Het natuurlijke herstel ondersteunen

Het natuurlijke beloop van een hernia is gunstig: de herniapijn herstelt meestal vanzelf. De behandeling komt daarom neer op het zo veel mogelijk ondersteunen van het natuurlijke herstel.

Klachten verdwijnen vaak vanzelf

2006_05_ss25_083.jpgEen hernia heeft vaak een ‘gunstig natuurlijk beloop', zoals artsen dat noemen. Dat wil zeggen: meestal verdwijnen de klachten weer geleidelijk, waardoor u langzamerhand steeds meer activiteiten kunt doen. Dit gebeurt bij ongeveer 75 procent van de mensen. De aanpak van een hernia heeft als doel dit spontane herstel zo veel mogelijk te ondersteunen.

U zult merken dat de behandeling van een hernia erop gericht is zo snel mogelijk uw dagelijks leven weer op te pakken. Veel mensen vinden dit vreemd: zij denken dat de behandeling zich voornamelijk richt op rust en pijnbestrijding. Maar dit is niet juist: het blijkt dat actief blijven en zo snel mogelijk weer alles doen wat u gewend was te doen, de beste aanpak is bij een hernia.

In dit hoofdstuk vindt u een kort overzicht van de behandelingen bij een hernia. De verschillende onderwerpen komen in de volgende hoofdstukken uitgebreider aan de orde.

Controle

De huisarts zal uw vooruitgang controleren. Als uw klachten niet zo ernstig zijn, bent u in staat zelf naar het spreekuur te gaan. Bij ernstige klachten zal de huisarts bij u langskomen. Het doel van de controle is om na te gaan of het herstel naar verwachting verloopt. Als dat niet het geval is, kan de huisarts aanvullende maatregelen voorstellen. Hij of zij kan ook besluiten u alsnog door te verwijzen naar een medisch specialist.

Wanneer moet u de huisarts waarschuwen?

In bepaalde gevallen is het nodig dat u de huisarts meteen waarschuwt. Het zijn situaties die niet vaak voorkomen. Omdat snel ingrijpen soms nodig is, noemen we ze hier toch.

Waarschuw direct de huisarts als:

  • er plotseling een doof gevoel ontstaat in de schaamstreek
  • u bij het afvegen de billen niet meer voelt
  • u problemen heeft met plassen (ongewild plassen of niet kunnen plassen)
  • de spierkracht in uw been of voet plotseling sterk minder wordt
  • u heftige pijn krijgt
  • u onverklaarbare koorts heeft
  • als u steeds pijn heeft, en de pijn niet afneemt bij het veranderen van houding of bij beweging