Stereotactische bestraling

Bij de behandeling van hypofysetumoren wordt steeds vaker gebruikgemaakt van een speciale vorm van bestraling: stereotactische radiotherapie. Soms is ook radiochirurgie mogelijk.

Precisiebestraling

2011_02_ss01_48.jpgVoor u een behandeling met bestraling ondergaat, is het goed om te weten dat er verschillende soorten straling zijn. Bij de behandeling van hypofysetumoren wordt meestal gebruikgemaakt van stereotactische radiotherapie.

Deze vorm van bestraling wordt ook wel precisiebestraling genoemd. De straling kan zo nauwkeurig gericht worden dat het omliggende weefsel zo min mogelijk gevaar loopt. Het is bij de behandeling van hypofysetumoren natuurlijk zeer belangrijk dat het omliggende hersenweefsel niet geraakt wordt.

Behandeling

De behandeling wordt meestal opgedeeld in een serie bestralingen: gemiddeld gaat het om 23 tot 28 bestralingen. U wordt dagelijks (op werkdagen) bestraald. De behandeling duurt dus zo'n vijf weken.

De tumor wordt vanaf verschillende kanten bestraald door smalle stralenbundels. Het kan zijn dat er 3, 5 of 10 bundels worden gebruikt, alle gericht op hetzelfde punt. Hoeveel bundels er worden gebruikt, hangt af van uw situatie. Het is niet zo dat een bepaalde hoeveelheid bundels de norm is, of dat meer bundels 'beter' is. Alle opties hebben voor- en nadelen. Bij meer bundels is de dosis in het omliggende weefsel lager, maar het gebied dat straling ontvangt is wel groter. Bij weinig bundels geldt het omgekeerde.

De straling komt uit een bestralingsapparaat. Voor stereotactische radiotherapie is een speciale bestralingsapparaat ontwikkeld: Cyber Knife. De 'gewone' bestralingsapparaten, de lineaire versnellers, kunnen echter ook gebruikt worden.

Voorbereiding

U komt onder behandeling van de radiotherapeut, dit is een specialist die ook wel bestralingsarts wordt genoemd. Alle vragen die u over de bestraling heeft, kunt u aan deze specialist stellen.

De radiotherapeut bepaalt op welke manier u bestraald zult worden: waar, hoe lang en met welke hoeveelheid straling. Al deze zaken worden vastgelegd in een behandelplan.

Voordat u met de bestraling kunt beginnen, moet er in het ziekenhuis eerst het een en ander voorbereid worden.

Positioneren hoofd

Tijdens de bestraling wordt uw hoofd 'gefixeerd': het wordt zo vastgezet dat u uw hoofd niet of nauwelijks kunt bewegen. Dit vergroot de nauwkeurigheid van de bestraling: uw hoofd ligt stil en het ligt bij iedere bestralingsbehandeling in precies dezelfde houding. Uw hoofd kan worden gefixeerd met een masker (vooral bij Cyber Knife en bij meer conventionele bestralingen) of met een frame (vooral bij radiochirurgie, zie volgende paragraaf).

Masker

Het masker wordt u aangemeten in de moulage kamer. Dit masker past precies om uw gezicht, er zit alleen een opening bij de mond en neusgaten zodat u vrij kunt ademen. Tijdens de bestraling wordt het masker achter uw oren aan de tafel vastgemaakt.

Naast het masker krijgt u soms ook een bitje (bite-block), dit helpt eveneens om uw hoofd in de goede positie te houden.

Het masker wordt ook gebruikt om lijnen op te tekenen. Deze lijnen zijn nodig bij het instellen van de bestralingsvelden, dat wil zeggen: de gebieden die bestraald worden. Soms wordt hiervoor niet het masker gebruikt maar een lokalisatiebox: een soort kunststof doos waar het bestralingsveld op wordt aangegeven.

Scan

Van uw hoofd worden een CT-scan en een MRI-scan gemaakt. Met behulp van de beelden die deze technieken opleveren, kan de radiotherapeut exact de tumor, de oogzenuwen en andere belangrijke zaken lokaliseren. Met behulp van deze gegevens kan de radiotherapeut een behandelingsplan opstellen. In het plan staat onder meer beschreven hoe vaak u bestraald wordt.

Berekening

Nadat de tumor en andere belangrijke weefsels zijn ingetekend, wordt berekend vanuit welke hoeken de tumor het beste bestraald kan worden, wat de grootte van de verschillende bestralingsvelden is en hoe lang de bestraling per bestralingsveld duurt. Door van meerdere kanten te bestralen, treden er minder tot geen irritaties aan de huid op.

De bestraling zelf

Als de voorbereidingen eenmaal klaar zijn, volgt de bestraling zelf. Dit is meestal een aantal werkdagen na de voorbereidende afspraak. Als u plaats heeft genomen op de behandeltafel, wordt uw hoofd gefixeerd met behulp van het masker of het frame.

Hoe lang de behandeling precies duurt, staat beschreven in het bestralingsplan. Meestal verblijft u zo'n 15 tot 25 minuten in de behandelruimte. U wordt niet al die tijd bestraald. De bestraling is korter. Tijdens de behandeling kunnen een aantal controlefoto's gemaakt worden om te controleren of uw hoofd goed ligt.

  • Als u wordt behandeld met een lineaire versneller, ligt u op de tafel en draait het apparaat om u heen.
  • Bij de behandeling met het Cyber Knife ligt u stil op tafel. Een robotarm, waaraan het bestralingsapparaat is bevestigd, beweegt om u heen.

"Voor de bestraling was ik veel zenuwachtiger dan voor de operatie. Misschien omdat het zo ongrijpbaar is. Je kunt die straling niet zien, en toch doet het iets in je lichaam. Gek idee. En dat je dat dan ook nog zo'n masker op moet... van te voren kreeg ik het alleen bij de gedachte al Spaans benauwd. Maar goed, nu de behandeling eenmaal aan de gang is, moet ik zeggen dat het me enorm meevalt. Het is iedere keer zo gepiept."

Praktische informatie

De bestralingen worden voorbereid en uitgevoerd door radiotherapeutisch laboranten. De radiotherapeut ziet u alleen tijdens controles.

Tijdens de bestraling bent u alleen in de behandelkamer, zonder medewerkers. Dit is om de medewerkers te beschermen. De bestraling is weliswaar heel gericht, maar er is altijd een beetje reststraling. Deze hoeveelheid is erg klein en daarom ongevaarlijk. Als een medewerker hier echter heel vaak aan wordt blootgesteld, zou er op den duur toch schade ontstaan. Vandaar dat de medewerkers tijdens de bestraling niet in de behandelkamer aanwezig zijn.

Via een televisiecamera en een intercom heeft u wel contact met de medewerkers. U kunt ze dus altijd waarschuwen, bijvoorbeeld als u moet hoesten of niezen, of om welke andere reden dan ook niet stil kunt blijven liggen. De bestraling kan dan eventueel meteen worden gestopt.

Tips

  • Trek gemakkelijke kleding en schoenen aan. Als uw kleding niet lekker zit, wordt het nog moeilijker om stil te blijven liggen.
  • Elke dag heen en weer reizen kan vermoeiend zijn. Mogelijk heeft u last van bijwerkingen, waardoor het reizen nog zwaarder is. Zorg ervoor dat u voldoende rust krijgt. Vaak kan gebruik gemaakt worden van een taxiservice, informeer bij uw zorgverzekeraar naar de mogelijkheden.
  • Het kan prettig zijn iemand mee te nemen. U kunt dan gereden worden, heeft iemand die bijvoorbeeld koffie of een tijdschrift haalt, en u heeft wat afleiding.

Resultaat

Bestraling richt zich op twee doelen: het verminderen van de hormoonproductie en het stoppen van de groei. Het kan enkele jaren duren voordat merkbaar is of de hormoonproductie inderdaad verminderd is. Gemiddeld treedt het effect echter op binnen twee jaar. Als het nodig is krijgt u in de tussentijd medicijnen voorgeschreven die de hoeveelheid hormonen in het bloed normaliseren. U wordt regelmatig voor controle opgeroepen door uw internist-endocrinoloog.