Antimalariamiddelen

Bijeffect

Chloroquine en hydroxychloroquine zijn bedoeld voor gebruik bij malaria: deze middelen doden de malariaparasiet. Een belangrijk bijeffect is echter dat deze middelen ontstekingen verminderen. Ook lijkt de vorming van antistoffen af te nemen en wordt de ziekteactiviteit erdoor verminderd. Daarom worden deze middelen ook veel gebruikt bij SLE.

Bij SLE

• Antimalariamiddelen worden voorgeschreven bij verschillende ontstekingen als NSAID’s niet voldoende effect hebben. De middelen beginnen pas na vier tot zes weken te werken en werken pas na vier tot zes maanden optimaal. Omdat deze middelen niet direct werken, zijn ze niet geschikt voor gebruik bij levensbedreigende klachten, zoals nierontsteking.
• Antimalariamiddelen beschermen tegen opvlammingen, daarom krijgen veel mensen met SLE ze voorgeschreven. De huidige mening in de medische wereld is dat gebruik van hydroxychloroquine bij iedere SLE-patiënt moet worden overwogen.
• Uit recent onderzoek komt naar voren dat antimalariamiddelen mogelijk de neiging tot trombose verminderen. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe dit zit. Ook lijken ze te beschermen tegen slagaderverkalking.

Overzicht

• chloroquine (A-CQ 100 Chloroquine®)
• hydroxychloroquine (Plaquenil®)

Bijwerkingen

• Sommige mensen krijgen last van huiduitslag, jeuk, galbulten, haaruitval en een donkere verkleuring van nagels of slijmvliezen. Deze bijwerkingen verdwijnen als u stopt met het medicijn.
• Hoofdpijn, duizeligheid en oorsuizen komen soms voor.
• Ook maagdarmklachten als misselijkheid, buikpijn, diarree en minder eetlust komen soms voor. Om deze klachten te voorkomen kunt u het medicijn tijdens of direct na de maaltijd innemen.
• Bij langdurig gebruik van hoge doseriingen kunt u problemen krijgen met het zien, omdat het netvlies beschadigd raakt. Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt. Uit voorzorg worden uw ogen regelmatig gecontroleerd – voor, tijdens en na de behandeling.