Zwangerschap en bevalling
Verwijzing naar de gynaecoloog
Vrouwen met ITP krijgen het advies om voor de zwangerschapscontroles en de bevalling naar het ziekenhuis te gaan. Zowel de controles als de zwangerschap vinden plaats onder leiding van een gynaecoloog.
Gedurende de zwangerschap bent u onder behandeling van de hematoloog en de gynaecoloog. De hematoloog houdt het verloop van uw ziekte in de gaten, de gynaecoloog controleert of de zwangerschap zich goed ontwikkelt. Verder is er ook een kinderarts bij de behandeling betrokken en meestal ook een klinisch chemicus. Deze specialisten overleggen geregeld over uw situatie.
Extra controles
- Tijdens de zwangerschap is er vaker een meting van het aantal bloedplaatjes nodig. De meting is meestal maandelijks.
- Over het algemeen vinden de zwangerschapscontroles de eerste maanden om de vier weken plaats. Later zijn er meer controles: om de drie en twee weken, en de laatste paar weken zelfs elke week.
Het precieze schema kan per ziekenhuis verschillen.
Daling bloedplaatjes
Om onduidelijke redenen daalt het aantal bloedplaatjes tijdens de zwangerschap bij iedere zwangere vrouw, of ze nu ITP heeft of niet. Het gaat om een lichte daling.
Op zich is zo’n daling niet erg: het niveau gaat na de bevalling binnen enkele weken vanzelf weer omhoog. Maar voor vrouwen met ITP kan afname van het aantal bloedplaatjes natuurlijk wel vervelend zijn. Het aantal bloedplaatjes kan zo laag worden dat het bloedingsrisico toeneemt. Vandaar de extra controles van het aantal bloedplaatjes bij zwangere vrouwen met ITP.
Als de hoeveelheid bloedplaatjes sterk omlaag gaat, kan er tijdig met een behandeling worden gestart. De meeste medicijnen die bij zo’n acute daling worden gebruikt, zoals prednison en immunoglobulinen, kunnen veilig worden gebruikt tijdens de zwangerschap.
“Een vriendin vroeg me of ik mijn zwangerschap niet erg ‘medisch’ vond met al die onderzoeken. Ik was nogal verbaasd over die vraag. Je gaat toch geen extra risico’s nemen? Ik was juist blij dat ze er in het ziekenhuis zo voorzichtig mee omgingen. Trouwens, bij iedere afspraak kon ik uitgebreid over mijn dikke buik kletsen. Dat vond ik heerlijk om te doen!”
Bij een daling van het aantal bloedplaatjes zal uw arts ook onderzoeken of er niet nog andere zaken een rol spelen. De hoeveelheid bloedplaatjes kan ook dalen als gevolg van:
- Zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie): de bloeddruk gaat hierbij sterk omhoog en het lichaam verliest veel eiwit via de urine. Als dit te lang duurt, kan er een levensbedreigende situatie ontstaan – zowel voor de moeder als voor het kind. De enige goede remedie tegen zwangerschapsvergiftiging is het in gang brengen van de bevalling. Bij een korte zwangerschapsduur wordt soms eerst nog even afgewacht. Daarbij komen moeder en kind onder strenge bewaking te staan.
- HELLP-syndroom: dit is een bijzondere vorm van ernstige zwangerschapsvergiftiging. Het lichaam verbruikt meer bloedplaatjes, waardoor het aantal bloedplaatjes afneemt. Daarnaast is er een verhoogde afbraak van rode bloedcellen en raakt de lever beschadigd.
Als er een andere oorzaak van het aantal bloedplaatjes blijkt te zijn krijgt u daar vanzelfsprekend een behandeling voor.
Behandeling
Tijdens de zwangerschap zal de arts proberen u zo min mogelijk medicijnen voor te schrijven. Sommige medicijnen die bij ITP worden gebruikt, kunnen schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Bij het merendeel van de vrouwen is extra behandeling niet nodig, de ziekte heeft bij hen een mild verloop.
- Behandeling start in de regel pas als het aantal bloedplaatjes onder de 20 miljard per liter zakt. U krijgt dan corticosteroïden in een lage dosis.
- Als zich bloedingen voordoen start de behandeling eerder: als het aantal bloedplaatjes onder de 30 miljard per liter komt. Naast corticosteroïden kunt u dan eventueel ook een infuus met immunoglobulinen krijgen om de hoeveelheid bloedplaatjes snel te laten stijgen.
- Als uw lichaam niet reageert op deze medicijnen, kunt u het advies krijgen uw milt te laten verwijderen. De operatie vindt bij voorkeur plaats in het tweede trimester (de vierde tot en met de zesde maand) van de zwangerschap. Het is echter zeer uitzonderlijk dat een zwangere vrouw deze operatie moet ondergaan.
Overleg met uw arts voor u beslist of u de operatie wel of niet wilt ondergaan. Alleen op basis van goede en volledige informatie kunt u een beslissing nemen waar u achter kunt staan.
Voor de bevalling probeert de arts het aantal bloedplaatjes omhoog te brengen tot meer dan 50 miljard per liter. Dit aantal wordt aangehouden omdat hiermee ook veilig een keizersnede kan worden verricht. Voor een vaginale bevalling is een bloedplaatjesgehalte van 30 miljard voldoende, maar omdat niemand van tevoren weet hoe de bevalling zal verlopen, houdt de gynaecoloog 50 miljard aan. Uiteindelijk bevalt in Nederland tussen de 15 en 20 % van alle zwangere vrouwen per keizersnede.
De bevalling
U kunt vaginaal bevallen, het kind kan langs natuurlijke weg ter wereld komen. Dat verdient zelfs de voorkeur, omdat het risico op bloedingen en infecties bij de moeder bij een keizersnede veel groter is. Daarom zal de gynaecoloog zo veel mogelijk proberen een keizersnede te voorkomen.
Wel probeert de gynaecoloog de baby zo natuurlijk en vlot mogelijk geboren te laten worden. Omdat er bij de baby ook sprake kan zijn van een laag aantal bloedplaatjes, zal bijvoorbeeld het gebruik van een zogenaamde vacuümcup (een zuignap die op het hoofd van de baby wordt geplaatst) vermeden worden.
Geen ruggenprik
In principe kunt u geen ruggenprik krijgen als pijnstilling, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om die wel te geven. Dit geldt voor alle zwangere vrouwen in Nederland. Bij een lage hoeveelheid bloedplaatjes gaat het bloedingsrisico ook omhoog met een ruggenprik: er kan een bloeding ontstaan in de ruimte rondom het ruggenmerg.
Er zijn verschillende alternatieven voor pijnstilling tijdens de bevalling. Tijdens uw zwangerschap kunt u hierover een oriënterend gesprek voeren met een anesthesioloog. Uw gynaecoloog zal u daarvoor verwijzen rond de dertigste week van uw zwangerschap.
Bloeding
Ook tijdens de bevalling wordt de hoeveelheid bloedplaatjes nauwlettend in de gaten gehouden. Mocht er tijdens de bevalling een ernstige bloeding optreden, dan krijgt u een bloedplaatjestransfusie. De hoeveelheid bloedplaatjes gaat dan snel omhoog.
“Voor de bevalling was ik best wel zenuwachtig. Soms hoor je zulke gruwelijke verhalen. En omdat bij mij die ITP nog een rol speelde… Ik ben blij dat het allemaal zo goed verlopen is!”
Bevalling en corticosteroïden
Als u lange tijd corticosteroïden in een hoge dosis heeft gebruikt, is het lichaam soms niet goed meer in staat om de aanmaak van het eigen bijnierschorshormoon te regelen als u stopt met de medicijnen. De bijnier is dan door de medicijnen als het ware in winterslaap gebracht. In stress-situaties kan dat problemen opleveren: het lichaam heeft dan extra bijnierschorshormoon nodig, maar het lichaam kan dat dan niet acuut weer aanmaken.
Een bevalling is ook een stress-situatie: u levert een zware lichamelijke inspanning. Om een eventueel tekort aan bijnierschorshormoon op te vangen, kan het nodig zijn dat u tijdens de bevalling extra corticosteroïden krijgt toegediend. Dit heet een cortison-stress-schema. Een dergelijk schema begint tijdens de bevalling en gaat nog tot enkele dagen daarna door.
Bij ITP is zoiets vrij uitzonderlijk omdat mensen met ITP meestal niet zo lang en ook niet zo veel corticosteroïden gebruiken. Verder is het toedienen van corticosteroïden ook niet nodig als u nog steeds hoge doses corticosteroïden gebruikt.