Bijwerkingen
Omgaan met bijwerkingen
Medicijnen kunnen bijwerkingen hebben, waardoor het vervelend is ze te gebruiken. De kans op bijwerkingen verschilt sterk per medicijn en per persoon, maar het is altijd nodig er rekening mee te houden. Het is aan te raden dat u leert om bijwerkingen te bespreken met uw arts. Soms zijn er namelijk eenvoudige oplossingen te bedenken of kunt u overstappen op andere medicijnen: zie de informatie hieronder. Lukt dat niet, dan is het van belang om met bijwerkingen te leren omgaan. Uw arts kan u hierover informeren.
Als u bijwerkingen ervaart die niet in de bijsluiter worden genoemd, kunt u deze melden bij Lareb, een organisatie die onderzoek doet naar bijwerkingen. Zie www.lareb.nl.
Informatie over bijwerkingen
Goed omgaan met bijwerkingen betekent allereerst dat u een bijwerking herkent. Zorg dus dat u op de hoogte bent van de bijwerkingen die een medicijn kan hebben. U krijgt die informatie van de arts en de apotheker. Een uitgebreide beschrijving vindt u op de bijsluiter. Bedenk dat u daar alle bijwerkingen vindt die ooit zijn gemeld. Een groot deel ervan is erg zeldzaam.
Een betrouwbare informatiebron is daarnaast het eerder genoemde www.apotheek.nl.
Vaak is er iets aan bijwerkingen te doen
Veel bijwerkingen gaan vanzelf over. Uw lichaam moet dan gewoon wennen het geneesmiddel. Als de bijwerking niet voorbij gaat, kan er in veel gevallen iets aan bijwerkingen worden gedaan. Er is een aantal mogelijkheden.
Aanpassen van de dosis
De eerste stap is vaak om in overleg met uw arts de dosis aan te passen, dus de hoeveelheid van het medicijn dat u gebruikt. Veel bijwerkingen zijn 'dosisafhankelijk': hoe meer u gebruikt, hoe groter de kans op bijwerkingen. Het omgekeerde is uiteraard ook waar. Als u minder van een medicijn gebruikt, neemt de kans op bijwerkingen af.
Het is natuurlijk wel belangrijk dat een medicijn de positieve werking behoudt. U heeft er niets aan als u verlost bent van de bijwerkingen, maar tegelijk weer klachten krijgt. Het belangrijkste doel blijft dat het medicijn u beschermt tegen klachten.
Pas nooit op eigen houtje de dosis aan, bijvoorbeeld door een pil om de dag te nemen of met een bepaald middel te stoppen. Overleg altijd eerst met uw arts.
Aanpassen van het middel
Als het niet lukt de dosering aan te passen, is de tweede stap vaak om een ander medicijn te kiezen. Er zijn vaak verschillende medicijnen tegen een bepaalde aandoening, dus er is een keuze.
Er is veel ervaring met medicijnen. Artsen gebruiken bij het voorschrijven vaak een stappenschema. Ze beginnen met een medicijn waarvan ze weten dat veel mensen er baat bij hebben, terwijl de bijwerkingen beperkt zijn. Dit geldt voor veel mensen, maar soms kan het zijn dat het medicijn bij u niet werkt of veel bijwerkingen heeft. De arts gaat dan naar de tweede stap: een ander medicijn dat ook vaak goed werkt. Soms is het nodig een derde stap te zetten en nog een ander medicijn voor te schrijven, als het tweede medicijn niet het gewenste resultaat geeft. Het voorschrijven van medicijnen is om deze reden soms een kwestie van uitproberen. Dat gebeurt dus niet willekeurig, maar op basis van stappenschema's.
Aanvullende medicijnen gebruiken
Bepaalde bijwerkingen kunnen worden bestreden met andere medicijnen. Een bijwerking zoals maagzuur kan bijvoorbeeld effectief worden bestreden met maagzuurremmers.
Dit alles betekent dit niet dat een bijwerking altijd helemaal verdwijnt. Soms lukt het slechts voor een deel, soms lukt het helemaal niet.
Toch is het altijd de moeite om te proberen iets aan een bijwerking te doen. Daarom is het ook altijd nuttig een bijwerking te melden aan de arts die de medicijnen heeft voorgeschreven of aan uw apotheker.
Er zijn ook bijwerkingen die alleen aan het begin van een behandeling optreden en daarna afnemen en vaak helemaal verdwijnen. Een voorbeeld is duizeligheid bij bloeddrukverlagers. De duizeligheid neemt echter binnen korte tijd af. Bij deze bijwerking is het dus een kwestie van even voorzichtig zijn met plotseling opstaan. Verder hoeft u er niets mee te doen.