Professionele hulp
Als u er zelf niet uitkomt
Soms lukt het niet om het slechte bericht te verwerken. Negatieve gevoelens en gedachten blijven dan de overhand hebben. Het lukt u niet om een nieuw evenwicht te vinden, zodat u weer met plezier kunt leven.
Het is aan te raden in zo’n geval professionele hulp te vragen. Voor de meeste mensen is dat niet zo makkelijk. Terwijl ze voor hun lichamelijke klachten wel hulp zoeken, doen ze dat voor psychosociale klachten liever niet: ‘Ik ben toch niet gek?’.
Als u een chronische ziekte heeft, kunt u echter psychosociale problemen krijgen. Dat is geen uitzondering. Als u daar niet uitkomt, is het geen schande om hulp te zoeken bij een deskundige. Het is eerder een teken van zelfstandigheid, omdat u zelf actie onderneemt om te zorgen dat u uit de problemen komt. Als u op tijd hulp zoekt, kunt u veel ellende voorkómen!
Lichamelijke oorzaak
Bij hypofyseaandoeningen is het helemaal belangrijk dat u hulp zoekt: de oorzaak kan ook lichamelijk zijn. Sommige hormoonstoornissen gaan gepaard met klachten als depressieve en labiele gevoelens.
Het is mogelijk dat uw aandoening ernstiger wordt. De hypofyse valt bijvoorbeeld verder uit, waardoor u met een nieuw hormoontekort te maken krijgt. Of: de hypofysetumor is groter gegroeid of keert terug.
Het is ook mogelijk dat uw medicijnen opnieuw ‘ingesteld’ moeten worden. Blijkbaar voldoet de dosis niet meer, en moet u meer of minder medicijnen gaan gebruiken. Uw arts kan een andere dosis voorschrijven.
Stel het zoeken van hulp daarom niet uit: hoe eerder u hulp krijgt, hoe eerder uw klachten zullen verdwijnen!
Hulp
Als uw psychische problemen een lichamelijke oorzaak hebben, zal de medisch specialist u behandelen. Meestal verdwijnen de problemen na behandeling.
Als u na behandeling nog steeds niet lekker in uw vel zit, kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts. Hij of zij kan u zelf helpen of doorverwijzen naar een maatschappelijk werker of een psycholoog. Vraag om iemand die ervaring heeft met mensen met een chronische ziekte.
Ook is het mogelijk om via de huisarts een verwijzing te krijgen naar een revalidatiecentrum voor mensen met hersenbeschadiging. In dit soort centra kunnen de hulpverleners u op structurele wijze helpen bij het leven met uw handicap. In veel situaties levert revalidatie meer op dan een reeks gesprekken met een psycholoog. Bovendien is er bij revalidatie ook aandacht voor de partner.
Ook voor naasten
Ook de gezinsleden van iemand met een hypofyseaandoening kunnen psychische problemen krijgen. Partners kunnen te maken krijgen met gevoelens van teleurstelling: hun relatie en hun toekomst ontwikkelt zich anders dan zij hadden verwacht.
Karakterverandering
Daarnaast krijgen gezinsleden soms te maken met karakterverandering. Iemand lijkt dan een ander karakter dan vroeger te hebben gekregen, en is bijvoorbeeld heel passief of juist sneller boos en geërgerd.
De oorzaak van karakterverandering is een beschadiging in de hersenen. Hersenbeschadiging komt maar weinig voor bij hypofyseaandoeningen. In een heel enkel geval kan het ontstaan als de aandoening te laat behandeld is en de druk in de hersenen erg hoog is opgelopen. Omdat er maar een beperkte ruimte in de schedel is, bestaat dan het gevaar dat er hersencellen kapot gedrukt worden.
Hersenbeschadiging ontstaat ook wel eens als gevolg van bestraling (radiotherapie). De kans hierop is echter minimaal bij hypofyseaandoeningen. Hypofysetumoren worden wel eens bestraald, maar dit wordt gedaan met precisiebestraling. Deze behandeling is zo nauwkeurig dat de kans op beschadiging van het hersenweefsel echt heel erg klein is.
- Voor meer informatie over hersenletsel en karakterverandering kunt u onder meer terecht bij Hersenletsel.nl, de patiëntenvereniging voor mensen met hersenletsel. Kijk op www.hersenletsel.nl.
- Meer informatie vindt u ook in het Zorgboek Niet-aangeboren hersenletsel. Dit boek is ontwikkeld in samenwerking met Vereniging Cerebraal. U kunt het bestellen bij de apotheek of via www.stichtingseptember.nl.
Hulp
Veel van de informatie in dit hoofdstuk is ook geschikt voor naasten. Net als mensen met een hypofyseaandoening kunnen naasten voor steun terecht bij professionele hulpverleners, bijvoorbeeld: de huisarts, het algemeen maatschappelijk werk, MEE Nederland of een psycholoog.