De operatie
Duur
De duur van de operatie is gemiddeld anderhalf uur. De operatie vindt plaats onder volledige verdoving.
Operatietechniek
Er zijn verschillende operatietechnieken. Grofweg is er een onderscheid tussen een open operatie en een kijkoperatie.
Open operatie: conventionele of gewone splenectomie
Bij een open operatie maakt de chirurg een snede van tien tot vijftien centimeter lang in de bovenbuik of in de linkerzij vlak onder de ribben. Hij of zij voert de operatie uit via de opening die aldus ontstaat. Hierbij kan hij of zij direct de milt zien. De snee wordt netjes gehecht, maar u houdt aan deze operatie wel een litteken over.
Tegenwoordig wordt eigenlijk alleen nog voor deze techniek gekozen als de milt erg groot is of als er sprake is van een acute situatie, bijvoorbeeld na een ongeluk. Bij ITP wordt de milt meestal verwijderd via een kijkoperatie (laparoscopie).
Kijkoperatie: laparoscopische splenectomie
Bij een kijkoperatie (laparoscopische operatie) maakt de chirurg enkele kleine sneden in de buik. Vervolgens plaatst hij of zij vier of vijf kleine buisjes (trocars). Via deze kijkbuizen voert de chirurg de operatie uit.
Via een van de trocars brengt de chirurg een (zeer kleine) camera in. Via een monitor (een groot tv-scherm) kan de chirurg het operatiegebied zien en volgen wat hij of zij doet. Er is dus geen direct zicht. Om het zicht te verbeteren wordt de buikholte wat opgeblazen met behulp van gas (kooldioxide).
Via de andere buizen brengt de chirurg de instrumenten naar binnen waarmee hij of zij de feitelijke operatie uitvoert. Via een snede vlak boven het schaambeen of via een van de snedes van de trocars wordt de milt naar buiten gebracht.
Overigens gebeurt het wel eens dat de chirurg tijdens de operatie vaststelt dat een kijkoperatie niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de milt te groot is. De chirurg start dan alsnog een open operatie.
Het voordeel van een kijkoperatie is dat de operatiewonden – en dus ook de littekens – veel kleiner zijn. U herstelt sneller: meestal mag u na een paar dagen het ziekenhuis alweer verlaten, terwijl u bij een open operatie op een langere opname moet rekenen. Ook heeft u bij een open operatie meer tijd nodig om te herstellen.
“Op mijn buik zitten drie kleine puntjes. Dat zijn de littekens van mijn miltoperatie. Het is dat ik weet dat ze er zitten, want ze vallen nauwelijks op. In de zomer kan ik gewoon mijn bikini aan, zonder dat mensen raar naar me kijken of opmerkingen maken als ‘wat heb jij nou?’.”
Bijmilt
In principe heeft een mens maar één milt, maar tijdens de operatie kan blijken dat u een bijmilt heeft. Dit stukje orgaanweefsel kunt u zien als een soort hulpmiltje, het bestaat uit hetzelfde soort weefsel als de milt en voert ook de zelfde taken uit. Een tot twee op de tien mensen heeft zo’n bijmilt. Tijdens de operatie wordt de bijmilt ook verwijderd.