Kan ik blijven werken?

Problemen vóór de diagnose

Het kan zijn dat u al vóór de diagnose problemen had op uw werk. Dit is het geval wanneer u zich regelmatig ziek moest melden omdat u veel last had van uw klachten - bij de meeste mensen duurt het lange tijd voor hun groeihormoondeficiëntie aan het licht komt. Tijdens de periode van de onderzoeken en behandeling is ziekteverzuim ook niet te voorkomen. De onderzoeken en een eventuele operatie kunnen veel tijd in beslag nemen.

Weer aan het werk?

Na een geslaagde behandeling zijn de klachten waarschijnlijk verdwenen en kunt u weer aan het werk. Dit geldt echter niet voor iedereen. Sommige mensen kunnen hun werk niet meer goed doen door blijvende klachten. Bij een groeihormoondeficiëntie zijn er verschillende klachten die uw werk kunnen hinderen. We geven een aantal voorbeelden:

• Door (chronische) vermoeidheid kunnen concentratieproblemen ontstaan en moet u waarschijnlijk vaker verzuimen. Hierdoor kan het werk in het gedrang komen en wordt u misschien gedwongen om afspraken af te zeggen.
• Door concentratieproblemen en een slechter geheugen kunt u moeilijker het overzicht bewaren. Er zijn heel wat beroepen te bedenken waarin dit problemen geeft, bijvoorbeeld dat van manager, chauffeur, arts of leraar.
• Door een blijvende groeiachterstand kunt u ook te maken krijgen met discriminatie. Uit onderzoek is gebleken dat mensen met een kleine lengte minder kans hebben om in een hogere beroeps- of bestuursfunctie te komen. Dit heeft te maken met de vooroordelen die anderen hebben. Veel volwassenen hebben de neiging mensen met een groeistoornis te onderschatten en als jonger – en dus minder ervaren – te behandelen. Hierdoor zijn functies als manager of afdelingshoofd moeilijker te bereiken.

Groeihormoondeficiëntie en arbeidsongeschiktheid?

Niet alle mensen zijn in staat om na de behandeling weer aan het werk te gaan. Zij houden te veel last van hun klachten of hebben er door de behandeling weer nieuwe bij gekregen. In dat geval worden ze mogelijk arbeidsongeschikt verklaard.

Naar arts en werkgever

Als u veel last heeft van uw klachten en u kunt hierdoor minder goed werken, ga dan naar uw arts. Wacht hier niet te lang. Probeer eventuele problemen voortijdig te signaleren en op te lossen. 

Samen met u kijkt uw arts wat er nodig is om de klachten te verhelpen, zodat u weer kunt gaan werken. Het kan zijn dat u medicijnen krijgt in combinatie met leefstijladviezen. Soms helpt de juiste aanpak om weer aan het werk te kunnen.

Vertel uw werkgever dat u door uw gezondheid uw werk minder goed kunt uitoefenen. Bespreek ook de mogelijke oplossing(en). Vaak kunt u op deze manier al veel problemen verhelpen.

Als de klachten en problemen op het werk blijven, kunt u uw werkgever om een afspraak met de bedrijfsarts vragen. De bedrijfsarts kan zowel u als uw werkgever adviezen geven.

Een goede aanpak helpt

De kans dat u zonder al te veel problemen weer gedeeltelijk of volledig kunt gaan werken, is het grootst bij de juiste aanpak. Bij een groeihormoondeficiëntie kan dit verschillende dingen betekenen: medicijnen, een gezonde leefstijl, eventueel een aanvullende behandeling, zoals fysiotherapie. Uw arts kan u hierbij begeleiden.

Wat heeft u nodig?

Leven met een groeihormoondeficiëntie alleen al vraagt om een goede aanpak. Wanneer u wilt blijven werken, komen er meer zaken bij kijken. Door die zaken op een rijtje te zetten – zelfmanagement -, weet u precies wat u nodig heeft en kunt u meedenken over oplossingen. Bijvoorbeeld:

• Tijd voor bezoek aan uw arts of een andere hulpverlener
• De mogelijkheid om te rusten bij een lichamelijk inspannend beroep
• Steun en begrip van uw leidinggevende en collega's
• Aanpassing van de werkomstandigheden, zoals een andere bureaustoel
• Aanpassing van uw werktijd
• Aanpassing van de werkdruk
• De mogelijkheid om thuis te werken