Algemene informatie

Bij lokale therapie smeert u de medicijnen op de huid. Deze medicijnen zijn er in allerlei vormen, bijvoorbeeld als zalf, crème of lotion.

Wat is lokale therapie?

2006_12_ss33_014.jpg

Lokale therapie betekent: medicijnen die u direct op de aangedane plek gebruikt, dat wil zeggen: op de huid smeert. Soms is het voldoende om neutrale crèmes en zalven te gebruiken om de huid te verzorgen.

Medicijnen op de huid

We hebben het hier over medicijnen die u op de huid smeert. Dit kunnen medicijnen in allerlei vormen zijn: zalf, crème, lotion enzovoort. Welke vorm u krijgt hangt onder andere af van uw persoonlijke voorkeur.

Een crème bestaat uit een mengsel van water en vetten. Dit is makkelijker smeerbaar dan een zalf. Een zalf bestaat uit een vette basis. Zalven sluiten de huid meer af, waardoor het geneesmiddel dat in de zalf is verwerkt, beter doordringt in de huid. Zalven zijn doorgaans effectiever, maar omdat ze vetter zijn, zijn ze - behalve bij een zeer droge huid - minder prettig in het gebruik. U kunt ook een vette crème gebruiken. Deze ligt qua vettigheid tussen een crème en een zalf in.

Er zijn ook huidproducten waar geen werkzame medicijnen in zitten. Deze producten (zalven of crèmes) voorkomen dat de huid te droog wordt, zodat de huids soepel blijft. Soms schrijft de arts twee middelen voor: een middel met medicijnen en een middel zonder medicijnen. De bedoeling is dat u deze middelen afwisselt. Uw arts of apotheker zal u uitleggen wanneer u welk middel moet gebruiken.

Omgaan met medicijnen

Wanneer u zich nauwkeurig houdt aan de instructies van de arts over hoe en wanneer u moet smeren, heeft u de beste kans op een goed resultaat en zo weinig mogelijk bijwerkingen. De beste manier om te smeren kan verschillen van persoon tot persoon. Overleg daarom altijd met uw arts.

In het algemeen gelden de volgende regels:

  • Smeer voldoende, maar niet te veel. Dik smeren helpt namelijk niet beter, maar vergroot wel de kans op bijwerkingen.
  • Vooral bij het smeren van corticosteroïden (ontstekingsremmers) is het belangrijk dat u de juiste hoeveelheid gebruikt. Te dik smeren kan bijwerkingen veroorzaken. Te dun smeren zorgt er echter voor dat het middel onvoldoende werkt. Hoe weet u dan wat de juiste hoeveelheid is? Een handig hulpmiddel bij het smeren is de 'Finger Tip Unit'. Een Finger Tip Unit (vingertopeenheid) of FTU is een hoeveelheid die overeenkomt met een streepje crème of zalf dat net zo lang is als het vingertopje van een volwassene. Uw arts op apotheker zal u uitleggen hoeveel FTU's u per keer moet smeren. Op deze manier smeert u precies de goede hoeveelheid crème of zalf.
  • Smeer alleen op de aangedane plekken: liever steeds een klein stipje zalf uitsmeren waar het nodig is dan een hele arm of een heel been in één keer insmeren.
  • Smeer regelmatig: het liefst op vaste tijden.
  • Gebruik geen middelen voor op de huid met werkzame bestanddelen (bijvoorbeeld corticosteroïden) om de droge huid soepel te maken. Er zijn andere zalven of crèmes zonder medicijn, die u daarvoor wél onbeperkt mag gebruiken. Dit zijn middelen waar geen werkzame stof (dus geen medicijn) in zit.
  • Het kan verleidelijk zijn om een middel dat goed werkt maar te blijven gebruiken. Soms kunnen echter na langdurig gebruik bijwerkingen optreden. Ook kan de huid aan het medicijn ‘gewend’ raken, waardoor dit steeds minder effectief wordt. Overleg met de arts als u een zalf langer wilt blijven gebruiken dan is voorgeschreven. Meestal kunt u de zalf wat minder vaak per week gebruiken als de klachten verminderd zijn. Langdurige behandeling met een medicijn wordt een ‘onderhoudsbehandeling’ genoemd.
  • Stop niet ineens met een medicijn zonder overleg met uw arts. De klachten kunnen hierdoor nog heviger terugkomen.
  • Smeer nooit verschillende middelen door elkaar op de huid, behalve als de arts dat voorschrijft. Als u verschillende middelen tegelijk gebruikt, verdunt u ze. 
  • Wees voorzichtig met het gebruik van een medicinale zalf op het gezicht en in lichaamsplooien. Doe dit alleen op advies van een arts en pas altijd op met uw ogen.
  • Was altijd uw handen direct na het smeren. Uiteraard geldt dit niet voor middelen die u op uw handen smeert.

Bijwerkingen

Alle medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. We noemen hier alleen de belangrijkste bijwerkingen.

Ernstige bijwerkingen

Sommige medicijnen hebben ernstige, heel soms zelfs levensbedreigende bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen echter zo zelden voor, dat wij ze niet opnemen in deze tekst. Als u een medicijn gebruikt, zal de arts u precies vertellen op welke klachten of signalen u moet letten. Bij sommige medicijnen is het nodig dat de arts u regelmatig onderzoekt, bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks. Vaak wordt er dan ook bloedonderzoek gedaan.

Bijsluiter

Kijk in de bijsluiter voor een volledige lijst van de mogelijke bijwerkingen. Bedenk dat de bijsluiter alle bijwerkingen bevat die ooit zijn gemeld. Een groot deel ervan is dus zeldzaam.

Bent u niet in het bezit van een bijsluitertekst, vraag hiernaar bij uw apotheker of kijk op de website: www.cbg-meb.nl. Op deze website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen vindt u alle bijsluiterteksten van medicijnen die in Nederland verkrijgbaar zijn.

Een bijwerking melden

Het kan zijn dat u een bijwerking krijgt die niet in de bijsluiter staat. Het kan ook zijn dat u een bijwerking krijgt die wel in de bijsluiter maar die u als ernstig ervaart of heeft ervaren. Overleg in zo'n geval altijd met uw arts of apotheker.

Het is aan te raden zo'n onbekende of ernstige bijwerking ook te melden aan het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb. Dit centrum verzamelt en analyseert informatie over bijwerkingen om de veiligheid van geneesmiddelen te bewaken. Door uw  bijwerking te melden, helpt u mee aan het bewaken van de geneesmiddelveiligheid.  Let op: u kunt ook een melding doen als u niet echt zeker bent dat het om een bijwerking gaat van het medicijn dat u gebruikt. Alles wat u de moeite waard vindt om te melden mag u bij Lareb melden.

U kunt een  bijwerking online melden of via een formulier op de website: www.lareb.nl. U kunt ook een papieren meldformulier aanvragen via [email protected]. Uw (altijd anonieme) melding wordt altijd vertrouwelijk behandeld.

Als er door Lareb signalen worden gevonden van bijvoorbeeld nieuwe bijwerkingen, dan worden deze doorgegeven aan het College ter Beoordeling van geneesmiddelen, dat voor Nederland de registratie van medicijnen regelt. Het CBG kan besluiten om bijvoorbeeld een bijsluitertekst aan te passen of in een uiterste geval een geneesmiddel van de markt te halen.

Meer informatie

Voor meer informatie over medicijnen kunt u kijken op www.apotheek.nl. Hier kunt u ook een vraag aan een apotheker stellen. Deze website gaat uit van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie. Dit is de beroepsorganisatie van apothekers. U krijgt er betrouwbare informatie.

Werkzame stof en merknaam

Medicijnen hebben vaak twee namen: de naam van de werkzame stof en de merknaam. Hier noemen we steeds eerst de naam van de werkzame stof, met een kleine letter. Tussen haakjes wordt de merknaam genoemd, met een hoofdletter. Bijvoorbeeld: fluticason (Cutivate®).

Omdat verschillende fabrikanten soms hetzelfde medicijn maken, komen verschillende merknamen voor. Deze herkent u aan het merkteken ®. Soms zijn medicijnen merkloos: in dat geval zijn de namen van de werkzame stof en de fabrieksnaam hetzelfde en heeft de naam niet het merkteken ®. Bijvoorbeeld: betamethason (Betamethason, Betnelan®, Diprosone®).

Waar een apotheek zelf het (merkloze) medicijn voor u klaarmaakt staat erbij: in apotheekbereiding.