De opbouw van de huid

De huid is opgebouwd uit drie lagen: de opperhuid, de lederhuid en het onderhuids bindweefsel. Elke laag heeft een andere vorm en functie.

Hoe zit de huid in elkaar?

De huid bestaat uit drie lagen: de opperhuid (epidermis), de lederhuid (dermis) en het onderhuids bindweefsel (subcutis). Elke laag is opgebouwd uit verschillende soorten cellen. En in de huid zitten dan weer poriën, zweetklieren, haren, haarzakjes, haarspiertjes, talgklieren, bloedvaatjes en haarvaatjes, onderhuids vet en zenuwen.

de_huid.gif

1. opperhuid (epidermis), 2. lederhuid (corium), 3. onderhuids vet en bindweefsel (subcutis), 4. hoornlaag, 5. zweetklier, 6. talgklier, 7. haarzakje, 8. haarspiertje, 9. zenuw, 10. bloedvaatjes

De opperhuid

De buitenste laag van de huid wordt de opperhuid genoemd, de epidermis. Deze laag bestaat uit cellen met verschillende functies.

Hoornlaag: keratinocyten

De opperhuid bestaat voornamelijk uit keratinocyten of hoorncellen. Deze ontstaan door deling in de onderste laag van de opperhuid. Daarna schuiven ze door naar boven en vormen uiteindelijk de buitenste laag van de huid: de hoornlaag. Uiteindelijk verliezen we ze als huidschilfers. Dit hele proces duurt ongeveer 28 dagen.

De hoornlaag is normaal gesproken een dun vlies van een tiende millimeter dik en bestaat uit dode, afgeplatte cellen. Deze spelen een belangrijke rol als barrière tussen het lichaam en de buitenwereld. Op plekken met veel eelt, zoals de handpalmen en voetzolen, is de hoornlaag dikker.

Pigmentcellen: melanocyten

In de opperhuid bevinden zich ook pigmentcellen: melanocyten. Deze produceren pigment, melanine, dat onze huidskleur bepaalt. Donkere mensen hebben veel pigment, lichte mensen weinig. De hoeveelheid pigment is ook afhankelijk van hormonen en blootstelling aan zonlicht.

Langerhans-cellen

Ten slotte bestaat de opperhuid ook uit de zogenaamde Langerhans-cellen. Deze cellen ontstaan in het beenmerg en verplaatsen zich van daar naar de huid. Zij spelen een rol bij de afweer: ze reageren op lichaamsvreemde stoffen die de huid zijn binnengedrongen.

De lederhuid

De tweede laag van de huid heet de lederhuid of de dermis. Deze laag is tussen een en drie millimeter dik en bestaat uit cellen en vezels die ingebed zijn in een ‘tussenstof'. Door deze huidlaag lopen ook zenuwen en bloedvaatjes.

Cellen

De lederhuid heeft verschillende cellen:

  • bindweefselcellen (fibroblasten): deze komen het meest voor en zijn belangrijk voor de wondgenezing
  • macrofagen: cellen die vreemde materie kunnen opnemen en onschadelijk maken
  • mestcellen: deze bevatten stoffen die vrijkomen om indringers onschadelijk te maken; ze kunnen een allergische reactie veroorzaken
  • witte bloedcellen (lymfocyten en T-lymfocyten): deze afweercellen komen uit de bloedbaan en zijn in kleine groepjes rond de bloedvaten in de huid te vinden

Vezels

De lederhuid bestaat uit verschillende vezels. Deze zorgen onder andere voor de elasticiteit (de rekbaarheid) van de huid.

Tussenstof

De cellen en vezels zijn ingebed in een gelachtige substantie die in staat is veel water vast te houden.

Zenuwen

Door de zenuwen in de lederhuid kunnen we voelen of iets warm of koud, zacht of hard, aangenaam of pijnlijk is.

Bloedvaten

De onderste laag van de lederhuid bestaat uit een netwerk van bloedvaatjes dat zorgt voor de toevoer van voedingsstoffen naar de huid. Daarnaast is er een netwerk van lymfevaten dat gifstoffen afvoert.

Het onderhuids bindweefsel

Het onderhuids bindweefsel, de subcutis, bestaat uit vetcellen in een netwerk van bindweefsel. De dikte hiervan is nogal wisselend, zowel van persoon tot persoon als op verschillende plekken op het lichaam. Deze laag is warmte-isolerend en dient als voorraad van water en energie. Het onderhuids bindweefsel heeft ook een beschermende functie als ‘stootkussen'.

Aanhangsels van de huid: huidadnexen

Huidadnexen zijn aanhangsels van de huid die in de huid zitten maar zelf geen huid zijn.

Haren

Haren bestaan uit dode hoorncellen. Er zijn dunne haartjes zonder pigment en dikkere haren die gekleurd zijn door pigmentcellen in het haarzakje. Aan het haarzakje zit een spiertje dat op kou reageert (zodat u kippenvel krijgt) en een talgklier.

Talgklieren

Talgklieren zitten bij het haarzakje en komen over bijna het hele lichaam voor. Er zijn niet overal even veel talgklieren. Ze komen bijvoorbeeld meer voor in de huid op het hoofd en gezicht dan op armen en benen. De talg vormt een dun laagje op de huid en speelt een belangrijke rol bij het weren van invloeden van buitenaf.

Zweetklieren

Deze komen voor over het hele huidoppervlak en spelen een belangrijke rol bij warmteregulatie. Een mens zweet altijd een beetje, maar de zweetproductie wordt hoger bij:

  • inspanning en warmte
  • emotionele stress
  • het eten van sterk gekruid voedsel

Nagels

Nagels groeien uit de huid op vingertoppen en teentoppen, vanuit het nagelbed. Net als de haren, bestaan de nagels uit dood hoornmateriaal.

"Ik had er nooit bij stilgestaan dat de huid zo ingewikkeld in elkaar zit. De huid is de huid, dacht ik, een soort vlies om je lichaam heen. Maar als je gaat kijken wat er allemaal in zit... indrukwekkend hoor!"