Problemen aanpakken
Wat kunt u doen?
Wanneer er problemen op uw werk ontstaan door uw aandoening, kunt u zowel steun zoeken bij anderen als zelf oplossingen bedenken.
Advies vragen
- Neem contact op met de arbodienst van uw werkgever. Maak op korte termijn een afspraak om met de bedrijfsarts over uw aandoening en de problemen op het werk te spreken. Vraag of de bedrijfsarts wil overleggen met uw werkgever.
- Maak daarnaast een afspraak bij een MEE-organisatie bij u in de buurt (zie www.mee.nl of bel: 0900 999 88 88). Zeg dat u hulp nodig heeft, omdat u bang bent uw baan kwijt te raken vanwege uw chronische aandoening. Neem alle officiële papieren van uw werkgever, zoals uw arbeidscontract enzovoort, mee.
- Om te bewijzen dat u een chronische aandoening heeft, schakelt u ook de behandelende specialist in. Leg het probleem uit en vraag om een brief waarin staat wat er met u aan de hand is, hoe uw belastbaarheid is, wat de belastbaarheid van mensen met een hypofyseaandoening in het algemeen is en wat de vooruitzichten voor de toekomst zijn.
Tip
Verwijs uw arts en werkgever naar de app 'Hypofyseaandoeningen en werk’. Hier vinden ze alle voor hen relevante informatie in een notendop. Deze app is te vinden op deze site en ook verkrijgbaar in de app-store.
Zelfmanagement
Leven met een hypofyseaandoening alleen al vraagt om een goede aanpak. Wanneer u wilt blijven werken, komen er meer zaken bij kijken. Door die zaken op een rijtje te zetten – zelfmanagement -, weet u precies wat u nodig heeft en kunt u meedenken over oplossingen. Bijvoorbeeld:
- tijd voor bezoekjes aan uw arts of een andere hulpverlener
- de mogelijkheid om te rusten, regelmatig pauzes in te lassen
- steun en begrip van uw leidinggevende en collega’s
- aanpassing van de werkomstandigheden, zoals een ander beeldscherm
- aanpassing van uw werktijd
- aanpassing van de werkdruk
- de mogelijkheid om thuis te werken
Mijn re-integratieplan
Deze online tool helpt u te achterhalen wat er van u en uw werkgever verwacht wordt, waarom u niet meer (volledig) kunt werken, welke aanpassingen en maatregelen er nodig zijn en hoe u de gesprekken met uw werkgever en bedrijfsarts kunt voeren. Zie www.mijnreintegratieplan.nl.
Openstaan voor verandering
Wees u er van tevoren van bewust dat u zich misschien zult moeten aanpassen. Bijvoorbeeld, een functie op een lager niveau moeten accepteren is voor de meeste mensen erg moeilijk. Als u er al een beetje op voorbereid bent, wordt het minder erg. Werk niet op eigen houtje aan uw terugkeer naar het werk. Het is een zaak van uzelf, de bedrijfsarts en de werkgever.
“Ik werk nog steeds in dezelfde branche en doe ook nog steeds hetzelfde werk, alleen de helft minder en vooral ook rustiger aan. En ik geef het op tijd aan als iets niet gaat.”
“Ik werk nog fulltime. Ik heb dit kunnen verdelen over 4 dagen van 9 uur, waardoor ik een vaste dag per week vrij heb. Op mijn dag (zoals ik die noem), hoef ik niets te doen. Ik ontspan en doe pas wat als ik het kan. Ik merk vaak dat ik na 13.30 uur actiever word en dingen ga doen, zoals huishoudelijke werkzaamheden en de boodschappen. Ik werk van maandag tot en met donderdag. Vrijdag is 'mijn dag', waardoor ik in tijdens het weekend weer genoeg energie voor de familie heb.”
“Alles geprobeerd, maar mijn klachten waren te ernstig om nog te kunnen werken, helaas. Het traject om dat te verwerken is voor mij nog moeilijker dan het traject daarvoor.”
“Andere functie gezocht, vanuit eigen initiatief. Werk minder uren, maar tijdens kantoortijden en op vaste dagen. Hierdoor heb ik een vast ritme en dat is belangrijk. Ook is het werk overzichtelijker en fysiek en emotioneel minder zwaar. Hierdoor kon ik drie dagen in de week werken.”