Lange tijd medicijnen gebruiken
Geen klachten, toch medicijnen slikken
Medicijnen moeten vaak lange tijd worden gebruikt, soms zelfs levenslang. Veel mensen hebben daar weinig moeite mee: het innemen van de medicijnen wordt een gewoonte, zoals er zoveel gewoonten zijn.
Maar andere mensen hebben er wel moeite mee. Dat is ook wel te begrijpen: ze hebben geen klachten, maar moeten toch medicijnen slikken. Zelfs als u gemotiveerd van start gaat, kunt u op den duur gaan twijfelen over het nut van de medicijnen. U kunt gaan denken dat u de medicijnen niet meer nodig heeft.
U gaat het minder nauw nemen met de medicijnen
In de praktijk blijkt dat veel mensen het na verloop van tijd minder nauw nemen met het innemen van de medicijnen. Ze kunnen hier verschillende redenen voor hebben:
- U denkt dat het met uw aandoening allemaal wel meevalt. De arts overdrijft een beetje, het zal zo'n vaart niet lopen...
- Veel mensen gebruiken medicijnen om te voorkómen dat ze in de toekomst klachten krijgen. Medicijnen tegen hoge bloeddruk of hoog cholesterol maken de kans op hart- en vaatziekten bijvoorbeeld kleiner. Ze hebben een preventieve werking. Omdat een hoge bloeddruk of een hoog cholesterol op zichzelf geen klachten geven, lijkt u met de medicijnen weinig op te schieten: u voelt zich er niet beter door. Het kan dan verleidelijk zijn de medicijnen niet meer te nemen.
- Het kan best zijn dat u niet direct merkt dat u baat heeft bij de medicijnen, maar wél last heeft van bijwerkingen. De medicijnen lijken dan alleen maar nadelen te hebben.
- Uw medicijnen hebben niet direct effect, maar werken pas op langere termijn. Het kan lijken alsof de medicijnen helemaal niet helpen.
- U vindt de medicijnen 'lastig', 'gedoe'. U moet ze altijd meenemen en er aan denken om ze op tijd te nemen, terwijl u al genoeg te doen heeft.
- Misschien bent u bang dat u 'verslaafd' raakt aan de medicijnen. U moet ze immers lange tijd gebruiken.
- U kunt het idee hebben dat u met het stempel 'ziek' of 'zwak' rondloopt zolang u medicijnen gebruikt. Elke keer als u een tablet neemt, wordt u hieraan herinnerd. Dat gaat irriteren.
Misschien herkent u een of meer van deze gedachten. Als u zulke gedachten heeft, kan het zijn dat u slordiger omgaat met het innemen van medicijnen.
Overleg bij twijfel met uw arts
Als u twijfels heeft over uw medicijnen, bespreek deze dan met uw arts die de medicijnen voorschrijft (de huisarts of medisch specialist) of met uw apotheker. Het is uw beslissing of u de medicijnen blijft gebruiken: het is vooral belangrijk de beslissing op goede gronden te nemen. Daarvoor kan deskundig advies vaak helpen. Misschien kunt u in overleg proberen uw medicijngebruik aan te passen. Maar: doe dit niet op eigen houtje! Uw arts zal meestal wel begrip hebben voor uw bezwaren, en kan samen met u bespreken welke oplossing het meest geschikt is.
Volhouden: tips
U krijgt uw medicijnen niet voor niets
De beste reden om uw medicijnen volgens voorschrift van de arts te blijven gebruiken is dat u ze nodig heeft om gezond te blijven, in elk geval zo gezond mogelijk. U krijgt ze niet voor niets. De medicijnen helpen om uw aandoening onder controle te houden en ze doen dat alleen als u ze blijft gebruiken.
Medicijnen worden niet zomaar voorgeschreven. U bent eerst onderzocht om vast te kunnen stellen wat de oorzaak van uw klachten is. Vervolgens heeft de arts de beste behandeling gekozen, waarvoor soms medicijnen nodig zijn. Zowel het onderzoek naar wat u mankeert (diagnose) als de keuze van een behandeling verloopt volgens een systeem. Op basis van richtlijnen die artsen met elkaar hebben afgesproken en die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek, komt de arts tot een keuze. Medicijnen krijgt u dus niet zomaar: ze zijn nodig voor een zo goed mogelijke behandeling.
Weet wat u gebruikt
U zult het misschien gemakkelijker vinden om de medicijnen te gebruiken als u begrijpt waarom u ze gebruikt. Waarom heeft de arts ze voorgeschreven? Wat is het effect ervan? Wat gebeurt er als u ze niet gebruikt? Waarom is bij de ene pil het aantal milligrammen zo hoog en bij een andere lager? Heb ik daardoor misschien meer bijwerkingen?
Lees de bijsluiter of kijk op www.apotheek.nl. Vaak krijgt u van uw apotheek ook een informatiefolder (VI-folder) mee waarin u praktische informatie over uw geneesmiddel kunt lezen. Voor meer informatie over medicijnen kunt u ook terecht bij uw (huis)arts of uw apotheker.
Geheugensteuntjes
Als u het innemen van de medicijnen zo nu en dan vergeet, kunnen geheugensteuntjes helpen. Koppel het innemen van de medicijnen bijvoorbeeld aan vaste gewoonten, zoals een maaltijd of het tandenpoetsen. Ook kunt u op uw mobiele telefoon een alarm instellen om u te helpen herinneren aan uw medicijnen.
Misschien heeft u baat bij een weekdoseersysteem. Dit is een plastic doosje waarin de geneesmiddelen per dag van de week en per tijdstip gesorteerd kunnen worden. Zo houdt u overzicht over wat u neemt. Deze is onder meer te koop bij de apotheek.
Verslaving
Sommige medicijnen hebben inderdaad een verslavende werking. Dat betekent dat uw lichaam er steeds opnieuw om gaat vragen en soms dat u er steeds meer van nodig heeft. Dit geldt bijvoorbeeld voor benzodiazepinen, die een kalmerende werking hebben. Deze medicijnen worden daarom terughoudend voorgeschreven, voor een korte periode, om verslaving te voorkomen."
Als u al lange tijd benzodiazepinen gebruikt en overweegt ermee te stoppen, overleg dan met uw arts of apotheker. U moet deze medicijnen geleidelijk afbouwen.
Geen 'patiënt' willen zijn
Een nadeel van medicijngebruik is dat u er steeds aan wordt herinnerd 'patiënt' te zijn. Steeds als u een tablet neemt is de boodschap: u bent ziek. Dat kan vervelend zijn en soms een reden om het minder nauw te namen met het voorschrift.
Dit blijkt vooral te gelden voor medicijnen waarbij het effect nu niet merkbaar is, maar die nodig zijn om klachten in de toekomst te voorkómen. Deze medicijnen hebben een preventieve werking. Voorbeelden zijn bloeddrukverlagers, bloedverdunnende medicijnen en cholesterolverlagers. Vooral als u geen last heeft van klachten en u voelt zich niet ziek, kan het vervelend zijn om door uw medicijngebruik aan het 'patiënt-zijn' herinnerd te worden.
Het is een begrijpelijk gevoel, maar tegelijk zit er iets dubbels in. U gebruikt de medicijnen immers om gezond te blijven, dus juist om géén patiënt te zijn. Als u een verhoogde bloeddruk heeft, gebruikt u medicijnen om in de toekomst geen hart- en vaatklachten te hebben. Als uw cholesterolgehalte te hoog is, gebruikt u medicijnen om dit te verlagen. Als u de ziekte van Parkinson heeft, helpen de medicijnen u om beter te bewegen. Als u hoofdpijn heeft en paracetamol neemt, zal de hoofdpijn meestal zakken. Zo zijn er meer voorbeelden. Het gekke is dus dat het gevoel van 'patiënt-zijn' wordt opgeroepen door precies hetzelfde wat u juist helpt om géén patiënt te zijn.
En zo werkt het in de praktijk natuurlijk ook echt. Zodra u het minder nauw neemt met uw medicijnen, zult u weer klachten krijgen, zullen uw klachten verergeren of zal uw gezondheid ongemerkt achteruit gaan. Dan bent u verder van huis. Uiteindelijk helpen medicijnen met een preventieve werking u dus vooral om u géén patiënt te voelen - ook al lijkt het soms precies andersom.