Behandeling van acute rugpijn

Rugklachten verdwijnen meestal vanzelf. U kunt het herstel bevorderen door uw activiteiten stap voor stap weer op te bouwen.

Acute rugpijn gaat vrijwel altijd vanzelf weer over

2006_05_ss25_097.jpgEen behandeling van rugklachten is meestal niet nodig. Dat klinkt vreemd, maar de ervaring leert dat de klachten na een tijdje vanzelf verdwijnen. De ergste pijn is vaak na enkele dagen of weken verdwenen. Daarna kunt u nog steeds klachten hebben - ook andere klachten, zoals stijfheid - maar deze zullen steeds verder afnemen. Bij 75 - 90% van de mensen verdwijnen de klachten binnen vier tot zes weken.

Adviezen om zo snel mogelijk te herstellen

Dat een behandeling niet nodig is, wil niet zeggen dat u niets kunt doen. Om zo snel mogelijk te herstellen krijgt u de volgende adviezen:

  1. Doe het de eerste twee dagen wat rustiger aan, maar probeer wel in beweging te blijven.
  2. Bouw daarna stap voor stap uw activiteiten weer op, ook al heeft u nog pijn.
  3. Gebruik eventueel korte tijd pijnstillers. Doe dit altijd in overleg met de huisarts.
  4. Streef ernaar om binnen bepaalde tijd uw normale activiteiten, waaronder uw werk, weer volledig te hervatten.
  5. Neem in bepaalde gevallen contact op met de huisarts.

Hieronder worden deze adviezen uitgebreider beschreven.

1. Doe het de eerste twee dagen rustig aan

Als elke beweging pijn veroorzaakt, kunt u bijna niet anders dan het rustig aan doen. Langer dan een paar dagen is dit meestal niet nodig. De eerste, echt hevige pijn is dan vaak afgezakt. Probeer ook in die eerste dagen een beetje te blijven bewegen, want het bed houden werkt averechts.

Als de pijn niet zakt

Als de pijn na een paar dagen niet zakt, is het nodig contact op te nemen met uw huisarts. Misschien is er toch iets anders aan de hand, heeft de pijn een andere oorzaak. De huisarts zal dit onderzoeken.

2. Bouw stap voor stap uw activiteiten weer op

Het is aan te raden na de eerste paar dagen weer meer te gaan bewegen. Natuurlijk zult u nog steeds pijn of andere klachten hebben, maar dat is geen reden om niet te bewegen: de klachten wijzen niet op schade of een aandoening, die door het bewegen erger kunnen worden.

Maak een tijdschema

Bouw uw activiteiten stap voor stap weer op. Het is aan te raden voor de opbouw van uw activiteiten een tijdschema te maken. In dat schema staat bijvoorbeeld dat u elke dag vijf minuten langer wandelt dan de vorige dag, zodat u over twee weken anderhalf uur kunt wandelen zonder pauze.

Neem in het schema ook uw normale activiteiten op. Bijvoorbeeld: over twee weken ga ik zelf weer het hele huis stofzuigen. Of: over een week ga ik weer halve dagen werken en over twee weken hele dagen.

"Planning? Ik? Dat had ik nog nooit gedaan. Pluk de dag, zeg ik altijd, ik zie wel wat er komt. Maar mijn huisarts hield voet bij stuk, ze wilde beslist dat ik een schema maakte. Ik heb het gedaan, want ze is een goede dokter. En inderdaad ben ik snel van m'n rugpijn afgekomen. Maar de rest van m'n leven ook plannen, dat doe ik nog steeds niet..."

Vraag hulp

Bij het opbouwen van uw activiteiten wordt vaak een fysiotherapeut of een oefentherapeut Mensendieck of Cesar ingeschakeld. Een fysiotherapeut of oefentherapeut kan u helpen bij het opbouwen van uw activiteiten en belastbaarheid.

De fysiotherapeut kan u onder meer informatie geven over het oefenen en bewegen. Deze informatie is gericht op de bewegingen die u dagelijks maakt. Hij of zij adviseert u bij de uitvoering van dagelijkse activiteiten. Afhankelijk van de problemen die u hierbij heeft, kan de fysiotherapeut u helpen met specifieke oefeningen, dus gericht op deze problemen. Net als de fysiotherapeut maakt de oefentherapeut u bewust van uw houding en bewegingsgewoonten. Zo leert u wat de eventuele invloed hiervan is op uw klachten.

Eventueel kunt u ook terecht bij een ergotherapeut, al komt deze hulpverlener meestal pas in beeld als de pijnklachten chronisch van aard worden. Een ergotherapeut kan u onder meer advies geven over aanpassingen van de werkplek, bijvoorbeeld over de bureaustoel en de hoogte van het computerscherm. Ook kan de ergotherapeut beoordelen of u alledaagse activiteiten beter op een andere manier kunt uitvoeren.

Hulp is vooral nuttig als het u zelf niet lukt om uw activiteiten uit te breiden. Als vuistregel mag gelden: als u uw activiteiten binnen vier tot zes weken niet duidelijk heeft kunnen uitbreiden, is de hulp van een therapeut gewenst. Uw huisarts kan u verwijzen, maar u kunt ook zonder verwijzing contact opnemen met de fysiotherapeut, oefentherapeut of ergotherapeut.

U kunt ook worden verwezen naar een manueel therapeut. Dit hangt af van de oorzaak van het probleem.

Medische fitness

U kunt onder deskundige begeleiding van een fysiotherapeut of oefentherapeut uw activiteiten verder uitbreiden door middel van medische fitness. Dit is fitness onder fysiotherapeutische begeleiding. U krijgt een individueel trainingsprogramma dat rekening houdt met uw beperkingen en dat erop gericht is uw specifieke klachten te verhelpen. Veel sportscholen en fysiotherapiepraktijken bieden medische fitness aan.

3. Gebruik eventueel pijnstillers

Als de pijn in de eerste dagen erg hevig is, kunnen pijnstillers helpen. Pijnstillers lossen op zichzelf niets op, maar ze stellen u wel in staat eerder weer te gaan bewegen, en dat komt uw rug ten goede.

Een veelgebruikt middel is paracetamol: dit heeft de voorkeur boven andere middelen. Als paracetamol onvoldoende helpt kan uw huisarts een ontstekingsremmende pijnstiller (een NSAID) voorschrijven. Deze groep pijnstillers heeft een sterkere werking dan paracetamol, maar ook een grotere kans op bijwerkingen, vooral maagklachten en misselijkheid.

Het is van belang pijnstillers op de juiste manier te gebruiken. Dat wil zeggen: u gebruikt ze op vaste tijdstippen gedurende een beperkt aantal dagen. Het gebruik is dus niet afhankelijk van de pijn! Dit geldt zowel voor paracetamol als voor de NSAID's. Overleg daarom altijd met uw huisarts als u pijnstillers wilt gebruiken.

4. Streef naar volledig herstel binnen een bepaalde tijd

Deze stap ligt in het verlengde van punt twee: bouw stap voor stap uw activiteiten weer op. De ervaring leert dat de meeste mensen met rugpijn binnen vier tot zes weken weer alles doen wat ze voorheen deden. Vaak is de pijn al veel eerder verdwenen. Soms hebben ze nog wel wat pijn, maar is deze niet hinderlijk bij activiteiten.

Bouw uw activiteiten dus zo op dat u binnen maximaal zes weken alles weer doet wat u gewend was te doen, thuis (huishouden, hobby's) en op het werk. Laat u niet afleiden door de pijn. Uw rugpijn wijst niet op schade aan de rug. U hoeft ook niet bang te zijn dat bewegen uw rug schade kan toebrengen: normale bewegingen kunt u maken, ook al heeft u nog pijn.

"Ik ben zo suf geweest thuis te vertellen dat ik volgens de dokter zo veel mogelijk normaal moest blijven bewegen. Dat werd door mijn zoon en dochters anders beluisterd dan ik het bedoelde. Opeens kon ik de afwas doen, stofzuigen, boeken terugbrengen naar de bibliotheek, de hond uitlaten... Steeds met hetzelfde argument: dat is goed voor je, vraag maar aan de dokter..."

5. Neem in bepaalde gevallen contact op met de huisarts of de bedrijfsarts

Contact met de huisarts

In sommige gevallen is het aan te raden contact op te nemen met uw huisarts:

  • Als u onzeker blijft over de rugpijn en zich veel zorgen maakt dat er echt iets mis is.
  • Als na één week de ergste pijn niet over is.
  • Als u na drie weken niet verder bent gekomen met de opbouw van uw activiteiten.
  • Als u na zes weken nog niet zo actief bent als voor de rugpijn.

In sommige gevallen is het aan te raden eerder contact op te nemen:

  • Als u steeds minder actief wordt in plaats van actiever.
  • Als de pijn aan de achterkant van uw been uitstraalt tot onder de knie of bij krachtsverlies, vooral in de voet en tenen. Dit kan wijzen op een hernia.
  • Als er meer pijn in het been is dan in de rug (of als deze pijn meer op de voorgrond staat).
  • Als het vooroverbuigen steeds moeilijker gaat in plaats van beter. Dit kan wijzen op een hernia.

Contact met de bedrijfsarts

Als u denkt dat uw klachten te maken hebben met uw werk, is het aan te raden contact op te nemen met de bedrijfsarts. Deze heeft een open spreekuur, vaak een ‘arbo-spreekuur'. U kunt daar altijd terecht, ook als u niet verzuimt. Uw leidinggevende of de afdeling personeelszaken kan u vertellen wanneer het spreekuur is.