Voldoende bewegen

U beweegt voldoende als u elke week twee en een half uur beweegt. Probeer dus regelmatig te wandelen, te fietsen, neem de trap in plaats van de lift enzovoort.

Bewegen en ITP

Voldoende_bewegen_IS_000041761566_LargeLichaamsbeweging vormt een belangrijk onderdeel van een gezonde leefstijl. Naast een aantal algemene gezondheidsvoordelen levert het mensen met ITP extra voordelen op:

  • Beweging heeft een gunstige invloed op de bloedsomloop: het hart is tijdens het bewegen veel actiever. Dit betekent dat het bloed beter doorstroomt.
  • Door regelmatig te bewegen kunt u uw conditie op peil brengen of houden. Hoe fitter u zich voelt, hoe beter u de gevolgen van ITP kunt opvangen. Als u een goede conditie heeft, zult u meer energie hebben en minder snel vermoeid raken.
  • Beweging helpt vaak om sombere gevoelens te verdrijven.
  • Bewegen is een prima middel om op een goed lichaamsgewicht te komen en te blijven.
  • Door lichaamsbeweging komen de darmen op gang. Door voldoende te bewegen voorkomt u dat u last krijgt van obstipatie (verstopping). Belangrijk, want obstipatie kan tot bloedingen in de darmen leiden.
  • Beweging is ook belangrijk voor een goede botopbouw. Bij ITP worden soms medicijnen voorgeschreven die het bot juist brozer kunnen maken. Door te bewegen kunt u de kans op osteoporose (botontkalking) verminderen.

Vuistregels

Het is moeilijk om een algemene uitspraak te doen over de hoeveelheid beweging die u nodig heeft. De een heeft nog nooit gesport, de ander juist wel. Voor de een kan daarom een ommetje al een flinke inspanning betekenen, terwijl dit voor de ander niets voorstelt. Bovendien zijn er verschillen in leeftijd: iemand van in de veertig kan meer inspanning aan dan iemand van in de zestig.

Hier worden een paar vuistregels beschreven. Deze kunt u gebruiken om voor uzelf te bepalen wat voor u voldoende beweging is. Waarschijnlijk heeft u aan deze regels voldoende. Als dit niet zo is, overleg dan met uw huisarts.

  • Let op uw lichaam
  • Een half uurtje bewegen per dag is voldoende voor een goede gezondheid
  • Bouw beweging geleidelijk op

Let op uw lichaam

Uw lichaam geeft eigenlijk zelf aan welke inspanningen u kunt hebben. U spant zich voldoende in als u sneller gaat ademen en uw hart sneller gaat kloppen. Als u in hetzelfde tempo blijft bewegen, blijven uw ademhaling en hartslag zo’n beetje op hetzelfde niveau. Op een gegeven moment wordt u moe en stopt u. Uw hartslag en ademhaling keren dan vrij snel terug naar hun gewone niveau.

Zolang u tijdens de inspanning nog kunt praten, gaat het prima: u spant zich goed in, maar niet te veel. U gaat wél te ver als u eigenlijk niet meer kunt praten en buiten adem raakt. U bent ook te ver gegaan als het na de inspanning langer dan een paar minuten duurt voordat uw ademhaling en hartslag weer op hun normale niveau zijn.

Twee en een half uur per week

Het standaardadvies is: beweeg wekelijks ten minste twee en een half uur matig intensief. Doe ook twee keer per week krachtoefeningen voor sterkere spieren en botten. Daarnaast geldt het advies: voorkom lang stilzitten. Minder stilzitten is gezondheidswinst. 

Bewegen hoeft niet te betekenen: sporten. U kunt ook denken aan lopen en fietsen, eventueel met hulpmiddelen. Vaak is het mogelijk deze beweging in te bouwen in uw dagelijkse activiteiten. De onderstaande voorbeelden kunt u waarschijnlijk zelf aanvullen:

  • Dagelijks een ommetje maken
  • Een paar keer per dag de hond uitlaten
  • Lopend of fietsend boodschappen doen
  • De eerste halte lopen en dan pas de bus nemen…
  • Of een halte te vroeg uitstappen
  • De trap nemen in plaats van de lift
  • Op de fiets naar uw werk

Op de site Allesoversport.nl vindt u nog meer voorbeelden. Als het u lukt om elke week twee en een half uur te bewegen, heeft u al een belangrijk doel bereikt: u beweegt voldoende om uw gezondheid te bewaken. 

Conditie verbeteren

Het kan zijn dat u al genoeg beweegt voor een goede gezondheid, maar misschien wilt u uw conditie verbeteren.

Om uw conditie te verbeteren, is het nodig intensiever te bewegen of te sporten. U kunt hierbij denken aan stevig wandelen of fietsen, zwemmen, aquajoggen, volleybal, conditietraining op een sportschool (‘fitness’) enzovoort: alles waarbij u zich flink moet inspannen.

Een sport kiezen die bij u past

Als u graag wilt sporten, is het aan te raden een sport te kiezen die u leuk vindt en die bij u past. Zo’n sport zult u makkelijker volhouden.

Als u bijvoorbeeld graag buiten komt, kunt u een buitensport kiezen, zoals wandelen. Blijft u liever binnen, dan kunt u denken aan zwemmen of badminton. Het kan ook zijn dat u van gezelligheid houdt: u kunt dan een teamsport kiezen, zoals met een groepje regelmatig fietstochten maken.

“Met een collega ga ik een keer in de week lunchzwemmen. Het is dan niet zo druk, dus ik voel me op mijn gemak. Het is veilig. Bovendien is het hartstikke gezellig, zo met z’n tweeën.”

Let op: niet alle sporten zijn geschikt

Bepaalde sporten zijn minder geschikt voor mensen met ITP. Bij een vechtsport bijvoorbeeld is het risico op een bloeding groot. Bij de meeste contactsporten en sporten die in competitieverband worden gedaan, is het risico verhoogd.

Kies daarom liever voor sporten waarbij dit risico minder groot is – zeker in perioden waarin u weinig bloedplaatjes heeft. Veel mensen met ITP gaan bijvoorbeeld zwemmen: in het water kunt u zich soepel bewegen en er is weinig kans op blessures.

Daarnaast is het raadzaam om bij sportieve activiteiten zo veel mogelijk gebruik te maken van beschermend materiaal.

“Mijn dochter van twaalf moest en zou op paardrijden, ITP of niet. Uiteindelijk hebben we toegestemd, op voorwaarde dat ze een helm, kniebeschermers en polsbeschermers zou dragen. Daar heeft ze mee ingestemd, al vindt ze het natuurlijk helemaal niet cool om die spullen te dragen. Nu breng ik haar een keer per week naar de manege, en dan zit ik een uur lang op mijn nagels te bijten van de zenuwen. Ik vind het doodeng om haar op zo’n groot beest te zien zitten. Maar ja: opvoeden is loslaten, zeg ik dan maar tegen mezelf. Gelukkig gaat het goed, ze is nog nooit gevallen. Volgens haar juf heeft ze zelfs talent!”

Geleidelijk opbouwen

Welk doel u zich ook stelt, het startpunt is altijd de hoeveelheid inspanning die u nu goed aan kunt. Wat uw niveau ook is, vanaf dat punt kunt u gaan opbouwen. Opbouwen wil zeggen: heel geleidelijk een paar minuten langer bewegen, een paar honderd meter verder lopen enzovoort.

Een belangrijke reden om rustig op te bouwen is dat uw lichaam op die manier aan de inspanning went. Zonder uw grenzen te overschrijden, kunt u ze steeds een beetje verleggen. Bovendien voorkomt een rustige opbouw dat u blessures krijgt: blessures ontstaan vaak omdat iemand te snel te veel gaat bewegen.

Misschien bent u niet gewend om regelmatig te bewegen. Overleg in dat geval eerst met uw huisarts over een geschikt bewegingsprogramma. Ook als u al wat ouder bent, is het zinvol eerst met de huisarts te overleggen. Hij of zij gaat na of u veilig kunt gaan sporten en kan u eventueel adviezen geven over een bewegingsprogramma.