie vindt u bij de Maag Lever Darm Stichting: www.mlds.nl.

“In de wachtkamer bladerde ik een foldertje over ITP door. Mijn oog viel gelijk op dat ene woord: leukemie. Het leek wel of de letters licht gaven, de rest van de tekst zag ik eigenlijk niet meer, drong niet tot me door. O nee, dacht ik, het zal toch niet… De angst dat het leukemie zou zijn heb ik wel een tijdje met me meegedragen. Ik durfde er niet naar te vragen bij mijn arts, op de een of andere manier was ik ervan overtuigd dat dat ongeluk zou brengen. Stom eigenlijk, waarschijnlijk had hij me al op een veel eerder moment gerust kunnen stellen. Maar goed, wat dat betreft was het uiteindelijk een meevaller dat het ‘gewoon’ ITP bleek te zijn…”

Ook andere oorzaken komen voor. We noemen een paar voorbeelden:

  • De hoeveelheid bloedplaatjes kan ook omlaag gaan onder invloed van bepaalde medicijnen. Bijvoorbeeld: isotretinoïne (middel tegen acne), methotrexaat (tegen reuma), clozapine (tegen psychoses), heparine (antistollingsmiddel), kinine (middel tegen malaria) en sulfonylureumderivaten (tegen diabetes). Zodra u met deze middelen stopt neemt de hoeveelheid bloedplaatjes weer toe.
  • Overmatig alcoholgebruik kan ertoe leiden dat het beenmerg minder bloedplaatjes aanmaakt. Een tekort aan vitamine B12 of foliumzuur kan hetzelfde effect hebben, maar meestal is er dan ook een tekort aan rode en witte bloedcellen. Langdurig alcoholgebruik kan onder meer leiden tot schade aan de lever en vergroting van de milt. Dat laatste kan ook leiden tot een verlaagd aantal bloedplaatjes.
  • In de zwangerschap kan de hoeveelheid bloedplaatjes iets dalen. Het is onduidelijk waarom dit gebeurt. Een dergelijke daling is niet gevaarlijk, niet voor de moeder en niet voor het ongeboren kind.

Verder is het mogelijk dat het alleen maar lijkt of er een tekort aan bloedplaatjes is. In de bloedbuis in het laboratorium kunnen de bloedplaatjes aan elkaar gaan klonteren: een ongewenst effect van het antistollingsmiddel in de bloedafnamebuis dat soms optreedt. Daardoor lijkt het of het aantal bloedplaatjes sterk verlaagd is, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is. Dit heet pseudo trombocytopenie.

Ontdekking van ITP in de zwangerschap

Het gebeurt regelmatig dat ITP tijdens de zwangerschap wordt ontdekt. Er is dan al voor de zwangerschap een tekort aan bloedplaatjes, maar dat is nog onopgemerkt. Door de zwangerschap daalt het aantal bloedplaatjes nog verder. Dat is dan ‘de druppel die de emmer doet overlopen’: de hoeveelheid bloedplaatjes daalt plotseling zo sterk dat er klachten ontstaan.