Hernia

Bij een hernia is een zenuw bekneld geraakt. Hierdoor ontstaan pijn en soms ook uitvalsverschijnselen, vooral in het been.

Wat is een hernia?

2006_05_ss25_193.jpgBij een hernia is een bepaald deel van een zenuw in uw rug (een zenuwwortel) geïrriteerd geraakt. Hierdoor ontstaan klachten.

De irritatie ontstaat omdat de zenuwwortel ontstoken, beklemd of opgerekt raakt. De oorzaak van deze beklemming of oprekking is het uitstulpen van een tussenwervelschijf. Hierbij is het kraakbenige gedeelte van de tussenwervelschijf beschadigd waardoor deze uitpuilt en tegen de zenuwwortel aandrukt. Zo'n uitpuiling ontstaat in verreweg de meeste gevallen in de onderste twee tussenwervelschijven van de lendenwervels.

Een uitpuilende tussenwervelschijf kan op alle leeftijden voorkomen, maar komt het meest voor bij mensen tussen de 45 en 65 jaar.

Wat zijn de klachten?

Een hernia geeft zelden lage rugpijn. Als er een zenuw bekneld raakt, ontstaat er altijd pijn in één van de benen, meestal de zij- of achterkant, en van de bil tot in het onderbeen, zelfs tot in de voet of tenen. Lang niet iedereen met een hernia heeft dus rugpijn, en een hernia kan ook voorkomen zonder beenpijn (als er geen zenuwbeknelling of ontsteking is). Soms hebben mensen wel aanvallen van rugpijn gehad, vóórdat er klachten in het been ontstonden. Deze rugpijn wordt dan meestal als aspecifieke lage rugpijn gezien. Pas bij uitstraling naar één of beide benen wordt aan een hernia gedacht.

De pijn is vaak hevig en voelt stekend of scherp aan

De uitstralende beenpijn kan verergeren bij hoesten, niezen, persen (toilet), iets zwaars tillen of bij bepaalde bewegingen. Als hierbij alleen meer rugpijn optreedt, wijst dat niet direct op een hernia. Door de pijn worden de bewegingen belemmerd en raakt uw houding ook vaak verstoord: u neigt zijwaarts naar het been dat geen pijn doet.

Er kunnen ook andere klachten van het been zijn, zoals prikkelingen/tintelingen of juist een doof gevoel. Soms is er krachtsverlies, bijvoorbeeld een lichte verlamming waardoor u uw grote teen niet goed kunt bewegen of met een klappende voet loopt.

De klachten kunnen een andere oorzaak hebben

De pijn die door de irritatie van de zenuwwortel ontstaat noemen artsen ook wel ‘radiculaire pijn' (radix = wortel). Bij een hernia wordt de zenuwwortel beklemd door een uitpuilende tussenwervelschijf. De beklemming, met vergelijkbare klachten, kan echter ook andere oorzaken hebben, zoals stenose.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Uit het gesprek dat de arts met u voert, wordt meestal al duidelijk dat het om een hernia gaat. Hernia heeft namelijk een goed herkenbaar pijnpatroon. De arts zal enkele onderzoeken doen om de ernst van de neurologische klachten in te schatten. Een bekend voorbeeld hiervan is de kniepeesreflex, waarbij met een rubber hamertje tegen de knie wordt getikt. De achillespeesreflex wordt op dezelfde manier getest. Ook kan de arts met een watje of een prikkertje testen of het gevoel (de tastzin) goed is. Krachtsverlies (of verlammingen) kunnen vastgesteld worden door bijvoorbeeld op de hakken of de tenen te lopen.

"Soms denk ik: we zijn ook net een machine. Heel voorspelbaar. Als je A doet, gebeurt B. De dokter tikt tegen je knie en je onderbeen schiet vooruit. Tenzij de machine stuk is natuurlijk..."

Daarnaast wordt meestal de proef van Lasègue gedaan om de diagnose te ondersteunen. Bij de proef van Lasègue ligt u op de rug. De arts tilt één voor één uw benen gestrekt op en u moet aangeven waar en wanneer u pijn voelt. Met deze proef kan worden vastgesteld dat het inderdaad om radiculaire klachten gaat. Naast de proef van Lasègue zijn er nog andere vergelijkbare proeven, zoals het meten van de afstand tussen de vloer en de vingers bij maximaal vooroverbuigen met gestrekte vingers.

Beeldvormende onderzoeken zijn vaak niet nodig

Een röntgenfoto, CT-scan of MRI-scan zijn bij een hernia vaak niet direct nodig. Deze onderzoeken worden pas gedaan als er 'rode vlaggen' zijn (waardoor aan een andere oorzaak van de pijn moet worden gedacht) of wanneer de klachten aanhouden, als de klachten verergeren of heel ernstig zijn. In die gevallen kan een operatie worden overwogen. De onderzoeken horen dan bij de voorbereiding op de operatie.

Bovendien: veel mensen met afwijkingen aan de tussenwervelschijven hebben geen klachten. Dus als iemand klachten heeft, zegt een scan waarop afwijkingen gezien worden niet direct alles: het is dan nog steeds niet zeker dat de afwijkingen de óórzaak van de klachten zijn. De specialist onderzoekt of uw klachten ook goed passen bij de gevonden afwijkingen.

Wat is de behandeling?

In de meeste gevallen (ongeveer 80%) herstellen de klachten van een hernia vanzelf, zonder dat een operatie nodig is.

De aanpak van een hernia lijkt daarom in eerste instantie op die van acute rugpijn:

  • Veel mensen denken dat ze bij een hernia ‘plat' moeten, maar dat is niet zo. Volledige bedrust wordt zelfs afgeraden, omdat het averechts kan werken. U krijgt daarom het advies om ‘gedoseerd rust' te nemen. Dit wil zeggen: u doet het rustiger aan, gedwongen door uw klachten, maar blijft toch zo actief mogelijk.
  • De klachten hangen nauw samen met bepaalde bewegingen en houdingen. U kunt proberen deze te vermijden. Pas ook op het bewegingen waarbij het bovenlichaam draait ten opzichte van de benen, zoals bij het opstaan uit bed.
  • Als de ergste pijn voorbij is, is het goed uw activiteiten stapsgewijs verder op te bouwen. Het uitbreiden van de activiteiten moet u niet laten afhangen van hoeveel pijn er (nog) bestaat, maar kan beter gebeuren volgens een vast schema: de fysiotherapeut, de oefentherapeut Cesar, de oefentherapeut Mensendieck, de ergotherapeut of de huisarts kunnen u hierbij helpen.
  • U kunt korte tijd pijnstillers gebruiken, paracetamol of een NSAID. Deze worden op vaste tijden ingenomen, dus niet op geleide van de pijn. Bij ernstige uitstralende pijn worden soms ook sterkere pijnstillende medicijnen voorgeschreven.
  • Hernia geneest meestal vanzelf. Alleen als sprake is van ondraaglijke pijn en pijnstillers niet helpen, een cauda equinasyndroom of verlammingen die snel erger worden kan het nodig zijn te opereren. U zult in deze gevallen worden verwezen naar een medisch specialist, als het nodig is met spoed.

Wat zijn de vooruitzichten?

  • Na twee tot drie maanden zal de pijn verdwenen zijn en kunt u weer alles doen wat u daarvoor gewend was te doen. Het kan tijd kosten om weer op kracht te komen, zeker als u veel rust heeft genomen. Wanneer u neurologische klachten heeft (zoals een verlamming of een doof gevoel) zullen deze meestal ook verdwijnen, maar dit duurt langer (weken tot maanden)
  • In de meeste gevallen zult u dus na verloop van tijd geen klachten meer hebben. Uw rug is dan normaal belastbaar. U hoeft uw rug dus niet te ontzien. Dit betekent onder andere dat u gewoon kunt werken.
  • In zeldzame gevallen komt het voor dat neurologische klachten blijven bestaan, bijvoorbeeld dat er gevoelsstoornissen blijven of dat een spier verlamd blijft.

Een operatie

In sommige gevallen verloopt een hernia niet zoals hierboven is beschreven. Als er na zes tot acht weken geen duidelijke verbetering is, zal de huisarts u doorverwijzen naar een medisch specialist voor nader onderzoek. Deze kan nagaan of een andere behandeling nodig is, zoals een operatie. Als voorbereiding op een operatie zal een MRI-scan worden gemaakt.

U wordt (al eerder dan na vier tot zes weken) ook verwezen als de pijn erg hevig blijft of zelfs erger wordt. Hetzelfde geldt voor neurologische uitvalsverschijnselen (verlammingen, gevoelsstoornissen): als deze toenemen wordt u doorverwezen.

Een operatie voor een hernia is gericht op het oplossen van de beenpijn. De operatie is in principe niet gericht op het oplossen van de rugpijn. Sommige mensen hebben na de operatie wel minder rugpijn, maar dit geldt niet voor iedereen. Het is belangrijk dat u de operatie ondergaat met de juiste verwachtingen: uw chirurg zal dit daarom uitgebreid met u bespreken.

Verschillende soorten operaties

Bij een operatie wordt de uitpuilende tussenwervelschijf verwijderd, zodat de beknelling wordt opgeheven. Soms wordt ook beknellend botweefsel verwijderd, zoals bij stenose. De operatie wordt uitgevoerd door een chirurg (een neuro- of een orthopedisch chirurg, afhankelijk van hoe het in uw regio is geregeld).

Er bestaan verschillende soorten operaties. In de meeste gevallen wordt de kern van de beschadigde tussenwervelschijf volledig verwijderd. Dit gebeurt met behulp van een microscoop. De wervels komen daardoor iets meer op elkaar te liggen, de tussenwervelschijf wordt dunner.

De laatste jaren zijn andere operatietechnieken ontwikkeld, zoals de endoscopische en microtube-operatie. Deze technieken heten ook wel de 'minimaal invasieve behandelingen'. Hierbij wordt niet geopereerd via een snee in de rug, maar via een (kijk)buisje, waardoor de operatiewond meestal kleiner is. Soms wordt gebruik gemaakt van lasertechnieken. Hierbij wordt het binnenste deel van de uitpuilende tussenwervelschijf verdampt. Het is nog niet duidelijk of de nieuwe technieken even succesvol of beter zijn als de 'gewone' operatie met een microscoop.

Na een operatie duurt het herstel ongeveer zes weken. In deze tijd worden mensen behandeld door een fysiotherapeut. Door oefeningen te doen wordt de belastbaarheid van de rug geleidelijk weer groter. Veel mensen zijn na zes weken helemaal hersteld en kunnen dan ook weer werken.

"Ik dacht: één operatie en ik ben van alle gezeur af... Maar zo werkt het dus niet. Door de operatie werd mijn been beter, maar de pijn was er nog steeds. Na de operatie begon pas het echte herstel: veel oefenen en stap voor stap weer allerlei dingen gaan doen. Pas na een jaar hard werken voelde ik me echt weer de oude..."

Het cauda equina syndroom: ernstig maar zeer zeldzaam

In zeer zeldzame gevallen ontstaan door een hernia ernstige verlammingen in beide benen, vaak samen met stoornissen bij het plassen. Ook kan uw huid rond de anus, tussen en op de billen en aan de binnenachterkant van de bovenbenen (artsen spreken wel over het ‘rijbroekgebied') ongevoelig worden. Dit heet een cauda equina syndroom in het onderste gedeelte van het ruggenmerg

(cauda equina kan worden vertaald als ‘paardenstaart'). Deze klachten wijzen erop dat in dit gebied een aantal zenuwwortels - die als de haren van een paardenstaart naast elkaar liggen - afgekneld wordt.

Als u deze verschijnselen opmerkt, neem dan meteen contact op met uw huisarts. Bij een cauda equina syndroom moet snel worden ingegrepen om de beknelde zenuw(en) vrij te maken, vooral om de functie van de blaas te herstellen.

Meer informatie

Stichting September heeft het Zorgboek Hernia uitgebracht. Hierin worden alle aspecten van hernia uitgebreid beschreven: klachten, behandeling, medicijnen, bescherming van het ruggenmerg enzovoort. U kunt het boek kopen bij uw apotheek of via www.stichtingseptember.nl.