Corticosteroïden
Hormoon
De bijnieren in ons lichaam maken een bepaald hormoon dat ontstekingen remt: cortisol. Dit hormoon is ook als medicijn verkrijgbaar. Deze medicijnen heten ‘corticosteroïden’ en hebben een sterk ontstekingsremmende werking. Ze zorgen ervoor dat het afweersysteem minder actief is, daarom is er vaak snel resultaat bij ITP.
Overzicht
- dexamethason (Dexamethason, Oradexon)
- methylprednisolon (Depo-Medrol, Solu-Medrol)
- prednisolon (Di-adreson, Prednisolon)
- prednison (Lodotra, Prednison)
Bijzonderheden
- Er bestaan veel meer corticosteroïden. Bij ITP worden echter alleen de bovengenoemde middelen gebruikt.
- Prednison is vooralsnog het middel van eerste keuze. Prednison wordt in de lever omgezet tot het werkzame prednisolon. Bij sommige mensen werkt de lever niet goed: zij zijn niet in staat om actief prednisolon te vormen. Bij deze mensen wordt prednison niet omgezet en werkt het middel dus niet. Om te voorkomen dat dit misgaat, wordt in de praktijk vrijwel direct gekozen voor prednisolon. De werking is uiteindelijk hetzelfde.
- Dexamethason wordt vaak pas gegeven als een behandeling met prednisolon onvoldoende effect heeft. Of dexamethason niet het middel van eerste keuze zou moeten zijn, is nog een punt van discussie.
- Methylprednisolon wordt over het algemeen alleen gebruikt bij ernstige bloedingen (graad 3 en 4).
- Mensen met ITP krijgen corticosteroïden over het algemeen drie weken in een hoge dosis (meer dan 7,5 milligram per dag). Als het middel dan geen of onvoldoende effect heeft, wordt ermee gestopt. Soms is het nodig het middel langer te gebruiken. Het gebruik van het middel mag dan niet ineens worden gestopt, maar moet worden afgebouwd volgens een schema van enkele weken.
Bijwerkingen
Er bestaan veel bijwerkingen. U kunt hier last van krijgen, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. De bijwerkingen kunnen ernstiger zijn of worden wanneer de medicijnen langere tijd worden gebruikt en wanneer de dosis hoger is. De meeste mensen met ITP gebruiken corticosteroïden maar gedurende een korte periode.
Mogelijke bijwerkingen zijn: spierzwakte, maagdarmklachten, acne, osteoporose (botontkalking), hoge bloeddruk, hongergevoel, gewichtstoename, een dikkere vetlaag om de buik, ronder worden van het gezicht, oedeem (vasthouden van vocht), diabetes, glaucoom (verhoogde druk in de oogbol), verhoogde gevoeligheid voor infecties, vermoeidheid, stemmingswisselingen en het dunner worden van de huid.
Omgaan met bijwerkingen
Hieronder vindt u tips over hoe u enkele bijwerkingen zo goed mogelijk kunt opvangen.
Bijwerking |
Ermee omgaan |
Gewichtstoename |
|
Afname van spieren |
|
Maag-darmklachten, zoals misselijkheid |
|
Oedeem (= vasthouden van vocht, u kunt dit merken aan gezwollen enkels en polsen) |
|
Vermoeidheid |
|
Diabetes (suikerziekte, verhoogde bloedglucose) |
|
Acne |
|
Verhoogd risico op osteoporose (= botontkalking) |
|
Informatie voor bepaalde groepen
- Bij mensen met glaucoom (verhoogde oogboldruk) kunnen corticosteroïden de oogboldruk verder verhogen. U kunt dit merken aan wazig zien, minder zien, een rood of opgezwollen oog, hevige pijn aan het oog of aan het gezicht, misselijkheid en braken. Raadpleeg bij deze verschijnselen direct uw arts.
- Overleg met uw arts als u gevaccineerd moet worden. Bij vaccinatie (inenting) met levende micro-organismen, zoals BCG- of mazelenvaccin, kan een infectie over het hele lichaam (gegeneraliseerde infectie) ontstaan. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden.