Hoe maakt het lichaam bloedplaatjes?

De bloedplaatjes worden aangemaakt in het beenmerg.

In het beenmerg

Hoe_maakt_het_lichaam_bloedplaatjes_IS_000033827400_LargeDe holtes in de botten zijn gevuld met beenmerg. Dit beenmerg zorgt voor de aanmaak van de rode en witte bloedcellen en de bloedplaatjes. Bij kinderen worden nog in alle botten bloedcellen aangemaakt. Bij volwassenen ontstaan bloedcellen vooral in ‘platte’ botten als de ribben en het bekken.

De stamcel

Alle bloedcellen ontstaan uit één celtype: de ‘stamcel’ of ‘moedercel’. Door deling groeien stamcellen uit tot ‘onrijpe cellen’ (voorlopers) die zich verder ontwikkelen (specialiseren) tot de verschillende soorten bloedcellen. De voorlopers van de bloedplaatjes worden megakaryocyten genoemd.

De productie van bloedcellen is afhankelijk van de behoefte van het lichaam. Wanneer het aantal rode bloedcellen afneemt, produceren de nieren een specifiek hormoon (erytropoëtine, EPO). Dit hormoon stimuleert het beenmerg meer rode bloedcellen te maken. Bij een infectie maakt het beenmerg meer witte bloedcellen aan, de aanmaak van bloedplaatjes wordt gestimuleerd als er minder plaatjes in het bloed aanwezig zijn.

Het hormoon trombopoëtine (TPO) stimuleert de aanmaak van bloedplaatjes. Dit hormoon wordt aangemaakt door de lever, en in mindere mate door de nieren. Hoe meer trombopoëtine er via de lever en de nieren in het bloed komt, hoe meer bloedplaatjes het beenmerg gaat maken.

Wat gebeurt er bij ITP?

Bij ITP valt het afweersysteem de bloedplaatjes in het bloed aan. Daardoor worden deze versneld afgebroken. Daarnaast zorgt het afweersysteem er ook voor dat het lichaam niet voldoende nieuwe plaatjes aan kan maken:

  • Het afweersysteem valt de voorlopercellen (megakaryocyten) aan. Dit zijn de cellen waaruit bloedplaatjes kunnen ontstaan (zie boven).
  • Omdat de bloedplaatjes snel uit het bloed verdwijnen, verdwijnt er ook veel trombopoëtine. Dit hormoon bindt zich namelijk aan de bloedplaatjes. Omdat er minder trombopoëtine is, wordt het beenmerg onvoldoende gestimuleerd om nieuwe bloedplaatjes aan te maken.
  • Soms neemt het aantal voorlopercellen (megakaryocyten) toe, als een soort compensatie voor de aanvallen van het afweersysteem. Omdat trombopoëtine zich aan deze cellen bindt, is er ook daarom minder trombopoëtine in het bloed.