Anamnese en lichamelijk onderzoek

De huisarts of medisch specialist stelt u vragen en doet een lichamelijk onderzoek. Hij of zij kan u ook vragen enige tijd een voedseldagboek bij te houden.

De arts stelt een heleboel vragen: anamnese

2006_07_ss27_157.jpgDe eerste stap van de arts is om een gesprek met u te voeren. Uw antwoorden kunnen veel nuttige informatie opleveren. Vragen zijn bijvoorbeeld:

  • Welke klachten heeft u precies?
  • Hoe vaak heeft u de klachten?
  • Op welke tijdstippen van de dag (of van de week of van de maand) heeft u de klachten?
  • Hoe lang heeft u de klachten al, zijn ze verergerd, hetzelfde gebleven of heeft u juist minder klachten?
  • Ziet u zelf verband tussen iets in uw voedsel en de klachten?
  • Had u als kind last van eczeem, astma of hooikoorts?
  • Komt eczeem voor in het gezin? Astma? Hooikoorts?
  • Wat doet u zelf om de klachten te verminderen? Helpt dit?
  • Heeft u wel eens een dieet gevolgd? Zo ja, welk dieet? Wat was het resultaat hiervan?
  • Bent u verder gezond?
  • Bent u al bekend met een allergie voor een bepaald voedingsmiddel en is deze allergie onder controle?

Het kan handig zijn om vóór het bezoek aan uw arts alvast over bovenstaande vragen na te denken.

Het voedseldagboek

Het doel van de anamnese is om uw klachten zo goed mogelijk ‘op een rijtje' te krijgen. Een hulpmiddel hierbij is een voedseldagboek. Hierin noteert u wanneer u eet, wat u eet, welke klachten u kreeg en wanneer deze optraden. Ook schrijft u op of u medicijnen gebruikt en of er speciale omstandigheden zijn, zoals inspanning, een griepje of een vakantie.

Met behulp van een voedseldagboek ontstaat een beeld van uw voedingspatroon. Het komt vaak voor dat u op nieuwe ideeën komt over welk voedsel uw klachten veroorzaakt. Met behulp van uw voedseldagboek kan de arts of diëtist een verband tussen voeding en klachten ontdekken. Het dagboek geeft aanwijzingen over voedingsstoffen waar eventueel verder mee getest kan worden.

U heeft klachten die één of twee keer per week voorkomen

U houdt twee tot drie weken alles bij wat u gegeten en gedronken heeft (ook de tussendoortjes) en op welk tijdstip dat was. Verder schrijft u op welke klachten u kreeg en op welk tijdstip dit gebeurde. Zo kan de samenhang tussen eten en klachten duidelijker worden.

U heeft klachten die minder dan één keer per week voorkomen

U schrijft klachten op als u deze krijgt. Noteer daarbij wat u in de 24 uur ervóór gegeten en gedronken heeft.

Hulp van de diëtist

Het is aan te raden om al in deze fase van het onderzoek een diëtist te vragen u te helpen. Hiervoor is een verwijzing van uw arts noodzakelijk. De diëtist heeft veel ervaring en warenkennis. Hij of zij kan uw voedseldagboek goed beoordelen. Als de anamnese compleet is gaat u samen met de arts en de diëtist verder met de puzzel.

De hulp van de diëtist helpt niet alleen bij het oplossen van de puzzel. Hij of zij houdt ook in de gaten of er geen tekorten in de voeding ontstaan (of aanwezig zijn).

Lichamelijk onderzoek

Onderzoek van neus, ogen, huid, longen en buik

De arts doet een algemeen lichamelijk onderzoek en kijkt speciaal naar delen van het lichaam waar u de klachten heeft. Hij of zij kijkt of er verschijnselen zijn die passen bij voedselallergie. Mogelijke onderzoeken zijn:

  • onderzoek van de neusslijmvliezen en ogen
  • huidonderzoek
  • longonderzoek
  • buikonderzoek