Te veel antidiuretisch hormoon

Als de hypofyse te veel antidiuretisch hormoon (ADH) afgeeft, houdt het lichaam water vast, terwijl de hoeveelheid natrium (zout) in het lichaam juist afneemt. Dit kan klachten geven als verwarring en sufheid.

SIADH

2005_04_ss1-067.jpgAls de hypofyse te veel antidiuretisch hormoon (ADH) afgeeft, wordt dit ook wel het syndrome of inappropriate ADH secretion (SIADH) genoemd. Het antidiuretisch hormoon zorgt er onder meer voor dat u niet te veel water uitplast. Als er te veel ADH is, houdt het lichaam te veel water vast.

Oorzaak

SIADH kan verschillende oorzaken hebben:

  • Een mogelijke oorzaak is een tumor of beschadiging in de hypofyse of de hypothalamus, of een ontsteking in de hersenen of de hersenvliezen.
  • Het kan een bijwerking zijn van medicijnen, bijvoorbeeld van antidepressiva, antipsychotica, chemokuren en anti-epileptica. De medicijnen zetten de hypofyse er dan toe aan meer ADH af te geven.
  • Ook kan het een gevolg zijn van bepaalde aandoeningen, zoals hartfalen.
  • Er zijn longtumoren die een hormoon kunnen aanmaken dat sterk op ADH lijkt. Deze tumoren zijn overigens zeldzaam.
  • Een van de belangrijkste symptomen van SIADH is te lage concentratie van natrium (een soort zout) in het bloed. De oorzaak hiervan kan ook bijnierschorsinsufficiëntie (ziekte van Addison) zijn. De bijnieren werken dan niet goed en scheiden te veel natrium uit via de urine.

Klachten

  • Er ontstaat oedeem: een ophoping van vocht in alle weefsels. Dit is erg zwaar voor het lichaam: alle organen moeten extra hard werken. Als er oedeem in de hersenen ontstaat, kan dit eerst leiden tot misselijkheid, braken en hoofdpijn, en later epileptische aanvallen en hersenbeschadiging.
  • Het gehalte aan natrium (een soort zout) in het bloed neemt af: door de hoeveelheid water wordt het verdund. Een ander woord voor een lage natriumspiegel is hyponatriëmie. Als de hoeveelheid natrium snel daalt, kan dit ernstige gevolgen hebben: van sufheid en verwardheid tot epileptische aanvallen en zelfs coma.

Diagnose

  • Uw bloed wordt onderzocht op de aanwezigheid van natrium. Het natriumgehalte zal aan de lage kant zijn.
  • Ook zal het bloed relatief weinig andere stoffen bevatten, het bloed is 'waterig'. Artsen zeggen dan wel dat de osmaliteit van het bloed, een waarde die de hoeveelheid stoffen in en vloeistof aangeeft, laag is.
  • De osmaliteit van de urine is relatief hoog: het lichaam houdt het water vast, maar andere stoffen worden wel gewoon uitgescheiden.

Behandeling

  • Uw arts zal proberen de oorzaak te achterhalen en deze weg te nemen of te behandelen. Als medicijnen de oorzaak zijn, zult u deze moeten afbouwen. Als een hypofysetumor de oorzaak is, zal u waarschijnlijk worden geopereerd.
  • In de tussentijd mag u niet te veel te drinken, maximaal een liter per dag.
  • Als dit onvoldoende effect heeft, kan de arts medicijnen voorschrijven die de werking van het antidiuretisch hormoon verminderen. Als de hypofyse beschadigd blijkt te zijn, zult u deze medicijnen waarschijnlijk de rest van uw leven moeten gebruiken.
  • Het heeft meestal geen zin om medicijnen te gebruiken die vocht afdrijven (plaspillen): deze medicijnen drijven ook natrium af. In ernstige gevallen wordt een infuus met natriumchloride (keukenzout) gegeven in combinatie met vochtafdrijvende medicijnen.
  • Bij ernstige hyponatriëmie moet de concentratie van natrium heel geleidelijk weer worden genormaliseerd. Een te snelle stijging kan hersenschade veroorzaken.