Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)

Na twee jaar: de WIA

Een WIA-uitkering dient u zelf aan te vragen. Als de aanvraag door het UWV is ontvangen, worden eerst de re-integratieinspanningen van werknemer en werkgever getoetst.

Als het UWV na de toetsing van het re-integratieverslag en de bijbehorende bijlagen concludeert dat u en uw werkgever zich voldoende hebben ingezet voor re-integratie volgt een oproep voor de WIA-beoordeling door de verzekeringsarts van het UWV.

Van WAO naar WIA

Sinds 1 januari 2006 is de WAO vervangen door de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WIA wil werknemers, bij ziekte en gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid, zoveel mogelijk aan het werk houden. Het gaat er niet langer om wat men niet meer kan, maar juist om wat men nog wél kan. Wie redelijkerwijs nog 65% van zijn oude inkomen kan verdienen, valt niet onder deze regeling.

De verzekeringsarts is gebonden aan de regelgeving van de overheid. De regelgeving bepaalt dat niet de ernst van de ziekte, beperkingen en sociale arbeidshandicap iemand recht geven op een arbeidsongeschiktheidsverzekering, maar het feit dat iemand door ziekte, beperkingen en sociale en arbeidshandicap minder kan verdienen dan een gezond persoon met dezelfde opleiding en werkervaring.

“Ik heb twee jaar geworsteld om terug te komen, maar dit bleek niet te gaan. Problemen werden geweten aan burn-out (hoge werkdruk). Na een uitgebreid psycho-diagnostisch onderzoek bleek er een duidelijke relatie te zijn met het hypofyseprobleem. Naar aanleiding hiervan wordt nu het keuringstraject bij het UWV in werking gezet.”