De behandeling
Stoppen met medicijnen
De enige behandeling van medicatieafhankelijke hoofdpijn is om volledig te stoppen met alle medicijnen die u tegen uw hoofdpijn gebruikt. Dat gaat gepaard met ontwenningsverschijnselen, maar na enkele weken zullen de hoofdpijn en de andere klachten geleidelijk gaan afnemen. Na een tijdje is het dan weer mogelijk om met andere, betere behandelingen te beginnen.
Ontwenningsverschijnselen
Het verloop van de ontwenningsverschijnselen is ongeveer als volgt:
- Uw hoofdpijn zal na het stoppen erger worden. De eerste dagen nadat u bent gestopt met uw medicijnen kan uw hoofdpijn elke dag een beetje erger worden. Bovendien kunnen er andere klachten ontstaan: depressieve gevoelens, lusteloosheid, misselijkheid en slaapstoornissen. Deze periode kan zo'n drie weken duren.
- Na deze eerste weken zult u langzaamaan beseffen dat het niet meer uitmaakt of u nu wel of geen medicatie tegen hoofdpijn gebruikt. U heeft nog steeds klachten, met of zonder medicatie.
- Langzaamaan begint u steeds meer verbetering te voelen. Zowel de hoofdpijn als de andere klachten zullen afnemen. De klachten kunnen nog wel erg wisselend zijn: goede en slechte dagen wisselen elkaar af.
- Na drie tot zes maanden heeft u geen medicatieafhankelijke hoofdpijn meer. U kunt nog steeds hoofdpijn hebben, maar het gaat dan om de hoofdpijn die vroeger de reden was om medicijnen te gaan gebruiken.
Gevolgen
Het stoppen met medicijnen vraagt een grote inspanning. U voelt zich de eerste weken waarschijnlijk ellendig. De verleiding om toch weer een tablet te nemen is dan heel groot.
Het verloop van het ontwennen verschilt van persoon tot persoon. Veel mensen kunnen de eerste twee weken niet naar hun werk. Dat hoeft natuurlijk niet voor u te gelden. Maar geef uw werkgever geen garantie dat u na veertien dagen terug bent op uw werkplek. Ook thuis zult u een tijdje rustig aan moeten doen. Wanneer u kinderen heeft, raden wij u aan hulp te zoeken voor de periode waarin u stopt. Sommige mensen roepen huishoudelijke hulp in. Zorg er ook voor dat u zelf iemand heeft die voor u kan zorgen als dat nodig is.
Hulp en begeleiding
Omdat bijna niemand helemaal op eigen kracht kan stoppen, is het aan te raden dat u zich laat begeleiden, in ieder geval door uw huisarts. In de NHG-standaard voor huisartsen staat ook dat het belangrijk is dat de huisarts in de stopperiode regelmatig contact opneemt. Waarschijnlijk zal uw huisarts u een of meerdere keren per week bellen om te vragen hoe het gaat.
Sommige mensen lukt het niet om onder begeleiding van de huisarts te stoppen. Zij kunnen begeleiding krijgen van een neuroloog, soms met een ziekenhuisopname.
Natuurlijk heeft u ook de steun van uw directe omgeving nodig, van uw partner en kinderen, uw vrienden en uw collega’s. Leg de mensen in uw omgeving uit wat er aan de hand is en wat ze de komende maanden - de periode dat u stopt - van u kunnen verwachten. De kans is groot dat uw vrienden, familie en collega's u zo veel mogelijk zullen helpen en steunen.
Een nieuwe diagnose stellen
Na de ontwenning is het te raden om een goede diagnose te laten stellen. Misschien zult u de oorspronkelijke diagnose opnieuw te horen krijgen. Maar het kan ook zijn dat nooit een goede diagnose is gesteld, bijvoorbeeld omdat u indertijd niet met uw hoofdpijnklachten naar de huisarts bent gegaan.
Het stellen van een goede diagnose is van groot belang. De diagnose bepaalt welke behandeling u het beste kunt volgen. Een verkeerde diagnose betekent dus al snel een verkeerde behandeling - en daarmee schiet u (opnieuw) niets op.
Voorkómen is beter
Om medicatieafhankelijke hoofdpijn te voorkómen is het sterk aan te raden het gebruik van medicijnen te beperken. Overleg dit met uw arts. Als leidraad kunt u aanhouden:
- Gebruik niet vaker dan twee tot drie dagen per week paracetamol of NSAID's.
- Gebruik niet vaker dan tien dagen per maand triptanen.
- Als u een (zware) aanval heeft, kunt u deze maxima een keertje overschrijden, maar dit mag niet regelmatig gebeuren.
- Beperk het gebruik van cafeïnehoudende dranken: koffie, (ijs)thee, instantsoep (Cup-a-Soup) en bepaalde energiedranken. U kunt de volgende richtlijn gebruiken:
- De meeste mensen die cafeïnehoudende medicijnen en daarnaast niet meer dan 400 mg cafeïne per dag gebruiken, ondervinden geen problemen. Dit betekent dat de meeste mensen vijf kopjes koffie óf tien glazen cola óf tien kopjes thee kunnen drinken. Een combinatie kan natuurlijk ook. Let wel: de een is gevoeliger voor cafeïne dan de ander. We geven hier slechts een richtlijn.
- Als u medicijnen gebruikt die cafeïne bevatten, is het aan te raden het gebruik van koffie, (ijs)thee, energiedranken en cola verder te beperken, afhankelijk van de hoeveelheid cafeïne die uw medicijnen bevatten; overleg met uw arts of apotheek. Meer informatie over cafeïnehoudende producten vindt u op de website van het Voedingscentrum: www.voedingscentrum.nl.
- Als u al behandeld bent voor medicatieafhankelijke hoofdpijn, is het aan te raden nóg minder medicijnen te gebruiken dan hierboven beschreven. Gebruik dan niet vaker dan één keer per week medicijnen tegen hoofdpijn. In het verleden heeft u laten zien dat bij u de kans op medicatieafhankelijke hoofdpijn zeker aanwezig is. Daarom wordt aangeraden extra voorzichtig te zijn. Overleg in ieder geval met uw arts over uw medicijngebruik.
“Ik vertrouw mezelf niet helemaal. Ik heb immers al eerder ervaren dat ik het voorschrift van de arts aan mijn laars lap en weg kan glijden in een verslaving aan medicijnen. Daarom laat ik me ook nu nog begeleiden door de huisarts. Ik zie haar elke drie maanden. Dan praten we over hoe het met de hoofdpijn gaat en gaat zij mijn medicijngebruik na. Natuurlijk biedt deze begeleiding geen garantie, maar het helpt wel om me bij de les te houden...”