De diagnose PDS
Wat is een diagnose?
Een diagnose wil zeggen dat de arts vaststelt wat er met u aan de hand is. In het geval van PDS gebeurt dit vrijwel altijd door de huisarts. De arts voert een gesprek met u over uw klachten en doet een lichamelijk onderzoek. In het ziekenhuis kunnen gespecialiseerde onderzoeken worden gedaan.
Soms verwijst de huisarts naar de MDL-arts. Dat gebeurt bijna altijd om andere mogelijke oorzaken van de klachten uit te sluiten. MDL-artsen doen vaak uitgebreider laboratoriumonderzoek of endoscopisch onderzoek en besluiten pas tot de diagnose PDS nadat andere oorzaken voor de klachten met zekerheid zijn uitgesloten.
Rome-IV-criteria
De diagnose PDS wordt gesteld als er sprake is van een bepaald patroon van klachten. Artsen gebruiken hiervoor als richtlijn de definitie van PDS gebaseerd op de zogenaamde Rome-IV-criteria. Die criteria staan verderop in de tekst beschreven. In de dagelijkse praktijk zal de huisarts niet bij elke patiënt ook werkelijk testen of alle criteria voor PDS aanwezig zijn. Klachten kunnen sterk variëren in de tijd. Bij twijfel helpt het om de lijst met de Rome-IV-criteria voor PDS na te lopen. In de praktijk is het deskundig oordeel van de arts echter vaak voldoende.
PDS
De huisarts stelt de diagnose PDS als u langere tijd geregeld of altijd buikpijn heeft. Daarnaast moet u één of meer van de onderstaande klachten hebben. Voor alle klachten moet gelden dat ze niet door een andere aandoening worden veroorzaakt.
- een opgeblazen gevoel in de buik
- een wisselend ontlastingpatroon (diarree of verstopping, vaker of minder vaak naar het toilet gaan)
- slijm bij de ontlasting
- winderigheid
- een dikke darm die gevoelig is bij druk
Typen
Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende typen PDS:
- PDS met hoofdzakelijk verstopping (obstipatietype)
- PDS met hoofdzakelijk diarree (diarreetype)
- PDS met afwisselend verstopping en diarree (gemengd (‘alternerend') type)
Rome-IV-criteria
De Rome-IV-criteria worden vooral gebruikt door medisch specialisten en bij wetenschappelijk onderzoek. Volgens deze criteria heeft u:
- langer dan zes maanden klachten over buikpijn, in combinatie met een veranderde stoelgang (diarree, obstipatie of een mengvorm).
- in de laatste drie maanden ten minste een dag per week klachten gehad: buikpijn gerelateerd aan de ontlasting; andere frequentie van de stoelgang, dus vaker of minder vaak (obstipatie); andere vorm van de stoelgang, dus te hard of te waterig (diarree).
Ook geldt dat er geen andere lichamelijke verklaring is voor uw klachten.
De diagnose wordt zekerder door de volgende kenmerken: abnormale frequentie van de ontlasting (meer dan drie keer per dag, minder dan drie keer per week); abnormale substantie van de ontlasting (te hard, te zacht); abnormale stoelgang (erg moeten persen, loze aandrang, het gevoel hebben niet volledig te zijn ontlast); slijm in de ontlasting; opgeblazen gevoel; meer klachten na de maaltijd; brandend maagzuur; hoofdpijn; fibromyalgie; blaasklachten; pijn bij het vrijen.
De diagnose is er ook op gericht andere, ernstige aandoeningen uit te sluiten, zoals darmkanker of een (chronische) darmontsteking. Dit gebeurt aan de hand van alarmsignalen: klachten die passen bij een ernstige aandoening. Bloed in de ontlasting, in korte tijd snel afvallen of veel overgeven zijn hiervan voorbeelden.
Na de diagnose
Een goede diagnose is belangrijk. U weet dan zeker wat er aan de hand is. In het geval van PDS is dat in bepaalde opzichten een gunstig bericht: er is in elk geval geen sprake van ernstige, levensbedreigende aandoeningen. In andere opzichten is het natuurlijk een slecht bericht. PDS kan betekenen dat u klachten zult hebben, die moeilijk onder controle zijn te brengen.
Behandeling
Een goede diagnose is ook belangrijk omdat nu de juiste behandeling kan worden gekozen. PDS kan niet worden genezen, maar een goede aanpak kan u wel grip op uw klachten geven. U kunt er echt iets aan gaan doen. Na een - misschien lange - periode waarin u onbegrepen klachten had, kan dat een hele opluchting zijn.
"De diagnose gaf me een soort rust. Bijna een jaar lang had ik ‘vage' klachten waar niemand zich raad mee wist, ikzelf ook niet. PDS ís tenminste iets... Wat me ook rust gaf was dat ik niet de enige bleek te zijn, maar dat er een heleboel mensen zijn zoals ik..."