ADHD in het kort

Bij ADHD wordt vaak meteen gedacht aan kinderen. Dat is niet terecht: ADHD komt ook voor bij volwassenen.

Begin in de kindertijd

2008_04_ss50-652.jpgBij ADHD denken mensen meteen aan kinderen. Dat is begrijpelijk, omdat ADHD in de kindertijd begint. Maar: ADHD komt ook bij volwassenen voor. Naar schatting heeft drie tot vijf procent van alle volwassenen ADHD.

ADHD begint meestal al jong. Ongeveer drie tot vijf procent van alle kinderen tot zestien jaar heeft ADHD. Meisjes hebben even vaak ADHD als jongens, maar bij jongens valt het eerder op. In het algemeen gedragen meisjes zich 'dromeriger' dan jongens en dat gedrag wordt minder snel als ADHD herkend.

Hoewel er vaak voor die tijd al signalen zijn dat er iets mis is, kan een diagnose meestal pas met zekerheid op de lagere schoolleeftijd worden gesteld. Vóór die leeftijd lijkt het gedrag van alle kinderen regelmatig op ADHD. Peuters zijn over het algemeen actief, impulsief en kunnen zich nog maar kort concentreren. Een onderscheid tussen 'normaal' en 'abnormaal' gedrag is dus niet goed te maken. Soms wordt de diagnose toch wel eens gesteld, bijvoorbeeld omdat er veel symptomen zijn en omdat ADHD ook voorkomt bij een broertje of zusje. in de familie zit. Voor het zesde jaar spreekt men vaak van een 'werkdiagnose'.

Volwassenen

In de loop van de tijd worden de kenmerken vaak wat minder en anders, vooral het drukke gedrag, maar toch blijven twee op de drie kinderen na het zestiende jaar last houden van ADHD. ADHD komt dus ook veel bij volwassenen voor.

Geregeld wordt ADHD zelfs pas op volwassen leeftijd vastgesteld. Dat komt omdat ADHD vroeger niet zo bekend was: het werd lang niet altijd herkend. Het komt ook voor dat mensen pas op latere leeftijd echt hinder hebben van hun gedrag, bijvoorbeeld bij hun werk of als ze zelf kinderen krijgen.

Er zijn ook aanwijzingen dat ADHD soms pas op latere leeftijd ontstaat, dus bij mensen die in hun jeugd kent bijzondere problemen hadden. Ook sommige vrouwen die in de overgang komen, kunnen ADHD ontwikkelen, mogelijk door het wegvallen van bepaalde geslachtshormonen.

"Achteraf is bij mij vastgesteld dat ik als kind al ADHD had. Ik was inderdaad druk, lastig, wispelturig, maar van ADHD had nog nooit iemand gehoord. Ik had er ook niet zoveel last van. School ging redelijk, thuis had ik drie oudere broers die me min of meer in het gareel hielden... Pas nadat ik trouwde en zelf kinderen kreeg ging het mis. Een gezin is druk, je moet de boel organiseren, kalm blijven, geduldig... Dat lukte me totaal niet. Mijn vrouw werd daar gek van. Ik sta er helemaal alleen voor, ik heb er nog een kind bij, riep ze... En dat was ook zo..."

Wat is ADHD?

Druk: dat is het eerste waar mensen aan denken als ze over ADHD horen. Dat is begrijpelijk want mensen met ADHD zijn vaak druk, al is dat meestal minder uitgesproken dan bij kinderen. Toch is 'druk' een te beperkte omschrijving voor ADHD. Meestal is er meer aan de hand. Behalve druk zijn mensen met ADHD snel afgeleid en onnadenkend. Er zijn dus drie kenmerken: druk, snel afgeleid en onnadenkend. Elders beschrijven we dit uitgebreider.

Spanningen met de omgeving

ADHD heeft grote gevolgen voor de naaste omgeving. Kinderen met ADHD hebben zelf eigenlijk niet zo'n last van hun gedrag. Ze hebben niet echt door dat ze hinderlijk zijn en niet optimaal functioneren. Bij volwassenen met ADHD ligt dat vaak anders. Ze hebben beter in de gaten dat hun gedrag problemen veroorzaakt en dat ze in bepaalde opzichten minder goed presteren dan anderen. Ze hebben bijvoorbeeld moeite om langere tijd een baan vol te houden of een langdurige relatie aan te gaan. Ook hebben ze meer dan gemiddeld problemen met een gecontroleerd gebruik van bijvoorbeeld alcohol.

Bijkomende problemen

ADHD staat vaak niet op zichzelf. Mensen met ADHD hebben vaak ook nog andere problemen. Voorbeelden zijn sterke stemmingswisselingen, slaapstoornissen, overmatige angsten, motorische problemen (problemen met bewegen), gedragsstoornissen, zoals opstandig, agressief en gemeen gedrag en verslaving. ADHD komt ook vaker voor bij sommige andere aandoeningen, zoals PDD-NOS. Ook op deze problemen komen we elders uitgebreider terug.

Artsen noemen dit co-morbiditeit. Door deze co-morbiditeit worden de problemen nog wat groter en moeilijker op te lossen. Soms is ADHD door de bijkomende problemen lastig te herkennen: het kan 'schuil' gaan achter andere problemen. Het omgekeerde gebeurt ook wel: dat andere problemen schuilgaan achter de ADHD. Daarom is het stellen van de diagnose zo belangrijk: goed uitzoeken wat er precies aan de hand is.