Te weinig hormonen
Vervangende hormonen
Als de hypofyse te weinig hormonen aanmaakt, worden deze hormonen vervangen. Vandaar dat een behandeling met medicijnen ook wel substitutietherapie wordt genoemd: substitutie is een ander woord voor vervanging.
- Soms worden de hormonen van de hypofyse zelf vervangen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij groeihormoon.
- Soms wordt er een stap overgeslagen: niet de hypofysehormonen zelf worden vervangen, maar de hormonen van de organen die door de hypofyse worden aangestuurd. Bijvoorbeeld: als de hypofyse te weinig schildklierstimulerend hormoon maakt, wordt de schildklier onvoldoende gestimuleerd om hormonen aan te maken. Het gevolg is dat er te weinig schildklierhormoon in het lichaam is. Bij een behandeling met medicijnen wordt ervoor gekozen om direct het schildklierhormoon aan te vullen.
Soms is het ook mogelijk de werking van de hypofysehormonen te versterken. Dit gebeurt met behulp van agonisten, zogenaamde versterkers: stoffen die het effect van een hormoon nabootsen. Ze hechten zich vast aan een lichaamscel en zorgen er zo voor dat de cel sterker reageert op de hormonen.
Gemaakt in het laboratorium
De hieronder beschreven hormonen zijn bijna allemaal synthetisch: ze worden gemaakt in het laboratorium. De techniek om hormonen te maken is betrekkelijk nieuw: synthetisch (recombinant) menselijk groeihormoon bijvoorbeeld is sinds 1985 beschikbaar. In het verleden werden er hormonen uit de hersenen van overleden mensen gehaald.
Bijwerkingen
Bij de hieronder beschreven behandelingen is het de bedoeling dat het evenwicht in het lichaam wordt hersteld, dat alles weer 'normaal' wordt. Bij een juiste behandeling zijn er geen of weinig bijwerkingen. De dosis luistert echter heel nauw: bij een verkeerde dosis kunnen de hieronder beschreven hormonen ernstige bijwerkingen geven. Daarom is het erg belangrijk dat u zich aan de voorgeschreven dosis houdt.
Als u klachten krijgt, is de dosis waarschijnlijk niet goed afgesteld. U kunt dan klachten krijgen die horen bij een overschot aan bepaalde hormonen. Bijvoorbeeld: eerst heeft u een te traag werkende schildklier, bij te veel hormonen krijgt u klachten die bij een te snel werkende schildklier horen. Deze klachten verdwijnen zodra u de juiste dosis krijgt.
Wisselwerking
Hormonen kunnen de werking van verschillende andere medicijnen beïnvloeden. Het tegenovergestelde kan ook gebeuren. Dit heet wisselwerking. Uw arts zal u hier verder over informeren.
Te weinig groeihormoon
Aan het gebruik van groeihormoon zijn een aantal voorwaarden verbonden. Bij volwassenen moet er bijvoorbeeld sprake zijn van een ernstig tekort aan groeihormoon: dit moet eerst zijn aangetoond met een test.
Groeihormoon wordt toegepast bij verschillende ziektebeelden. Bijvoorbeeld bij groeihormoondeficiëntie, maar bijvoorbeeld ook bij het syndroom van Turner, het Prader-Willi syndroom en chronische nierinsufficiëntie. Bij ieder ziektebeeld gelden speciale aandachtspunten bij het gebruik van groeihormoon. Er moet dan ook altijd een aanvraag worden ingediend voor behandeling met groeihormoon. Uw arts kan u hierover informeren.
Overzicht
- somatropine (Genotropin®, Humatrope®, Norditropin®, NutropinAq®, Omnitrope®, Zomacton®)
Injectie
Groeihormoon moet een keer per dag – in de avond – ingespoten worden onder de huid (subcutane injectie). Vanaf daar verspreidt het zich via de bloedvaatjes door het lichaam.
Het inspuiten kunt u zelf doen. Een hulpverlener zal u eerst uitleggen hoe dat moet. Er zijn verschillende toedieningssystemen: met of zonder naald. Welk systeem het meest geschikt is, is afhankelijk van uw persoonlijke situatie.
Bij de naaldloze toedieningssystemen wordt het middel door de huid heen, met hoge druk, in het onderhuids vetweefsel gebracht. Bij de systemen mét naald moeten er meestal (zeer dunne) naaldjes op een soort pen gedraaid worden. Zo’n pen is vergelijkbaar met een insulinepen voor diabetici.
Het is beter steeds op een andere plek te spuiten. Daarmee voorkómt u dat er putjes in de huid verschijnen. Door de injecties kan namelijk lipoatrofie ontstaan: plaatselijke afname van het onderhuids vetweefsel.
Meer informatie over de verschillende toedieningssystemen en de beste spuittechniek vindt u op de website van de Verpleegkundigen Werkgroep Groeihormoon: www.vwgroeihormoon.nl.
Te weinig schildklierstimulerend hormoon
Als de hypofyse de schildklier onvoldoende stimuleert, is er te weinig schildklierhormoon in het lichaam. Zo’n tekort wordt ook wel hypothyreoïdie genoemd. Bij behandeling wordt ervoor gekozen om direct het schildklierhormoon aan te vullen.
Overzicht
- levothyroxine (Eltroxin®, Euthyrox®, Levothyroxine, Thyrax®, Thyrofix®, Thirosint®)
- liothyronine (Cytomel®)
Bijzonderheden
- U krijgt deze middelen in tabletvorm. Het is belangrijk dat u de middelen elke dag op dezelfde wijze inneemt. Bij voorkeur op een lege maag: het middel wordt slecht opgenomen als zich ook voedsel in de maag bevindt.
- De opname van schildklierhormoon in het maagdarmkanaal wordt verminderd door bepaalde medicijnen, onder meer antacida (middelen tegen maagzuur, bijvoorbeeld Rennies), calciumtabletten, ijzertabletten en galzuurbindende harsen (tegen hoog cholesterol), zoals colesevelam en colestyramine. Neem het schildklierhormoon ten minste twee uur vóór of vier uur na het antacidum in. Neem het schildklierhormoon ten minste vier uur vóór het galzuurbindende hars in. Overleg met uw arts.
- Als u start met schildklierhormoon kan de werking van cumarinederivaten (antistollingsmiddelen) worden versterkt. U heeft hierdoor kans op een bloeding. Meld het daarom bij de trombosedienst als u met deze middelen start.
Te weinig bijnierschorsstimulerend hormoon
Doordat de hypofyse de bijnierschors onvoldoende stimuleert, maakt de bijnierschors te weinig cortisol aan. Er ontstaat een tekort, oftewel: bijnierschorsinsufficiëntie. Dit is te vergelijken met de ziekte van Addison. Bij behandeling wordt ervoor gekozen om direct de hoeveelheid cortisol aan te vullen.
Overzicht
- cortison (Cortison)
- hydrocortison (Hydrocortison)
- prednisolon (Prednisolon)
- prednison (Prednison)
Bijzonderheden
- U krijgt deze middelen in tabletvorm. Om het natuurlijk patroon zoveel mogelijk na te bootsen, wordt de totale dosis over de dag verdeeld. U moet dus meerdere keren per dag een tablet innemen.
Pas op voor een Addisoncrisis
Normaal gesproken maken gezonde bijnieren – onder invloed van de hypofyse – in bepaalde situaties extra bijnierschorshormoon (cortisol) aan. Het gaat dan om stresssituaties. Er is sprake van een lichamelijke stresssituatie bij koorts, infecties, medische (poliklinische) ingrepen, braken en diarree. Ook bij psychische stresssituaties gaat normaal gesproken het cortisolgehalte omhoog.
In dit soort situaties kan het nodig zijn dat u zelf de medicijndosis verhoogt. Uw arts zal u vertellen in welke situaties u de dosis moet veranderen en hoe hoog deze moet zijn. Overleg bij twijfel met uw arts. Zie voor het landelijk stressschema: BijnierNET.
Waarschuw bij braken altijd direct de arts! Wanneer u door braken (of door ernstige diarree) de medicijnen niet kunt innemen of binnenhouden, moeten de medicijnen zo snel mogelijk per injectie worden toegediend. Het kan zelfs zijn dat u tijdelijk in het ziekenhuis moet worden opgenomen zodat de medicijnen per infuus kunnen worden toegediend.
Ingrijpen bij een dreigende Addisoncrisis
In bepaalde situaties kan er plotseling een ernstig tekort aan cortisol ontstaan. Er is dan sprake van acute bijnierschorsinsufficiëntie. Deze staat ook wel bekend als Addison-crisis.
In zo’n acute situatie moet er onmiddellijk worden ingegrepen: het tekort aan cortisol moet zo spoedig mogelijk worden aangevuld. Dit gaat het snelst als het vervangende middel via een injectie wordt toegediend.
Het inspuiten kunt u zelf doen. Een hulpverlener zal u eerst uitleggen hoe dat moet. Het is belangrijk dat u uw medicijnen en naalden altijd bij u draagt. Bij de patiëntenvereniging NVACP (www.nvacp.nl) kunt u de ‘SOS-kaart’ downloaden, hierop staat vermeld wat omstanders kunnen doen bij een acute bijnierschorsinsufficiëntie. Met het oog op vakanties in het buitenland is de tekst ook in het Engels opgenomen. Zie voor meer informatie ook BijnierNET.
Overzicht
De volgende middelen kunnen worden voorgeschreven bij een acute bijnierschorsinsufficiëntie:
- hydrocortison (Hydrocortison, Solu-Cortef®)
- prednisolon (Di-Adreson-F®, Prednisolon)
- dexamethason (Dexamethason, Oradexon)
Te weinig geslachtsklierstimulerende hormonen
Doordat de hypofyse de geslachtsklieren (eierstokken en zaadballen) onvoldoende stimuleert, maken deze te weinig hormonen aan. De behandeling bestaat meestal uit het aanvullen van de geslachtshormonen.
Bij vrouwen worden vanaf de overgang nauwelijks nog vrouwelijk geslachtshormonen, oestrogenen, aangemaakt en is het niet nodig deze hormonen aan te vullen. Bij mensen met een kinderwens is het belangrijk dat ook de geslachtsklierstimulerende hormonen zelf worden aangevuld. Als u een kinderwens heeft, wordt u ook doorverwezen naar een fertiliteitsarts, een deskundige op het gebied van vruchtbaarheid.
Overzicht – geslachtshormonen vrouwen
Bij vrouwen wordt in ieder geval het belangrijkste hormoon oestradiol vervangen. Er zijn verschillende soorten oestrogenen, en u kunt daarom verschillende middelen naast elkaar voorgeschreven krijgen. De meeste middelen bevatten ook progesteron. Dat is omdat het alleen toedienen van oestradiol aan vrouwen die nog een baarmoeder hebben op termijn kan leiden tot kanker van het baarmoederslijmvlies. Om dit te voorkomen wordt progesteron toegevoegd: zodoende wordt het slijmvlies regelmatig afgestoten.
- estradiol (Cetura®, Estradiol, Estrofem®, Progynova®, Systen®, Vagifem®, Zumenon®)
- estriol (Synapause-E3®)
- geconjugeerde oestrogeen (Dagynil®)
Zoals gezegd wordt ook het hormoon progesteron wordt vervangen. De synthetische vorm van dit hormoon heet progestageen.
- dydrogesteron (Duphaston®)
- levonorgestrel als hormoonspiraal (Mirena®)
- lynestrenol (Orgametril®)
- medroxyprogesteron (Megestron®, Provera®)
- norethisteron (Primolut N®)
- progesteron (Lutinus®, Utrogestan®)
Er is ook een aantal combinatiemiddelen:
- estradiol/drospirenon (Angeliq®)
- estradiol/dydrogesteron (Femoston®, Femoston continu®)
- estradiol/norethisteron (Activelle®, Kliogest®,Trisequens®)
- oestrogenen geconjugeerd/bazodoxifeen (Duavive®)
Bijzonderheden
- U krijgt deze middelen in tabletvorm. De middelen zijn ook verkrijgbaar als huidpleister.
- Door de combinatie van oestrogenen en progesteron wordt de natuurlijke menstruatiecyclus zoveel mogelijk nagebootst. In de anticonceptiepil ('de pil') worden deze stoffen ook met elkaar gecombineerd, maar bij de anticonceptiepil is er een 'stopweek' na 3 weken. Bij deze middelen is dat niet zo, het gaat immers om vervanging van hormonen. Omdat deze middelen als medicament worden gebruikt, worden ze altijd vergoed door de zorgverzekeraar, bij de anticonceptiepil is dat niet zo.
- Toch gebeurt het wel dat de anticonceptiepil wordt gebruikt om de geslachtshormonen aan te vullen. Dit heeft echter alleen zin als er ook anticonceptie nodig is, bij vrouwen met een tekort aan geslachtsklierstimulerende hormonen is dit over het algemeen niet het geval.
- Soms krijgen vrouwen met een hypofyseaandoening (tekort aan geslachtsklierstimulerende hormonen) toch de anticonceptiepil voorgeschreven, met het advies de stopweek over te slaan en door te slikken.
- Door het gebruik van oestrogenen neemt het risico op trombose toe. De arts zal daarom vragen of u ooit trombose heeft gehad en of het in uw familie voorkomt. Toch is het risico nog steeds klein, maar wees bedacht op de verschijnselen van trombose: een pijnlijk en gezwollen been, benauwdheidsklachten. Neem direct contact op met uw huisarts als deze klachten zich voordoen.
Aanvullende opmerking
De bijsluiters van de medicijnen die oestrogeen vervangen bevatten vooral veel informatie voor vrouwen die in de overgang zijn geweest. Er wordt bijvoorbeeld ingegaan op het risico van kanker. Deze informatie gaat ook op voor andere groepen, maar in mindere mate. Vraag hier de voorschrijvend arts naar.
Overzicht – geslachtshormonen mannen
Bij mannen wordt het belangrijkste hormoon testosteron vervangen.
- testosteron (Andriol®, Androgel®, Nebido®, Sustanon®, Testavan®, Tostran®)
Bijzonderheden
- U krijgt de middelen als gel of via een injectie. Toediening van testosteron via de huid (in de vorm van een gel) geeft de meest gelijkmatige concentraties in het bloed. Ook het middel Nebido®, dat moet worden ingespoten, geeft stabiele waarden: dit middel wordt echter niet vergoed door de zorgverzekeraar en wordt daarom weinig voorgeschreven.
- De gel moet afhankelijk van het preparaat op de huid van de schouders, armen, buik of dijen worden gesmeerd. Alleen op gezonde huid en niet op de geslachtsdelen: daar kan de alcohol in het middel een te sterke irritatie veroorzaken.
- Zorg ervoor dat uw naasten niet in contact komen met de gel. Dit kan namelijk leiden tot mannelijke kenmerken als baardgroei en een zwaardere stem en dergelijke. Bedek daarom het ingesmeerde lichaamsdeel met een kledingstuk. Let vooral op met kleine kinderen: zij kunnen spontaan om uw nek gaan hangen of met u knuffelen.
- Een injectie krijgt u een keer in de drie weken (Sustanon®) of een keer in de tien tot veertien weken (Nebido®). Het middel moet worden ingespoten in een spier, daarom moet de injectie worden gegeven door een arts of verpleegkundige.
- Testosteron verhoogt de kans op prostaatkanker. Bij mannen op wat hogere leeftijd wordt hierop regelmatig gecontroleerd met een PSA-meting in het bloed. Als de controles niet worden aangeboden, kunt u erom vragen bij uw arts.
Bij een kinderwens
Bij mensen met een kinderwens is het niet voldoende om alleen de geslachtshormonen te vervangen. Ook de geslachtsklierstimulerende hormonen (gonadotrofinen) zelf moeten worden vervangen. Deze hormonen regelen zelf namelijk ook een aantal zaken rondom de voortplanting.
- Het LH regelt bij mannen de aanmaak van testosteron.
- Het FSH stimuleert bij mannen de aanmaak van zaadcellen.
- Het FSH stimuleert bij vrouwen de groei en rijping van de eicellen.
- Het LH regelt bij vrouwen de eisprong.
Er kunnen verschillende middelen worden voorgeschreven. Welke middelen u krijgt, is onder meer afhankelijk van de precieze oorzaak van het tekort aan gonadotrofinen. Uw arts zal u hier verder over informeren.
- choriogonadotropine alfa (Ovitrelle®®)
- clomifeen (Clomid®, Clomifeen)
- follitropine (Bemfola®, Gonal-F®, Pergoveris® [combinatiepreparaat met lutropine], Puregon®)
- gonadoreline (Lutrelef®)
- humaan choriongonadotrofine (Pregnyl®)
- lutropine alfa (Luveris®)
- menopauzegonadotrofine (Menopur®)
- urofollitropine (Bravelle®, Fostimon®)
Bijzonderheden
- De hormonen moeten worden ingespoten onder de huid. Het inspuiten kunt u zelf doen, ook een naaste kan het leren. Een hulpverlener zal u eerst uitleggen hoe het moet.
- Bij vrouwen wordt zoveel mogelijk de natuurlijke menstruatiecyclus gevolgd: de hormonen regelen dus de groei en de rijping van de eicellen en ook de eisprong. Om dit te bewerkstelligen zijn verschillende middelen nodig.
- Lutropine is hetzelfde als luteïniserend hormoon (LH), follitropine is hetzelfde als het follikelstimulerend hormoon (FSH). Beide vormen worden in het laboratorium gemaakt. Menopauzegonadotrofine bestaat uit humaan (menselijk) LH en FSH. Het wordt verkregen uit de urine van vrouwen die de menopauze al achter de rug hebben.
- Humaan choriongonadotrofine (hCG) is hetzelfde als choriongonadotrofine alfa, alleen wordt hCG uit de urine van zwangere vrouwen gehaald. De alfa-vorm wordt in het laboratorium gemaakt.
- FSH is het hormoon dat het eerste wordt toegediend. Het bevordert de rijping van de eicellen. Dat proces wordt met behulp van microscopisch onderzoek gemonitord. Bij voldoende rijping (= een eiblaas van 20 mm), wordt het tweede hormoon LH of zijn vervanger hCG gegeven.
- Bij volledige uitval van de hypofyse worden beide hormonen vanaf het begin gegeven. Dan ontvangt u dus tegelijkertijd FSH en LH. Dat wordt meestal gedaan met combinatiepreparaten als Menopur of Fostimon.
- Choriongonadotrofine heeft dezelfde werking als luteïniserend hormoon. Bij vrouwen zet het de eisprong in gang. Een arts dient dit middel via een injectie toe op het moment dat de eicellen voldoende rijp zijn. De eicellen moeten op diezelfde dag, of op de dag erna, worden bevrucht. Dit betekent dat u direct gemeenschap moet hebben of geïnsemineerd moet worden.
- Bij mannen bevordert choriongonadotrofine de productie van testosteron. Eerst wordt choriongonadotrofine gegeven, en later als er genoeg testosteron is, wordt het gecombineerd met follitropine. Samen bevorderen deze middelen de rijping van de zaadcellen. De combinatie wordt meerdere maanden dagelijks gebruikt. U kunt het zelf inspuiten onder de huid.
- Gonadoreline is een hormoon van de hypothalamus. Het zet de hypofyse aan tot de aanmaak van meer luteïniserend hormoon en follikelstimulerend hormoon. Dit hypothalamushormoon krijgt u toegediend via een draagbaar infuuspompje. Het infuuspompje is voorgeprogrammeerd en spuit het hormoon een aantal keren per dag onder de huid. Deze vorm van therapie wordt vooral toegepast bij een slecht werkende hypothalamus.
Te weinig prolactine
Voor zover bekend leidt een tekort aan prolactine niet of nauwelijks tot klachten. Het hormoon wordt daarom ook niet aangevuld.
Bij borstvoeding
Anders is het voor vrouwen die borstvoeding willen geven: het tekort aan prolactine is dan wel een probleem. De arts kan dan het middel domperidon voorschrijven.
Domperidon is eigenlijk een middel tegen misselijkheid en braken en maagklachten, maar heeft als bijwerking een verhoogde aanmaak van prolactine. Hierdoor wordt meer borstmelk aangemaakt. Gebruik domperidon alleen in overleg met de arts: het medicijn heeft ook nog andere bijwerkingen die schadelijk kunnen zijn voor de baby. Bij kortdurend gebruik, voor problemen met borstvoeding, zijn er geen schadelijke effecten op de baby ontdekt.
Te weinig antidiuretisch hormoon
De aandoening waarbij er te weinig antidiuretisch hormoon is, wordt ook wel centrale diabetes insipidus genoemd. De behandeling met medicijnen heeft effect op de waterhuishouding: u gaat minder vaak plassen en zult minder dorst hebben.
Overzicht
- carbamazepine (Carbamazepine, Tegretol®)
- desmopressine (Desmopressine, Minrin®, Octostim®)
Bijzonderheden
- Desmopressine lijkt sterk op vasopressine, het antidiuretisch hormoon zelf. Toch heeft het een iets andere werking: het effect op de waterhuishouding is sterker en houdt langer aan. Het heeft minder invloed op de bloedvaten.
- Het middel wordt aangeboden in tabletvorm (onder de tong) en als neusdruppels of neusspray. Het middel kan ook worden ingespoten: u kunt dit zelf doen.
- Carbamazepine is eigenlijk een middel tegen epilepsie. Bij sommige mensen helpt het ook tegen centrale diabetes insipidus. Desmopressine heeft echter de voorkeur, omdat het goed werkt en eenvoudig in gebruik is.
Te weinig oxytocine
Een gebrek aan oxytocine leidt pas tot problemen tijdens een bevalling of bij het geven van borstvoeding. In deze situaties kan een arts oxytocine voorschrijven. Het wordt dus nooit langdurig gebruikt.
In het ziekenhuis wordt oxytocine gebruikt om de bevalling in te leiden. Door het hormoon trekt de baarmoeder zich samen en komt de bevalling op gang. U krijgt het middel dan via een infuus toegediend.
Als u problemen ervaart bij het geven van borstvoeding, dan kunt u oxytocine in de vorm van een neusspray voorgeschreven krijgen. Het middel bevordert de ‘toeschietreflex’.
Overzicht
- oxytocine (Ocytocine, Syntocinon®)