Na de diagnose
Reageren op een slecht bericht
Op een gegeven moment blijkt dat u psoriasis heeft. Dat is op zichzelf een slecht bericht: u heeft een chronische aandoening. Ook al valt er heel wat aan psoriasis te doen, de aandoening is niet te genezen.
Toch reageren mensen heel verschillend op dit bericht. Sommige mensen zijn opgelucht: ze weten nu tenminste wat er aan de hand is en dat het niet besmettelijk of ernstiger is.
Andere mensen schrikken erg. Het kan zijn dat ze al een paar vervelende ervaringen met hun psoriasis hebben gehad. Ze hoopten waarschijnlijk dat ze genezen waren, zodat ze nooit meer klachten zouden hebben. Die hoop gaat met het bericht van de diagnose in rook op.
Weer andere mensen weten niet zo goed wat ze met het bericht aan moeten. Ze weten nog niet zo veel over psoriasis. Waarschijnlijk zien ze niet meteen wat dit allemaal kan betekenen. Pas na een tijdje dringt door wat er aan de hand is - en pas dan komt er een echte reactie los.
"Toen de huisarts me vertelde dat ik psoriasis had, nam ik dat niet zo serieus: o, heet het zo, nou ja, dat gaat ook wel weer weg... Het duurde heel lang voordat ik besefte dat mijn klachten altijd zouden blijven terugkomen. Toen voelde ik me belazerd - waarom had niemand me dat verteld? Ik was boos op mijn huisarts die me niet goed had ingelicht. Maar eerlijk gezegd ben ik er niet zeker van dat hij niet heeft verteld dat psoriasis chronisch is. Misschien heb ik niet goed geluisterd, of stond ik niet stil bij wat chronisch betekent."
Het begin van een periode met veranderingen
Opluchting, schrik, het niet zo goed weten - en alles wat daartussen in zit. Iedereen reageert op zijn of haar eigen manier. Maar: voor iedereen is het bericht het begin van een periode waarin sommige dingen in het leven veranderen. En of dat nou kleine of grote veranderingen zijn, iedereen heeft tijd en energie nodig om aan die veranderingen te wennen, om te begrijpen wat ze precies betekenen - kortom, om ze een plaats te geven.
Vertellen wat er aan de hand is
Eén van de eerste vragen is vaak: aan wie vertel ik het? Waarschijnlijk zijn uw partner en andere huisgenoten de eerste met wie u erover praat - al was het maar omdat u onder een dak woont. Waarschijnlijk hebben zij net als u allerlei vragen, zodat ze er graag over willen praten. Dat zal u - en hen - helpen om alvast een beetje te wennen.
Maar er kunnen anderen zijn aan wie u het wilt vertellen. Veel mensen vinden het prettig allerlei dingen in hun leven met een vriend of vriendin te bespreken, en dat geldt ook voor psoriasis. Vaak helpen zulke gesprekken om verschillende zaken op een rijtje te krijgen en goede beslissingen te nemen.
Misschien is het nodig nog meer mensen over uw psoriasis te vertellen, bijvoorbeeld collega's of mensen met wie u sport of een hobby deelt. Vooral als bepaalde zaken duidelijk invloed hebben op uw klachten, kan het goed zijn ook deze mensen in te lichten. Als u dat niet doet zullen zij geen rekening met uw aandoening houden - en dat kan tot vervelende situaties leiden.
Wie u wel en niet over uw psoriasis wilt vertellen is helemaal uw eigen keuze. Wel is het de ervaring van veel mensen dat het helpt om met anderen over de aandoening - en alle gevolgen ervan - te praten. Dat maakt het makkelijker om de veranderingen te verwerken en een plaats in uw leven te geven.
Lotgenoten
Misschien heeft u aan deze mogelijkheid nog niet gedacht: praten met lotgenoten. Lotgenoten zijn mensen die net als u psoriasis hebben. De patiëntenverenigingen - de Psoriasis Vereniging Nederland (PVN) en de Psoriasis Federatie Nederland (PFN) - organiseren regelmatig bijeenkomsten met lotgenoten. Dat doen ze om deze te kunnen informeren over allerlei zaken - maar ook om mensen de gelegenheid te geven met elkaar te praten.
Praten met lotgenoten kan erg prettig zijn: u hoeft niet zo veel uit te leggen, zij begrijpen het al. Bovendien hebben lotgenoten vaak praktische oplossingen voor de problemen die het gevolg zijn van psoriasis. U kunt dus een hoop leren.
Iedereen heeft hulp nodig
Er is nog een andere reden om met anderen over uw aandoening te praten: u heeft hun hulp nodig om uw problemen op te kunnen lossen. Sommige mensen vinden het vervelend anderen om hulp te vragen. Ze willen niet afhankelijk zijn, niet ‘zwak' lijken. Daarom hebben ze de neiging alles zelf op te willen lossen, ook als dat eigenlijk niet kan.
Misschien herkent u de neiging alles zelf op te willen lossen. Bedenk dat niemand dit kan: het is in dit leven onmogelijk elk probleem zelf op te lossen. Iemand om hulp vragen maakt u niet afhankelijk: iedereen heeft geregeld hulp nodig. Hulp vragen maakt u ook niet ‘zwak'. Integendeel: door hulp te vragen neemt u het heft in eigen hand, u zorgt ervoor dat u een probleem oplost - en dat is juist erg sterk.