Tips voor het voeren van gesprekken

Praten met de bedrijfs- en verzekeringsarts

• Bereid u voor en neem iemand mee. Deze persoon heeft als taak goed te luisteren naar wat de arts zegt (twee horen meer dan één) en aantekeningen te maken.
• Ga uit van een zakelijke en vriendelijke benadering. Probeer emoties zoveel mogelijk te vermijden.
• Neem de verpakkingen (overzicht)van uw medicijnen en schriftelijke gegevens over bloed- en andere onderzoeken mee. Neem een brochure mee over uw aandoening van de Nederlandse Hypofyse Stichting of informatie van het ziekenhuis.
• Maak niet meer werk van uw uiterlijk dan logisch en praktisch is voor iemand in uw omstandigheden. Draag geen kleding die de indruk geeft dat u klaar bent voor een werkdag (want dat bent u niet). Doe tijdens het gesprek niet alsof het allemaal wel meevalt.
• Vraag aan de specialist of uw huisarts om een brief waarin staat wat er met u aan de hand is, welke behandeling u krijgt, hoe uw belastbaarheid is. Vraag of de arts ook iets wil schrijven over de belastbaarheid in het algemeen van mensen met een hypofyseaandoening, de vooruitzichten voor de toekomst enzovoort.

• “Zorg voor een duidelijke brief van de internist en andere (para) medici. Bepaalde klachten, zoals geheugenvermindering en concentratiestoornissen, zijn te meten. Dit kan door neuro-cognitief onderzoek. Mocht het UWV daar vragen over hebben, stel dan voor om een dergelijk onderzoek te doen. Hetzelfde geldt voor fysieke belastbaarheid. De endocrinoloog moet duidelijk maken dat de belastbaarheid van iemand met een hypofyseaandoening vaak heel wisselend is. Dit is vaak een bron van onbegrip. Neem altijd iemand mee naar de gesprekken. Bereid je gesprek goed voor. Wat wil jij weten en bereiken in het gesprek? Neem contact op met het juridisch steunpunt van de CG-raad bij conflicten.”

• Bekijk zelf vooraf de FML (Functionele Mogelijkheden Lijst) voordat u met uw bedrijfsarts praat en als u twee jaar ziek bent, voordat u met de verzekeringsarts praat. Deze lijst geeft een overzicht van de mogelijkheden die iemand nog heeft om arbeid uit te voeren op basis van zijn of haar lichamelijke en psychische mogelijkheden. Het niet de bedoeling dat u een ingevulde FML aan de arts overhandigt.

• “Vraag om een verzekeringsgeneeskundig rapportage en FML voor het gesprek met de arbeidsdeskundige. Maak duidelijk dat u juridische stappen kunt en zult ondernemen om uw gelijk te krijgen.”

• Vertel over uw eigen plannen en activiteiten die moeten zorgen voor verbetering van de situatie.
• Laat het merken als u het moeilijk vindt met uw aandoening om te gaan. Vraag of de bedrijfsarts suggesties heeft en of er mogelijkheden voor hulp zijn, zoals een psycholoog.
• Bedenk van te voren wat u gaat vertellen over wat er medisch gezien met u aan de hand is. Schrijf in het kort op welke aandoening u heeft, wat deze hypofyseaandoening voor effect heeft op het menselijk lichaam - ga er niet vanuit dat de artsen met wie u spreekt het wel zullen weten, wat dat is vaak niet zo! - en hoe u zich voelt wat betreft energie, kracht en concentratievermogen. Leer dit zoveel mogelijk uit uw hoofd. Dit verhaal kunt u ook in andere situaties gebruiken als mensen u vragen wat er met u aan de hand is.

• “Bedrijfsartsen weten weinig van de effecten van een hypofyseaandoening. Zorg dat u informatie van de behandelend arts bij u heeft!”

• Als u het idee heeft dat de bedrijfsarts uw (medische) verhaal niet begrijpt of dat een gesprek helemaal de verkeerde kant uitgaat, vraag dan of hij/zij contact op wil nemen met uw huisarts of behandelend specialist. Wil hij/zij zelf geen contact opnemen, vraag dan om een brief van de behandelende specialist en stuur die na.
• Maak duidelijke afspraken over wat de bedrijfsarts aan uw directe baas gaat vertellen.
• Meld tijdens het gesprek met uw bedrijfsarts of verzekeringsarts ook eventuele andere kwalen en kwetsbaarheden, zoals allergieën, die bepaalde functies moeilijk of onmogelijk zouden maken.
• Schrik tijdens het gesprek met uw bedrijfsarts of verzekeringsarts niet van de gedetailleerde vragen over uw huidige dagbesteding. Vragen als: wat doet u vanaf het moment dat u opstaat? Hoe pakt u thuis de dagelijkse dingen aan? Wat zijn uw hobby’s? Doet u vrijwilligerswerk? Geef concreet aan wat uw mogelijkheden en beperkingen zijn: wat kunt u, hoeveel, hoe lang, wat zijn de consequenties als u over uw grens gaat, wat is uw hersteltijd? Baseer u ondermeer op uw dagverhaal.

Geen emoties, maar feiten

Houd u bij de feiten over uw klachten. Houd een dagboek bij. Artsen hebben niets aan emoties. Zij willen feiten hebben. Wat zijn de klachten en concrete acties om weer beter te worden? Maak uw arbeidsbeperkingen inzichtelijk. Leg vast wat uw beperkingen zijn en wat de concrete gevolgen zijn voor uw arbeidsmogelijkheden. Vertel wat uw dagindeling is: ‘Wat doet u op een gemiddelde dag?’ Laat zien hoe uw sociale leven eruit ziet. Neem medische stukken mee. Vertel wat u al heeft gedaan om uw klachten te verminderen. Gelden uw arbeidsbeperkingen alleen in uw huidige functie of zouden ze ook optreden in een andere werkomgeving?

• Stel een actueel 24-uurs dagverhaal op. Laat zien wat uw activiteiten en rustmomenten zijn op een goede en een slechte dag, welke vermoeidheidsklachten en beperkingen u ervaart en in welke mate. Kijk ook of er verbanden en patronen zichtbaar zijn in uw dagverhaal. Zijn er consequenties als u sommige handelingen toch uitvoert? Heeft u hersteltijd nodig na bepaalde activiteiten? Voelt u zich ’s ochtend beter dan ’s avonds? Laat tot slot in een apart week- of maandverhaal zien hoe vaak goede en slechte dagen voorkomen.
• Beschrijf ook dat wat u niet meer kan.
• Maak ook een overzicht van de keuzes die u noodzakelijk moet maken en welke activiteiten voor u niet meer haalbaar, zoals bezoekjes in de avond of verjaardagsfeestjes. Vraag aan mensen in uw omgeving om hierover mee te denken. Wat deed u vroeger wel en nu niet meer?
• Let op! Tijd en energie die gaan zitten in zorgtaken thuis tellen niet mee als argument voor de beperking van werktijd en werkduur.
• Oefen het gesprek met iemand. Zo traint u uzelf in het reageren op kritische vragen, het onder woorden brengen van uw klachten, beperkingen en verdere gevolgen in uw persoonlijk leven, en het geven van aansprekende voorbeelden. Belangrijk zijn daarbij ook de vragen over uw dagbesteding.
• Vraag om twee weken uitstel als het UWV u uitnodigt voor een gesprek met de verzekeringsarts en u nog niet klaar bent met de voorbereiding. Ga er niet mee akkoord als het UWV het gesprek met de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige op dezelfde dag plant. Bij spanning en vermoeidheid is één intensief gesprek op een dag meer dan voldoende. Bovendien vergt ook een gesprek met een arbeidsdeskundige enige voorbereiding, zoals het bestuderen van de ingevulde FML en bijbehorende uitgebreide rapportage van de verzekeringsarts. Vraag het UWV het gesprek met de arbeidsdeskundige niet eerder te plannen dan twee weken na de ontvangst van de stukken van de verzekeringsarts.
• Maak uw eigen arbeidsongeschiktheidsadministratie: maak in uw dagboek waarin u uw klachten bijhoudt, ook verslagen van uw bezoeken aan bedrijfsarts, verzekeringsarts en arbeidsdeskundige.
• Bewaar alle communicatie goed. Bij voorkeur tot alles achter de rug is en dan zeker nog voor een aantal jaren.
• De Nederlandse Hypofyse Stichting is aangesloten bij de Centrale Gezondheidsraad. Op basis hiervan kun u gratis ondersteuning krijgen bij het juridisch steunpunt van de Centrale Gezondheidsraad. Zie voor verdere informatie hierover www.juridischsteunpunt.nl
• Ga niet te snel in uren terug. Mocht het namelijk tot een (gedeeltelijke) afkeuring komen, dan wordt die gebaseerd op het laatst verdiende loon.

• “Zorg ervoor dat alles vanaf het begin goed beschreven op papier staat inclusief data en medische gegevens. Zoek zelf contact met de arbo-arts en het UWV, zij kunnen u helpen. Ga niet zelf terug in uren, maar laat dit altijd binnen het re-integratietraject vallen, zodat u qua uitkering recht houdt op uw oorspronkelijke uren.”
• “Ik ben in december 2011 geopereerd aan een hypofysetumor en werd na een ziekteperiode gekort op mijn salaris. Ik ben daardoor volledig gaan werken en moest mij, ook door mijn ziekte en bijkomende aandoeningen, weer ziek melden bij mijn werkgever. Mijn tip: zorg dat je voldoende hersteld bent, eer je weer aan het werk gaat. Doe je dit niet dan blijf je zowel lichamelijk als geestelijk aan het sukkelen waardoor je in een vicieuze cirkel kan komen.”

• Heeft u een WIA-hiaatverzekering? Hoewel met de WIA het zogeheten WAO-gat is komen te vervallen, blijven nieuwe risico's op inkomensachteruitgang bestaan. Vraag aan uw werkgever of hij een collectieve verzekering heeft getroffen voor het WGA-hiaat.
• Houd actief contact met de werkgever. Ook hier is het de bedoeling dat u laat zien dat u uw werk wilt behouden. Wacht niet af totdat zij op bezoek komen of bellen. Informeer de collega’s en de leidinggevende regelmatig. Ga er zelf regelmatig naar toe en toon belangstelling naar het bedrijf en de collega’s. Vertel wat u aan het doen bent om uw gezondheid te verbeteren. Denk ook hier weer aan uw uiterlijk! Als ze denken dat u vast niet zo heel erg ziek bent omdat u er zo goed uitziet, vertel dan iets over de belangrijkste klachten waar u last van heeft. Of neem schriftelijke informatie mee over de ziekte.

Stel:

Na twee jaar arbeidsongeschiktheid krijgt u sollicitatieplicht en het advies om ander werk te gaan zoeken. Een deskundige van het UWV constateert dat u geen beperkingen heeft. Bij een herkeuring krijgt u te horen dat u voor dertig uur arbeidsgeschikt bent.

Advies:

Ga naar het UWV een nieuw plan van aanpak voor een omscholingstraject. Vraag om begeleiding, zoals bijvoorbeeld een coach. Toon ze de brief van de specialist. Zeg dat u duidelijk wilt hebben wat uw lichamelijke en geestelijke mogelijkheden en beperkingen zijn en dat u dan pas kunt gaan solliciteren. Vraag om een belastbaarheidsonderzoek en een test voor concentratieproblemen, omgaan met stress enzovoort. Vraag naar de opleidings- en stagemogelijkheden.

In het kort: lees hier meer over arbeidsongeschiktheid.

U bent al jong ziek, of gehandicapt? Lees hier meer informatie over de Wajong.