Wat is zonlicht?

Zonlicht bestaat uit verschillende soorten licht, in verschillende golflengtes.

Ultraviolette straling

Zonlicht bestaat uit verschillende soorten straling: ultraviolette straling (UV-straling), infrarood licht en zichtbaar licht. Deze onderverdeling heeft te maken de golflengte of sterkte van de straling. De golflengte van licht wordt aangeduid in nanometers. Het licht dat wij met onze ogen kunnen zien heeft een golflengte tussen de 380 en 760 nanometer. UV-straling heeft een lagere golflengte en infrarood licht een hogere.

UV-straling is weer onder te verdelen in UV-A, UV-B en UV-C.

UV-A

UV-A is langgolvig (320 – 400 nm) en dringt het diepst door in de huid. Het zorgt ervoor dat we bruin worden, maar laat de huid ook sneller verouderen. Deze straling gaat ook door glas heen. Zonlicht bestaat voor het grootste deel uit UV-A.

UV-B

UV-B is kortgolvig (280 – 320 nm) en kan de huid oppervlakkig bruinen. Dit de straling die ervoor zorgt dat we verbranden.
UV-straling heeft niet alleen negatieve gevolgen. Zo zorgt UV-B op de huid voor de aanmaak van vitamine D.

UV-C

UV-C is het krachtigst en daarom het gevaarlijkst voor de huid. UV-C wordt echter door de dampkring geabsorbeerd. Doordat UV-C de aarde niet bereikt, zijn er geen gevolgen voor de huid.

Overgevoeligheidsreactie

Bij zonneallergie ontstaat de huidreactie meestal door UV-B, maar soms ook door UV-A of door zichtbaar licht. Een combinatie van deze lichtsoorten kan ook de oorzaak zijn. De gevoeligheid voor zonlicht verschilt per persoon. De een is alleen gevoelig voor UV-B, terwijl een ander ook klachten krijgt na blootstelling aan UV-A.

Bij wie?

Zonneallergie komt veel voor, bij tien tot vijftien procent van de mensen in Nederland. Vrouwen hebben er meer last van dan mannen. De eerste verschijnselen doen zich voor als mensen tussen de twintig en veertig jaar oud zijn.

Oorzaak

De oorzaak van die overgevoeligheidsreactie is niet bekend. Waarschijnlijk brengt het zonlicht een reactie op gang van bepaalde cellen in de huid, onder andere Langerhanscellen.

Deze kan te maken hebben met een bepaalde aanleg. In sommige families komt zonneallergie vaker voor. Ook hebben mensen met een lichte huid meer kans om zonneallergie te krijgen.

Soms lokken bepaalde middelen zonneallergie uit. In deze gevallen gaat het om een fotoallergische reactie.

Andere mogelijke oorzaken voor huiduitslag zijn:

  • Aandoeningen waarbij de huid overgevoelig reageert op zonlicht, zoals de auto-immuunziekte lupus systemische erythematosus (SLE) of de stofwisselingsziekte erytropoëtische protoporfyrie (EPP).
  • Medicijnen, zoals antibiotica, pijnstillers, anti-jeukmiddelen en plastabletten.
  • Chemische stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen en cosmetica.
  • Planten en kruiden, zoals pastinaak, bleekselderij, peterselie en dille.
  • Overgevoeligheid voor (sterke) ElektroMagnetische Velden.

Kunstmatige lichtbronnen

Sommige mensen met zonneallergie geven aan ook gevoelig te zijn voor kunstlicht, zoals halogeenverlichting, spaarlampen en TL-buizen. Overgevoeligheid voor kunstlicht is erg zeldzaam. Het komt slechts een enkele keer voor dat deze overgevoeligheid medisch gezien kan worden vastgesteld.

Bij erytropoëtische protoporfyrie (EPP) zijn mensen overgevoelig voor het zichtbare licht van de zon en soms ook voor licht van kunstmatige bronnen. Zie voor meer informatie de Vereniging voor zeldzame en genetische aandoeningen.

Elektrosmog

Steeds meer mensen met zonneallergie – en ook zonder – geven aan dat ze gevoelig zijn (geworden) voor de straling van draadloze communicatiemiddelen, zoals mobiele telefoons, Wifi, zendmasten voor draadloze communicatie en smart-apparatuur. Deze straling valt onder de term 'Hoogfrequente ElektroMagnetische Velden (EMV). Daarnaast bestaat 'Laagfrequente EMV'. Dit is het gevolg van elektrische stroom door kabels. In Nederland wordt bewoning in de buurt van elektromagnetische velden van hoogspanningskabels (boven en onder de grond) vanwege gezondheidsrisico's afgeraden.

Een grote hoeveelheid van deze straling heet in de volksmond 'elektrosmog'. Een gevoeligheid voor straling heet Electro Sensitiviteit. Een overgevoeligheid voor straling wordt Elektro Hyper sensitiviteit (EHS) genoemd.

Wetenschappelijk onderzoek toont de relatie tussen gezondheidsrisico's en (te veel) straling aan. Volgens artsen is er echter geen beslissend wetenschappelijk bewijs voor de gezondheidsschade van elektrosmog. Volgens mensen met een gevoeligheid voor straling verminderen hun klachten, wanneer de blootstelling aan straling (sterk) vermindert. 

Zie voor meer informatie de Stichting EHS (www.stichtingehs.nl en de telefonische hulplijn) of de CPLD Vereniging (www.cpld.nl).