Uw rechten
De ‘patiëntenwet’
Zodra u met een hulpverlener te maken krijgt, bent u voor de wet ‘patiënt’. Als patiënt heeft u bepaalde rechten en plichten.
Volgens de grondwet heeft u bijvoorbeeld recht op gezondheidszorg. Dit betekent dat iedereen recht heeft op een gelijkwaardige behandeling.
Als ‘patiënt’ heeft u ook een aantal specifieke rechten. Deze staan in de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), ook wel de ‘patiëntenwet’ genoemd.
Nieuwe wetten
Inmiddels is er een nieuwe wet in de maak die de WGBO moet gaan vervangen: de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Deze wet verzamelt veel van de nu in verschillende wetten geregelde patiëntenrechten. Het doel is de verdere verbetering van uw positie als patiënt. Wanneer de nieuwe wet in werking treedt is nog onduidelijk.
Vanaf 1 januari 2015 is de Wet langdurige zorg van kracht. Deze wet is van toepassing op mensen die wegens een ziekte of beperking 24 uur per dag verzorging of toezicht nodig hebben. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalt of iemand zorg uit de Wlz nodig heeft. Als u een indicatie van het CIZ heeft, heeft u recht op ondersteuning van een onafhankelijke cliëntondersteuner. Deze onafhankelijke cliëntondersteuner kan u helpen bij het maken van een keuze van de soort zorg, bij het kiezen van een zorgverlener, het opstellen en toepassen en evalueren van een zorgleefplan. U kunt kosteloos cliëntondersteuning aanvragen bij Zorgbelang (www.zorgbelang-nederland.nl, 0900 – 243 81 81) en MEE (www.mee-nederland.nl).
Relatie
De WGBO regelt de relatie tussen u en uw hulpverlener. De wet gaat er onder andere van uit dat de hulpverlener en de patiënt zo veel mogelijk samen overleggen en beslissingen nemen op voet van gelijkwaardigheid. Een goede samenwerking tussen u en uw hulpverlener is dus het uitgangspunt. De rechten en plichten bestaan om dit te kunnen waarborgen. Hieronder zetten we de belangrijkste rechten van u als patiënt op een rijtje. Door uw rechten wordt duidelijk wat u van uw hulpverlener mag verwachten en dit bevordert de samenwerking. De ‘patiëntenplichten’ worden later besproken.
- Recht op informatie. Als patiënt heeft u het recht op een goede uitleg van de hulpverlener over wat er met u aan de hand is en wat een behandeling of onderzoek voor u betekent. Met deze informatie kunt u over de behandeling of het onderzoek nadenken en besluiten of u toestemming geeft.
- Recht op toestemming (toestemmingsvereiste). Alleen met uw toestemming mag de arts een onderzoek of behandeling uitvoeren. U bepaalt dus zelf wat er wel of niet gebeurt. Alleen in noodsituaties, bijvoorbeeld bij een ernstig ongeluk, geldt er geen toestemmingsvereiste. In die situaties kan namelijk vaak geen toestemming gevraagd worden.
- Recht op inzage. Alle gegevens die te maken hebben met uw behandeling - zoals uw behandelplan en het verloop daarvan - staan in uw dossier. U mag dit dossier inzien.
- Recht op privacy. Alles wat u met de hulpverlener bespreekt en wat er in uw dossier staat, mag niet met anderen gedeeld worden. Alleen de mensen die direct bij de behandeling zijn betrokken (medebehandelaars) mogen uw gegevens bekijken.
- Recht op een vrije keuze van de hulpverlener. Als u het nodig vindt, kunt u een andere hulpverlener kiezen. Bijvoorbeeld als het niet klikt tussen u en uw hulpverlener of als u twijfelt aan zijn of haar deskundigheid.
- Recht op een ‘second opinion’. Wanneer u twijfelt aan het oordeel van een hulpverlener mag u de mening van een andere hulpverlener vragen. Informeer wel bij uw zorgverzekeraar of de kosten van een ‘second opinion’ vergoed worden.
De rechten van minderjarigen
In de WGBO zijn speciale regels voor minderjarigen opgenomen. Voor kinderen onder de twaalf jaar geldt dat de ouders de beslissingen over het kind nemen. Als de hulpverlener vindt dat het besluit van de ouders niet in het belang van het kind is, hoeft hij of zij dat besluit niet uit te voeren. In de leeftijd van twaalf tot zestien jaar krijgen minderjarigen meer rechten. Ouder en kind beslissen samen, maar een kind mag alleen behandeld worden als het kind daar zelf ook toestemming voor geeft. Vanaf zestien jaar wordt een kind voor het gezondheidsrecht als volwassene beschouwd en mag het kind zelf de beslissingen nemen.