Overzicht

Bij hypofyseaandoeningen heeft u te maken met een ingewikkeld onderwerp. Heldere informatie is dan ook van groot belang.

Weinig informatie

2011_02_ss01_17.jpgInformatie over hypofyseaandoeningen is lastig te vinden. Hypofyseaandoeningen zijn nu eenmaal zeldzaam. Daarom wordt er door ziekenhuizen en andere medische organisaties maar weinig voorlichtingsmateriaal voor patiënten ontwikkeld.

Nederlandse Hypofyse Stichting

De Nederlandse Hypofyse Stichting heeft elf boekjes uitgebracht over de meest voorkomende hypofyseaandoeningen. Elk boekje bevat een ruim aantal pagina's begrijpelijke informatie.

  • Wat houdt de aandoening in?
  • Welke klachten kunt u hebben?
  • Wat zijn de behandelmogelijkheden?
  • Onderzoekstraject, medicatie
  • Hoe ziet de toekomst eruit?

Bekijk (en bestel) alle titels via de webwinkel op www.hypofyse.nl

Ingewikkeld onderwerp

Het gaat ook om een ingewikkeld en veelomvattend onderwerp. Het is lastig om uit te leggen wat hypofyseaandoeningen nu precies zijn. Dat heeft te maken met de volgende zaken:

  • De hypofyse maakt verschillende hormonen aan. Ieder hormoon heeft vaak meerdere taken in het lichaam. Sommige hormonen zetten andere organen ertoe aan om hormonen aan te maken. En ook die hormonen kunnen meerdere taken hebben.
  • Bij iedere aandoening kunnen meerdere hormonen een rol spelen. Er kunnen bijvoorbeeld meerdere tekorten naast elkaar bestaan, of meerdere tekorten en een overschot. Het gaat niet altijd om dezelfde combinaties van hormonen: dat kan van persoon tot persoon verschillen.
  • Iedere aandoening kent verschillende vormen. Niet iedereen met dezelfde aandoening heeft dezelfde klachten. Ook heeft een aandoening niet bij iedereen hetzelfde verloop. Klachten kunnen geleidelijk optreden, maar ook ineens in volle hevigheid losbarsten. Klachten waar de een al in het begin van de ziekte last van heeft, treden bij een ander soms pas na jaren op.

Dit maakt het lastig om een hypofyseaandoening te beschrijven.

Informatie per hormoon

In de volgende hoofdstukken vindt u de informatie niet per aandoening, maar per hormoon. We gaan ervan uit dat de informatie daardoor toegankelijker wordt. Er wordt aangegeven wat er gebeurt als u te weinig heeft van een bepaald hormoon, of juist te veel van een bepaald hormoon.

Er wordt steeds aangegeven bij welke aandoening de overschotten en tekorten vaak voorkomen. Uw arts kan u informatie geven die precies aansluit bij uw persoonlijke situatie.