Algemene informatie

Er zijn verschillende namen voor een medicijn. De toepassing, dosis en bijwerkingen kunnen per situatie en persoon verschillen.

Medicijnnamen

IS_149.jpg Medicijnen hebben altijd twee namen. We schrijven de naam van de werkzame stof met een kleine letter. We schrijven de fabrieks- of merknaam met een hoofdletter, tussen haakjes, achter de naam van de werkzame stof. Omdat verschillende fabrikanten het medicijn maken, komen verschillende merknamen voor. Bijvoorbeeld: paracetamol (Panadol®, Paracetamol).

Omdat verschillende fabrikanten soms hetzelfde medicijn maken, komen verschillende merknamen voor. Deze herkent u aan het merkteken ®. Soms zijn medicijnen merkloos: in dat geval zijn de namen van de werkzame stof en de fabrieksnaam hetzelfde en heeft de naam niet het merkteken ®.

Toepassing

De keuze voor een medicijn is afhankelijk van veel verschillende, soms ook persoonlijke factoren. Het gaat bijvoorbeeld om de effectiviteit van een middel, de bijwerkingen die het heeft, maar ook om hoe u die bijwerkingen ervaart. Vaak is er een richtlijn waar artsen gebruik van kunnen maken: een afspraak over - in dit geval - het voorschrijven van medicijnen. Hier baseren we ons op de CBO-richtlijn Diagnostiek en behandeling van aspecifieke lage rugklachten (2010). Het CBO is het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg: zie www.cbo.nl.

Aanpassen van de dosis

Soms kan het voorschrift worden aangepast. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een middel niet het gewenste effect  heeft, veel bijwerkingen geeft of omdat u het niet prettig vindt in het gebruik. Overleg in dat geval met uw arts of de dosering kan worden aangepast of dat u op een ander middel kunt overstappen. Doe dat nooit uit eigen beweging.

Medicijnen zonder recept

Veel pijnstillers kunt u zelf, zonder recept, kopen. Overleg echter wel altijd met uw arts omdat pijnstillers (soms ernstige) bijwerkingen kunnen hebben! Overleg zeker met uw arts wanneer u de pijnstillers langer dan enkele weken gebruikt, in het verleden last heeft gehad van uw maag of andere medicijnen gebruikt. Wanneer u meerdere medicijnen naast elkaar gebruikt kunnen zij elkaars werking beïnvloeden. Het is daarom belangrijk dat uw arts en apotheek weten welke medicijnen u gebruikt.

Bijwerkingen

Alle medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. We noemen hier niet alle bijwerkingen, maar alleen de bijwerkingen die geregeld voorkomen. We duiden het voorkomen van de bijwerkingen aan als:

  • zeer vaak: bij meer dan een op de tien mensen (>10%)
  • vaak: bij minder dan een op de tien (1-10%)
  • soms: bij minder dan een op de honderd (<1%)

Sommige medicijnen hebben ernstige, zelfs levensbedreigende bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen meestal echter zo zelden voor, dat wij ze niet opnemen in deze tekst. Als u zo’n medicijn gebruikt, zal de arts u precies vertellen op welke klachten of signalen u moet letten. Bij sommige medicijnen is het nodig dat de arts u regelmatig onderzoekt, bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks. Vaak wordt er dan ook bloedonderzoek gedaan.

Kijk voor een volledige lijst van de mogelijke bijwerkingen in de bijsluiter of op de website www.apotheek.nl. Bedenk dat de bijsluiter alle bijwerkingen bevat die ooit zijn gemeld. Een groot deel ervan is dus zeldzaam.

Toedieningsvormen

Medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld als tablet, drankje of zetpil en soms - in het geval van morfine - als pleister. Eventueel kan de apotheek een speciale bereiding voor u maken: er kan dan bijvoorbeeld van een tablet een poeder worden gemaakt. Overleg met uw arts of apotheker als u moeite heeft met gebruik van uw medicijnen, want vaak is er een alternatief. Pijnstillers worden toegediend via de mond (als tablet, poeder of drankje), de anus (als zetpil) of de huid (als pleister).