Onderzoeken

Om zonneallergie te kunnen vaststellen, zijn verschillende onderzoeken nodig.

Onderzoeken

Met uw klachten gaat u waarschijnlijk eerst naar de huisarts. Meestal kan hij of zij vaststellen wat u heeft.

De huisarts

De huisarts bekijkt uw huidplekken en luistert naar uw verhaal. Hij of zij wil weten waar u precies overgevoelig voor bent. Gaat het alleen om zonlicht of spelen andere factoren een rol?

Daarbij wil de arts achterhalen welk soort licht de oorzaak is. Meestal gaat het om UV-B en/of UV-A. Dit hangt af van de situatie waarin de reactie zich voordoet. Gebeurt dit ook achter glas, in de schaduw, ondanks beschermende middelen en tijdens lichte bewolking? Als dit zo is, gaat het waarschijnlijk om UV-A. Zo niet, dan is UV-B de oorzaak.

Bij twijfel kan uw arts u doorverwijzen naar een dermatoloog.

De dermatoloog

Deze arts onderzoekt:

  • Voor welk soort licht u overgevoelig bent en in welke mate.
  • Of er factoren zijn die uw overgevoeligheidsreactie versterken, bijvoorbeeld medicijnen of cosmetica.

De dermatoloog kan twee onderzoeken uitvoeren: een lichttest of een fotoplakproef.

Lichttest

Via een lichttest kan de arts achterhalen voor welk soort straling u gevoelig bent, UVA of UVB. De arts beschijnt een stukje van uw huid met deze soorten licht. Dit stukje huid moet in het verleden al een overgevoeligheidsreactie hebben gehad. De dermatoloog probeert met de lichttest een nieuwe reactie op te wekken. Dit onderzoek neemt ongeveer vijf dagen in beslag en duurt per keer 1 tot 2 uur.

Fotoplakproef

Bij een fotoplakproef krijgt u vóór de lichttest metalen cups op uw rug geplaatst. Deze zijn gevuld met stoffen die in combinatie met licht overgevoeligheidsreacties kunnen opwekken. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om medicijnen of cosmeticaproducten. Reageert u op licht in combinatie met een van deze stoffen, dan heeft u een fotocontactallergie.