In dit hoofdstuk
- Een verstoord evenwicht. Als de hypofyse te veel hormonen afgeeft, raakt het evenwicht in het lichaam verstoord. Dit kan tot allerlei klachten leiden. Lees verder.
- Te veel groeihormoon. Wanneer volwassen mensen te veel groeihormoon in hun lichaam hebben, kunnen er verschillende klachten ontstaan. Lees verder.
- Te veel schildklierstimulerend hormoon. Als er te veel schildklierstimulerend hormoon is, gaat de schildklier ook te veel hormonen aanmaken. Dit kan klachten geven als hartkloppingen, kortademigheid, zweten, gevoeligheid voor warmte, gewichtsverlies, toegenomen eetlust, diarree en een opgejaagd gevoel. Lees verder.
- Te veel bijnierschorsstimulerend hormoon. Door een overschot aan bijnierschorsstimulerend hormoon (ACTH) ontstaat de ziekte van Cushing. Mensen met deze ziekte zijn vaak herkenbaar aan hun toegenomen gewicht, vollemaansgezicht en groeistriemen op de huid. Lees verder.
- Te veel geslachtsklierstimulerende hormonen. Een overschot aan geslachtsklierstimulerende hormonen geeft weinig tot geen klachten. Lees verder.
- Te veel prolactine. Bij een teveel aan prolactine kunnner klachten van de borsten zijn. Ook kunnen er er klachten zijn op seksueel gebied. Lees verder.
- Te veel antidiuretisch hormoon. Als de hypofyse te veel antidiuretisch hormoon (ADH) afgeeft, houdt het lichaam water vast, terwijl de hoeveelheid natrium (zout) in het lichaam juist afneemt. Dit kan klachten geven als verwarring en sufheid. Lees verder.