Vruchtbaarheid

Soms tijdelijk verminderd

In principe heeft SLE geen invloed op uw vruchtbaarheid. U kunt dus op natuurlijke wijze zwanger worden.

Toch is het voor vrouwen met SLE soms lastiger om zwanger te worden. Veel vrouwen met SLE krijgen bijvoorbeeld te maken met een onregelmatige menstruatiecyclus. Soms blijft de menstruatie zelfs helemaal weg. Dit soort klachten zullen zich echter vooral voordoen in perioden dat de ziekte actief is en als u prednison gebruikt. Uw arts zal u juist aanraden om pas zwanger te worden als de ziekte zich al een paar maanden rustig heeft gehouden.

Ook de medicijnen kunnen invloed hebben op uw vruchtbaarheid. Ontstekingsremmende pijnstillers hebben bijvoorbeeld een nadelig effect op de eisprong. De vruchtbaarheid herstelt zich meestal weer als u stopt met de medicijnen of overstapt op andere medicijnen. Doe dit nooit op eigen houtje, maar altijd in overleg met uw arts.

Van het middel cyclofosfamide is bekend dat het kan leiden tot een vervroegde overgang en een blijvend verlies van vruchtbaarheid. Uw arts zal u dit middel daarom nooit zomaar voorschrijven, maar eerst met u overleggen over een toekomstige kinderwens. In het uiterste geval kunt u overwegen om uw eicellen (of in het geval van mannen: zaadcellen) in te laten vriezen.

Anticonceptie

Omdat u gewoon vruchtbaar bent, is het noodzakelijk dat u anticonceptie gebruikt als u niet zwanger wilt worden. Kies voor een vorm van anticonceptie waar u zich prettig bij voelt. In Nederland kiezen veel vrouwen met een vaste relatie voor de pil of het spiraaltje.

De pil

Veel mensen denken dat vrouwen met SLE niet aan de pil mogen omdat die vrouwelijke hormonen bevat (en het afweersysteem bij SLE sterk reageert op vrouwelijke hormonen). Deze opvatting klopt niet. Vroeger werd gebruik van de anticonceptiepil inderdaad afgeraden, maar tegenwoordig is gebruik ervan veilig. De pillen van tegenwoordig bevatten nog maar een minimale hoeveelheid vrouwelijke hormonen.

Vermoedelijk krijgt u een pil van de ‘tweede generatie’ voorgeschreven. Er zijn ook ‘derde generatie pillen’, maar deze hebben niet de voorkeur omdat ze het risico op trombose waarschijnlijk iets verhogen.

Houd altijd goed in de gaten hoe uw lichaam reageert. SLE ziet er bij iedereen weer anders uit, en niet iedereen is gevoelig voor dezelfde invloeden. Hoewel het gebruik van de pil in het algemeen veilig is, zijn er soms toch vrouwen die melden dat hun klachten toenemen door pilgebruik.

“Ik heb sinds mijn negentiende de pil geslikt, altijd zonder problemen. Maar toen ik na mijn zwangerschap weer met de pil begon beviel het me ineens helemaal niet meer. Ik voelde me enorm moe en ik had steeds zo’n zwaar gevoel in mijn benen. Ook had ik vaker uitslag. Ik weet niet zeker of het aan de pil lag… Misschien was ik gewoon ‘pil-moe’… ik hoor van veel vrouwen in mijn omgeving dat ze na jarenlang geen zin meer hebben om die pil te slikken… Maar voor de zekerheid ben ik er toch maar mee gestopt.”

Er geldt een uitzondering op het algemene advies. Pilgebruik wordt afgeraden als u last heeft van een van de volgende klachten: het antifosfolipiden-syndroom, een hoge bloeddruk, migraine, een hoog cholesterol of de neiging tot trombose. Bij al deze klachten neemt het gevaar dat er trombose ontstaat toe als u de pil gaat gebruiken.

Spiraaltje

Bij koperhoudende spiraaltjes kan het bloedverlies tijdens de menstruatie toenemen. Vrouwen die antistolling gebruiken, kunnen daarom beter afzien van een spiraaltje met koper. Voor hen is een spiraaltje met hormonen wel een mogelijkheid.

In de eerste drie weken nadat een spiraaltje is ingebracht, is de kans op een infectie in de baarmoeder, eileider of eierstokken verhoogd. Onder invloed van de infectie kunnen de SLE-klachten weer opvlammen (omdat het afweersysteem in actie komt). Vrouwen die medicijnen gebruiken die het afweersysteem onderdrukken, kunnen langer last houden van een dergelijke infectie.

“Ik heb geen vaste relatie. Daarom vind ik het veiliger om condooms te gebruiken. Een bijkomend voordeel vind ik dat condooms geen invloed hebben op mijn lupus. Dan hoef ik me daar tenminste niet druk over te maken.”