Uitleg

Wat is scoliose en welke vormen worden er onderscheiden?

Een verkromming van de wervelkolom

Scoliose is een driedimensionale zijdelingse verkromming van de wervelkolom. Er ontstaat een zijwaartse bocht in de wervelkolom en een draaiing om haar as. Ter hoogte van de borst kan dit een bolling van de ribben aan de rugzijde teweeg brengen. Dan wordt gesproken van een bochel of gibbus.

Van elke 100 mensen in Nederland hebben er 4 scoliose. Dat betekent dat 4 procent van de bevolking scoliose heeft. Naar schatting hebben in Nederland 60.000 mensen scoliose, waar elk jaar ongeveer 1000 nieuwe gevallen bijkomen.

Vormen van scoliose

Het is belangrijk onderscheid te maken tussen een niet-structurele scoliose en een structurele scoliose.

Niet-structurele scoliose

Niet-structurele of functionele scoliose, ook wel houdingsscoliose genoemd, is een scoliotische verkromming die zijn oorzaak vindt in een houdingsafwijking en over het algemeen volledig corrigeerbaar is. Een niet structurele scoliose kan ontstaan door pijn en dwangstand, door een verkeerde houding of als compensatie van een beenlengteverschil of een heupafwijking. Een niet-structurele scoliose kan doorgaans gecorrigeerd worden door de oorzaak weg te nemen.

Structurele scoliose

Onder structurele scoliose onderscheiden we de volgende types scoliose, die meestal niet volledig corrigeerbaar zijn.

  • In 65% van de gevallen is de scoliose idiopathisch, dat wil zeggen dat de oorzaak onbekend is. Deze scoliose ontstaat tijdens de groei, en wordt infantiel (0-3 jaar); juveniel (3-10 jaar) of adolescent (9-17 jaar) genoemd. Idiopathische scoliose wordt meer bij meisjes gezien dan bij jongens en heeft sterk de neiging te verergeren tijdens de groei, met name tijdens de puberteit.
  • In 10% is de scoliose neuromusculair, dat wil zeggen dat deze ontstaat door het krachteloos of verlamd raken van spieren of spiergroepen. Spieraandoeningen zoals spierdystrofie en poliomyelitis kunnen met een scoliose gepaard gaan.
  • In 15% van de gevallen is scoliose aangeboren (congenitaal).

Afwijkingen van de wervels, door bijvoorbeeld algemene degeneratie, vitamine D-gebrek, botontkalking en artrose kunnen ook op latere leeftijd nog een scoliose veroorzaken. Men spreekt dan meestal van degeneratieve scoliose.

Scoliose komt daarnaast vaak voor bij kinderen met een ontwikkelingsstoornis (bijvoorbeeld Syndroom van Rett, Syndroom van Angelman, Syndroom van Down) en bij kinderen met een beschadigd brein en een halfzijdige of alzijdige verlamming. Ook ruggenmergafwijkingen zoals syringomyelie kunnen met een scoliose gepaard gaan.

Verder lezen?

Zie de Vereniging voor scoliosepatiënten van meer informatie over scoliose (www.scoliose.nl).