De bedrijfsarts
Contact met de bedrijfsarts
Wie in loondienst is en ziek wordt, krijgt vrijwel altijd te maken met een bedrijfsarts (of arbo-arts). Het doel van een bedrijfsarts is een zieke werknemer zo snel en verantwoord mogelijk in het arbeidsproces terug te krijgen. Vindt een bedrijfsarts dat u uw werk weer kunt hervatten, dan is dat bindend. Ook al zegt uw eigen huisarts iets anders. Bent u het niet met het advies eens, dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Zie voor de brochure deze weblink van het UWV.
“Informeer de werkgever/leidinggevende en bedrijfsarts en onderbouw dit met documentatie van de Hypofyse Stichting. Schakel de bedrijfsarts in. Voorzie het UWV eveneens van informatie van de Hypofyse Stichting. Ga in beroep en maak bezwaar indien nodig. Als bezwaar (=rechtszaak) nodig is, schakel dan een advocaat in die gespecialiseerd is in WAO/WIA-zaken. Dit is mijn redding geweest: 8 jaar na eerste aanvraag en afwijzing door het UWV heb ik alsnog met terugwerkende kracht een WAO-uitkering gekregen dankzij de advocaat.”
“Zorg dat de arbo-arts begrijpt wat u heeft en wat uw beperkingen zijn met behulp van folders, mri-beelden, uitleg van de endocrinoloog enzovoort. Hij kan u helpen in het moeilijke traject met het UWV. Twijfel nooit aan hetgeen jezelf voelt!”
“Mijn bedrijfsarts nam de aandoening in eerste instantie licht op, waardoor ik het gevoel had dat ik mezelf aanstelde en achteraf gezien te snel weer aan het werk ben gegaan.”
“Ik heb geluk gehad met een vrouwelijke bedrijfsarts. Die weten wat hormonen kunnen doen. Ik heb veel meer begrip dan onbegrip mogen meemaken. Voor veel mensen is de hypofyse een onbekend gebeuren. Op dit gebied heb ik veel aan de Hypofyse Stichting gehad. Want hoe dan ook, zonder hypofyse ben je toch “anders” geworden.”
Actief plannen maken
Het doel van het maken en uitvoeren van plannen voor de toekomst is te laten zien aan de werkgever, bedrijfsarts en verzekeringsarts dat u ook zelf werkt aan het verbeteren van uw arbeidsgeschiktheid. Dat is in uw voordeel, mocht het tot een uitkeringssituatie komen.
Kijk ook naar uw eigen prioriteiten. Gezondheid, werken en alles wat daar mee te maken heeft moeten nu op de eerste plaats komen. Niet iedereen zal het hier mee eens zijn, maar de meeste bedrijfsartsen hebben dit standpunt wel en daarom moet u er rekening mee houden. Bouw vrijetijdsactiviteiten, in ieder geval voorlopig, af. Het past niet in het beeld wat artsen hebben van een arbeidsongeschikte om hobby's en vrijwilligerswerk gewoon door te laten gaan in een periode van arbeidsongeschiktheid. Ga zelf actief om met uw gezondheidsprobleem. Werk, als dat kan, aan verbetering van uw algemene conditie. Vertel aan de bedrijfsarts en verzekeringsarts wat u zelf allemaal doet om fitter te worden.
Actief omgaan met deskundigen
U moet laten zien dat het uw bedoeling is om weer terug te keren in het arbeidsproces. Werk samen met de deskundigen, zoals de arts van de Arbodienst of de bedrijfsarts, werk niet tegen. Volg hun adviezen op. Vertel later wat wel of niet gelukt is. Artsen hebben te maken met beroepsgeheim, zij mogen dus nooit zomaar informatie aan elkaar doorgeven. Hiervoor moeten ze altijd toestemming van de patiënt vragen.
“Vertel hoeveel uur je per dag en week aan kan. Of er daarnaast nog meer van je gevraagd mag worden. Wat belangrijk is om te vertellen over cortisol, de gevolgen voor het geheugen, het belang van dingen noteren enzovoort. Bespreek het en meld het als er dingen niet goed gaan, omdat je te moe of ontregeld bent. Zeg wat je kan, wat je sterke punten zijn, of welke onderdelen je goed beheerst. Bedenk wat je leuk vindt en zoek hier werk in. Schrijf brieven, bel en vraag een gesprek aan. Zeg dat werk niet gaat.”
Samenwerking huisarts, specialist, bedrijfsarts
De behandelend arts mag alleen feitelijke medische informatie over de ziekte overleggen met de bedrijfsarts. Hij mag nooit zijn mening geven over de arbeidsmogelijkheden van zijn of haar patiënt. De bedrijfsarts mag de informatie dus alleen gebruiken om te onderzoeken in hoeverre u kan werken. Informatie van de (huis)arts kan de bedrijfsarts helpen om u zo goed mogelijk te begeleiden. Vooral bij ziekteverzuim is een goede samenwerking tussen huisarts, endocrinoloog en bedrijfsarts belangrijk.
“Het is belangrijk dat je je zelf ook verdiept in je eigen ziekte. Huisartsen weten dikwijls weinig van deze kwaal af en dat is ook niet erg, maar praat jouw huisarts wel bij. Ook mijn endocrinoloog heeft niet zo veel patiënten met deze ziekte, maar in mijn geval was dat eerder een voordeel dan een nadeel.”
“Bij de endocrinoloog is het belangrijk dat hij of zij niet alleen naar de getallen kijkt van je bloeduitslagen, maar je ook de gelegenheid geeft om te vertellen over de dagelijkse gang van zaken. De uitslagen kunnen goed zijn, maar dat betekent nog niet dat alles vlekkeloos gaat.”
“Ik denk dat bedrijfsartsen en huisartsen weinig van de aandoening weten. Ik heb het Zorgboek Hypofyseaandoeningen aan de huisarts gegeven. Er is verschil in de aanpak van de endocrinologen, dus vraag een second opinion aan bij twijfel.”
De bedrijfsarts en u zijn het niet eens
Stel dat de bedrijfsarts wil dat u een paar uur gaat werken, maar u ziet dat nog niet zitten, wat kunt u het beste doen?
Uw goede wil tonen…
Vraag waarom de bedrijfsarts dat wil gaan proberen. Volg de adviezen van de bedrijfsarts op, ook al denkt u zelf dat het weinig zin heeft. Laat zien dat u het wilt proberen.
…maar wel heel duidelijk zijn als het niet gaat
Laat, als het niet lukt, zien aan het leidinggevende en uw collega’s dat het niet gaat. Probeer u niet groot te houden. Schaam u niet als u fouten maakt. Maak duidelijk dat u het niet kunt! Zorg ervoor dat ze achter u staan en meld u weer ziek bij personeelszaken. Vertel ook daar dat u het heeft geprobeerd en dat het niet lukt. Zorg ervoor dat ook zij achter u staan. Maak meteen een nieuwe afspraak met de bedrijfsarts. Vertel wat er is gebeurd en wat er wel en niet goed ging.
Als u er met de bedrijfsarts niet uitkomt, kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Zie deze weblink voor de brochure over dit onderwerp.
“Het verschil tussen arbo-artsen is groot. De ene arbo-arts had veel begrip en heeft mij rustig laten re-integreren. Bij terugval kreeg ik een andere arbo-arts die mij weer beter meldde. Vraag binnen 14 dagen een second opinion aan bij het UWV.”
“Ik zit in een re-integratietraject op mijn werk en dit verloopt moeizaam. Ik werkte eerst 50 % maar dat bleek niet haalbaar. Momenteel werk ik niet en wordt er via de bedrijfsarts verder gekeken in hoeverre ik belastbaar ben qua arbeid. Dit gebeurt via een inventarisatie met een beperkingenlijst en in navolging daarop een arbeidsdeskundigheidsonderzoek.”
Ontslag?
De werkgever heeft na de loondoorbetalingsperiode van 2 jaar de mogelijkheid om het dienstverband te ontbinden. Het moet dan wel duidelijk zijn dat de werkgever al het mogelijke heeft gedaan in het kader van re-integratie om tot arbeidsaanpassing te komen.