De diagnose

In dit hoofdstuk

2006_07_ss27_134.jpg

  • Een puzzel. Om een diagnose te kunnen stellen heeft de huisarts of medisch specialist de juiste informatie nodig. Lees verder.
  • Anamnese en lichamelijk onderzoek. De huisarts of medisch specialist stelt u vragen en doet een lichamelijk onderzoek. Hij of zij kan u ook vragen enige tijd een voedseldagboek bij te houden. Lees verder.
  • Huidtest en bloedonderzoek. Om met meer zekerheid voedselallergie vast te stellen zal uw arts extra onderzoeken doen. Dit kan onder andere door te zoeken naar allergische afweerstoffen via een huidtest of bloedonderzoek. Lees verder.
  • Eliminatie en provocatie. Ook door bepaalde voedingsmiddelen weg te laten (eliminatie) en weer te gaan gebruiken (provocatie) kunnen aanwijzingen verkregen worden. Lees verder.
  • Provocatieonderzoek. De enige test die definitief uitsluitsel geeft is een dubbelblinde placebo gecontroleerde provocatietest. Lees verder.
  • Onderzoek naar andere aandoeningen. Veel klachten van voedselovergevoeligheid kunnen óók ontstaan door een andere lichamelijke aandoening. Daarom is het belangrijk dat uw arts u goed onderzoekt. Lees verder.